Duurzaamheid
online kasticket + online punten sparen + online klantenkaart
= imago naar klanten groener maken
= klanten persoonlijker benaderen
= meer data van klant verzamelen
informatiesystemen optimaliseren de processen
A.I. (Artificial Intelligence)
soorten:
narrow AI: voor 1 specifieke taak
general AI: meerdere taken en zelf kunnen redeneren
super AI: wereld word overgenomen
veel valse info + valse afbeeldingen
grote impact, onverwachte technologie
wordt vaak fout gebruikt
Big Data en Data-analyse
predictive maintenance = voorspellen welk deel van vrachtwagen kapot zal gaan, zodat dit eerder
vervangen wordt dan dat het kapot is (tijdsbesparing, vrachtwagen hoeft niet aan de kant te staan)
Cybersecurity
vaak info gehackt uit: facebook, twitter, politiedata, visakaarten, …
1
, HOOFDSTUK 1: INFORMATIESYSTEMEN
beschreven in boek van Friedman ‘the world is flat’
DE PRODUCTIVITEITSPRADOX
= er wordt enorm geïnvesteerd in informatiesystemen, maar het wordt niet weerspiegeld in de
productiviteitscijfers: “we see computers everywhere except in the productivity statistics”
tegenargument 1: economische verschuiving van papier naar online
= opbrengsten uit informatiesystemen worden gecompenseerd door verliezen in andere sectoren
tegenargument 2: informatiesystemen zorgen voor betere diensten
= meten van productiviteit van diensten is veel complexer
Barcode vs RFID
barcode: moet zichtbaar zijn om te kunnen scannen
RFID: chip die makkelijker identificeerbaar is (bv op producten, leidt kassa wachttijden tot nul)
ICT heeft een maatschappelijke impact
bv: Waze leidt alle gebruikers via kleinere baantjes als er file is op de grote baan, dit zorgt voor
nieuwe verkeersproblemen in wijken die hier niet op voorzien zijn.
DATA
= een opeenvolging van vastgestelde instanties die zich hebben voorgedaan
kan verschillende manieren vergaard worden (sensoren tot manuele invoering van gegevens)
kan op grote schaal vergaard worden door systemen zelf (bijvoorbeeld Big Data).
Data vormt de basis om informatie te creëren
INFORMATIE
= vloeit voort uit data die gestructureerd verwerkt wordt of in een bepaalde context geplaatst wordt.
Informatie kan aanzien worden als een eindproduct terwijl data de ruwe grondstof is.
nodig om bedrijfsvoering te doen.
afleidbaar uit individueel vastgestelde indicatoren
vertaalbaar in een opeenvolging van verwerking van data
INFORMATIESYSTEMEN
= het vergaren en opslaan van data + deze data verwerken tot inzetbare informatie
waarde van informatie: 3 belangrijke indicatoren
1) tijd (komt de informatie op tijd om bruikbaar te zijn?)
2) vorm (komt de informatie in bruikbare vorm?)
3) inhoud (is de inhoud correct/bruikbaar/volledig/betrouwbaar?)
soorten:
1) operationeel ondersteunende systemen (bv boekhouding, communicatie, productie, …)
2) management ondersteunende systemen (bv rapporteringssystemen, dashboards, DSS, …)
3) overkoepelende systemen (operationeel + management) (bv kennismanagement, expertsystemen, …)
vijf onderdelen van een informatiesysteem:
--> terugkoppeling = moment waarop systeem
…………handeling vraagt voor nieuwe actie
(bv opnieuw papier in printer steken)
externe factoren = stakeholders : Klanten, Leveranciers, Aandeelhouders, Concurrenten, Financiële instellingen, Personeel,
Vakbonden, De maatschappij, De overheid
wie heeft nood aan informatie: klant, leverancier, personeel, partners
De wet van Moore
Gordon Moore voorspelde dat de snelheid van de chips in onze computers zich steeds zou blijven
verdubbelen om de 2 jaar, tegen dezelfde kosten. Later werd de wet bijgesteld naar 18 maanden
3 interpretaties: 1) processorkracht verdubbelt elke 18 maanden
2) de kracht van computers verdubbelt elke 18 maanden kloppen niet
3) de prijs voor computers halveert elke 18 maanden
De wet van mass digital storage
= de hoeveelheid opgeslagen digitale informatie verdubbelt elk jaar
= de kost voor het opslaan van informatie neemt exponentieel af
De wet van metcalfe
= waarde van netwerk neemt exponentieel toe naarmate stijging van het aantal gebruikers
bv waze: gebruikt internet + correct inschatten van verkeerssituatie lukt pas bij veel gebruikers
3
, Technology adoption life cycle (TALC)
1) innovators = eerste kopers
2) early adopters = willen de eerste versie
--> verwacht: KT, niet perfect, revolutie
3) early majority = willen het ook zien
--> verwacht: LT, volledige oplossing,
evolutie
4) late majority = volgt de groep
5) sceptici = vroeger was alles beter
als een product niet over de kloof raakt, breekt
het niet door in de markt (bv: 3D-printers)
komt door tegengestelde drijfveren van de early
adopters en early majority
Unified theory of acceptance and use of technology (UTAUT) (BEGRIJPEN NIET LETT KENNEN)
= waarom is eindgebruiker bereidt de technologie te gaan gebruiken
verklaart tot 70% van de variantie in gebruiksintentie
Linkerkant = redenen van gebruik, directe impact
Onderkant = moderatoren, versterken of verzwakken
invloed van linkerkant
uitbreiding :
wordt meest gebruikt
bv bij 3D-printer redenen dat de kloof niet
overschreden wordt:
1) prijswaarde
2) verwachtingen vd inspanning (teveel moeite)
3) verwachtingen vd prestaties (weinig nut)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller millla. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.