100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie - histologie $7.07   Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie - histologie

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document staat alles ivm histologie die voor het eerste jaar kiné moet gekend zijn. Ook duidelijke afbeeldingen en uitleg bij moeilijkere begrippen.

Preview 4 out of 64  pages

  • April 7, 2024
  • 64
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
ANATOMIE
HISTOLOGIE

1. CYTOPLASMA

1.1 ALGEMEEN

PROKARYOTEN vs EUKARYOTEN

prokaryoten bacteriën
eencellig
klein
celwand (geen membraan)
geen kernmembraan die DNA scheidt



eukaryoten één- of meercellig
groter dan prokaryoten
kern met eigen kernmembraan
histon-eiwitten geassocieerd aan DNA
bevat tal van organellen




CELDIFFERENTIATIE

celdifferentiatie is...
sythese v specifieke proteïnen, vormverandering en specialisatie
200 verschillende celsoorten afkomstig van bevruchte eicel - zygote

door differentiatie w delen v DNA afgedekt en maakt cel specifieke eiwitten aan met speciaal uitzicht (zo kunnen de cellen v elkaar onderscheiden w)




celecologie is...
eigenschappen en gedrag v cellen v hetzelfde type kunnen verschillen ifv regio en omstandigheden
naargelang noodzaak kunnen cellen overgaan in verschillende gedragingen
EN kunnen structureel gelijkaardige cellen verschillend reageren

OMDAT ze verschillende receptoren hebben – en dus reageren op andere signalen




Shari W i e l |1

,1.2 CELMEMBRAAN EN ZIJN COMPONENTEN

ENDOCYTOSE

opnameproces waarbij vesikels of grote vacuolen zich afsnoeren van het celmembraan



wordt onderverdeeld in pinocytose en fagocytose

pinocytose manier v cel om materiaal van buiten op te nemen door actief transport – kan op 2 manieren gebeuren

manier 1 : instulpingen in celmembraan
kleine vesikels die door cel heen reizen en fuseren met een lysosoom om inhoud te verteren
om cel opnieuw te verlaten



manier 2 : door binding van liganden
liganden gaan zich binden aan specifieke receptoreiwitten a/h celopp
DAN passeren ze het celmembraan en activeren zo de receptoren binnen de cel – hierdoor stulpt de put verder in




fagocytose manier v cel om stoffen op te nemen vanop een dragermoleculen
hiermee w grote solide materialen opgeruimd

wnr vast deeltje tegen celwand komt te liggen, w dat aangehecht a/d glycolax (“cell coat”)
het vast deeltje w dan omstulpt DR plasmamembraan en w in vacuole opgenomen




pinocytose : manier 1 pinocytose : manier 2 fagocytose




EXOCYTOSE

inhoud komt buiten de cel terecht

fusie van een vesikel in de cel met celmembraan – de inhoud ervan komt buiten de cel terecht
de fosfolipide lagen hebben neiging om elkaar af te stoten – zodat tussenkomt v eiwitten oiv calcium nodig is




BEÏNVLOEDENDE FACTOREN

paracriene factoren beïnvloeden omgeving
sommige liganden w snel gemetaboliseerd en kunnen enkel directe omgeving beïnvloeden


autocriene factoren beïnvloeden zichzelf
sommige liganden blijven lang actief en kunnen in de bloedstroom blijven – vetoplosbare hormonen



vetoplosbare factoren w gedragen door eiwitten
kunnen door celmembraan diffunderen en intracellulaire receptoren activeren



wateroplosbare factoren activeren de receptoren op het celmembraan
deze receptoren kunnen informatie naar cytoplasma overdragen
hierdoor kan een cascade in de cel in werking gezet w en wijzigt cel zijn gedrag



Shari W i e l |2

,1.3 CELORGANELLEN

MITOCHONDRIËN

structuur celorganel v +/- 1 micrometer
aantal mitochondrieën – hangt af v energiebehoefte v cel
verplaatsen zich in de cel




dubbele membraan

buitenmembraan effen oppervlak
permeaebel

binnenmembraan sterk geplooid
bedekt met globulaire eiwitten – voor ATP productie
cristae is groter bij een hogere energieproductie

intermembranaire ruimte ruimte tussen buiten- en binnenmembraan
hier bevinden zich enzymen die verantwoordelijk zijn voor energieproductie via citroenzuurcyclus
elektronentransportsysteem




functies

produceren energie 50% warmte – 50% nuttige energie in vorm v ATP
door ATPase kan cel, energie omzetten in mechanische energie – voor spieren
transport voor ionen
eiwitsynthese


cel bevoorraden v energie ATP kan zich verplaatsen naar waar nodig
hoe meer energie nodig- hoe meer mitochondria er te vinden zijn


mitose mitochondrieën splitsen zich op – en vermeerderen zo
bij mitose krijgt elke dochtercel de helft v mitochondriën – die groeien en splitsen zo in dochtercellen




componenten

DNA

RNA 3 soorten mRNA – messenger RNA
rRna – ribosomaal RNA
tRNA – transfer RNA




Shari W i e l |3

, RIBOSOMEN

kenmerken

kleine celorganellen

2-delig zwaar en licht deel
eiwitfractie w gemaakt in cytoplasma en verhuist naar kern om te binden op rRNA
verlaten kern door kernporiën


polyribosomen polysomen
cellen die aan elkaar gehouden worden door een streng mRNA

vrije polyribosomen produceren eiwitten die in de cel blijven
aan RER gebonden ribosomen produceren eiwitten voor buiten de cel



basofiel door grote hoeveelheden RNA zijn ribosomen basofiel




functies

rol in eiwitsynthese proces waarbij eiwitten gemaakt w op basis van info uit het DNA
ribosomen decoderen basensequentie op mRNA
en zetten het mbv tRNA – om in een aminozuur sequentie(eiwit)




ENDOPLASMATISCH RETICULUM – ER

= één netwerk van anastomoserende kanaaltjes en uitzettingen in de cel – gevormd door één continue membraan



ruw endoplasmatisch reticulum

één geheel met kernmembraan

sterk ontwikkeld in basofiele cytoplasma v eiwitsecrerende cellen
vb pancreascellen – speekselklieren – plasmacellen


ribosomen bevinden zich aan cytoplasmatische zijde
geven basofiel uitzicht

belangrijkste functie staat in voor veranderingen v geproduceerde eiwitten monteren v monosachariden
aaneenschakelen v meerdere bestaande eiwitten




glad endoplasmatisch reticulum

buizen netwerk – zonder ribosomen

cisternae meer tubulair

in spiercellen ligt het als sacroplasmatisch reticulum omheen de contractiele vezels
is hier in staat om calciumionen te stockeren

functies synthese van steroïd hormonen – in bijnierschors
degradatie v hormonen
ontgifting van farmaca – in levercellen
synthese v fosfolipiden en glycogeen




Shari W i e l |4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shariwiel1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62491 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.07
  • (0)
  Add to cart