Inleiding tot het Privaatrecht Caroline De Beuckelaer
Deel 1: situering van het privaatrecht
Hoofdstuk 1: Publiek vs. Privaatrecht
Vooraleer we rechtstakken gaan kunnen indelen: eerst het grootste onderscheid
tussen publiek en privaatrecht.
1. Publiekrecht
Het publiekrecht regelt het handelen van de overheid, het staatsgezag:
- Enerzijds: de werking van de overheid en de onderlinge verhoudingen
tussen de overheidsorganen
- Anderzijds: de verhoudingen tussen overheidsorganen en burgers
(zowel natuurlijke als private rechtspersonen)
2. Privaatrecht
Het privaatrecht regelt daarentegen de verhoudingen tussen burgers onderling
zoals:
- Regels inzake huwelijk, erfrecht, afstamming..
- Contracten
- …
OPM: soms zijn rechtsdomeinen gemend. In bepaald gevallen kunnen ze zowel
een publiekrechtelijke als een privaatrechtelijke component hebben.
Bv: fiscaalrecht, sociale zekerheidsrecht, economisch recht
1
,Inleiding tot het Privaatrecht Caroline De Beuckelaer
Het materieel privaatrecht wordt onderverdeeld in enerzijds het burgerlijk recht
en anderzijds het bijzonder privaatrecht.
1.1. Burgerlijk recht
= het geheel van rechtsregels dat de onderlinge verhoudingen tussen private
personen in het algemeen regelt.
Dit is dus het gemeen privaatrecht, het is de basis voor het privaatrecht.
Maar: privaatrecht ≠ burgerlijk of civiel recht!!
1.2. Bijzonder privaatrecht
= het geheel van bijzondere regels die van het gemeen privaatrecht (burgerlijk
recht) afwijken en van toepassing zijn in bijzondere verhoudingen.
1.2.1. Ondernemingsrecht
= van toepassing op bepaalde personen: nl. ondernemers.
1.2.2. Sociaal recht
a) Arbeidsrecht
= regels met betrekking tot de verhoudingen tussen privéwerkgevers en
werknemers
b) Sociale zekerheidsrecht
= regels ivm de sociale uitkeringen en zijn financiering.
1.2.3. Economisch recht
= regeling van de economische verhoudingen op de markt.
2. Privaat procesrecht
Hieronder rekenen we het gerechtelijk privaatrecht of met andere woorden het
procesrecht in burgerlijke zaken.
2
,Inleiding tot het Privaatrecht Caroline De Beuckelaer
Hoofdstuk 3: Rechtsbronnen van burgerlijk recht
1. De wet
1.1. Burgerlijk wetboek
= de voornaamste rechtsbron!
Ontstaan in 1804:
- Onder impuls van Napoleon
- Na Franse Revolutie
- Code Napoléon of Code Civil
In de loop der jaren is het BW wel gewijzigd en aangevuld door de groei van
nieuwe ideeën.
1.2. Bijzondere wetgeving
Zeker de laatste decennia: veel nieuwe bijzondere wetten.
Bv: wet betreffende namen en voornaam
Bv: wetboek van Belgische Nationaliteit
Maar heeft als risico dat het burgerlijk recht moeilijker te vinden is en soms
afbreuk doet aan de consistentie van de materie.
2. Decreten
Door de steeds verdergaande defederalisering is er ook sprake van regionalisering
van het privaatrecht op bepaalde vlakken.
Bv: regionalisering van bijzondere huurregimes, zoals pop-upregime
3. Andere bronnen van burgerlijk recht
o Algemene rechtsbeginselen
o Gewoonten
o Rechtspraak
o Rechtsleer
o Internationale of supranationale verdragen
3
,Inleiding tot het Privaatrecht Caroline De Beuckelaer
Hoofdstuk 4: Indeling van het burgerlijk recht
1. Personen en familierecht
1.1. Personenrecht
= de niet-patrimoniale regels inzake de persoon
1.2. Familierecht
= de niet-patrimoniale verhoudingen tussen personen in een familiale verhouding.
Zowel verticale relaties: afstamming, adoptie…
Als ook horizontale relaties: huwelijk, feitelijk samenwonen…
2. Vermogensrecht
2.1. Zakenrecht
= goederenrecht
= de leer van het onderscheid van de goederen en de aanspraken van een
persoon op goederen (de zakelijke rechten)
2.2. Verbintenissenrecht
= regeling van de vermogensrechtelijke of patrimoniale verhoudingen tussen
personen en bevat de regels met betrekking tot het ontstaan, inhoud en de
uitvoering van verbintenissen of vorderingsrechten.
↓
Een vorderingsrecht = een patrimoniale rechtsband tussen personen op grand
waarvan een schuldenaar iets verschuldigd is aan de schuldeiser.
Verbintenissen kunnen op twee manieren ontstaan:
- Uit een overeenkomst
- Uit de wet
2.3. Bijzondere overeenkomstenrecht
= specifieke regels, naast het algemeen verbintenissenrecht voor specifieke,
benoemde en onbenoemde contracten
Bv: koop, leasing…
3. Familiaal vermogensrecht
= regelt de vermogensrechtelijke gevolgen van o.a. huwelijk en overlijden.
Het familiaal vermogensrecht dienst als een brug tussen enerzijds het personen-
en familierecht en anderzijds het vermogensrecht.
4
,Inleiding tot het Privaatrecht Caroline De Beuckelaer
Hoofdstuk 5: Kenmerken en evoluties van het burgerlijk recht
1. Leidend principe: het autonomiebeginsel
In privaatrecht staat de wilsautonomie centraal.
Hier gaat men van uit van een gelijke, autonome en vrije burger die vrij kan
handelen naar zijn eigen inzichten en obv een principieel zelfbeschikkingsrecht
en beschikt over een individueel eigendomsrecht.
Drie kernbepalingen van het BW:
- (Individueel) eigendom: art. 544 BW
- Contractvrijheid: art. 1134 BW
- Foutaansprakelijkheid: art. 1382 BW
Het privaatrecht is voornamelijk van aanvullend recht, want heeft als voornamelijk
doel om de partijen te verzoenen.
2. Evoluties
2.1. Vermaatschappelijking of solidarisering van het privaatrecht
De vermaatschappelijking is een gevolg van de toenemende sociaaleconomische
ordening van de maatschappij.
Het liberalisme hield te weinig rekening met het noodzakelijke sociale aspect van
samenleven en er was sprake van feitelijke ongelijkheid tussen burgers.
Het werd noodzakelijk dat er vanuit de overheid een bescherming kwam voor
bepaalde personen door te voorzien in dwingende rechterlijke bepalingen.
2.2. Meergelaagdheid van het privaatrecht
Het BW is niet langer de enige bron van het privaatrecht.
Enerzijds is er de europeanisering en zelfs internationalisering.
Anderzijds is er ook een algemene tendens naar convergentie van het recht.
2.3. Constitutionalisering
Er zijn enkele publiekrechtelijke grondrechten die steeds harder doordringen.
Het privaatrecht is dus steeds harder in interactie met andere rechtsdomeinen op
nationaal vlak enerzijds en op supranationaal niveau anderzijds.
Gelijkheidsbeginsel: art. 10-11Gw.
3. Hercodificatie?
Men denkt sinds kort weer na over de hercodificatie van het BW.
Momenteel zijn er bepalingen die de raadpleging van uitgebreide rechtspraak
vereisen en zijn er anderzijds ook enorm veel bijzondere wetten die hebben
geleid tot versnippering.
5
,Inleiding tot het Privaatrecht Caroline De Beuckelaer
Deel 2: Basisconcepten en -beginselen
Hoofdstuk 1: het rechtssubject en de vermogensleer
1. Wie is een rechtssubject?
1.1. De natuurlijke persoon (en de vermogensleer)
1.1.1. Wie is de natuurlijke persoon?
= De mens, alleen de mens en elke mens.
! Hier bestaan geen uitzonderingen meer op: geen slavernij en burgerlijke dood
Elke mens is in principe gelijke persoon en dus ook evenveel drager van rechten
en verplichtingen.
1.1.2. Vermogensleer
Vier principes van vermogensleer:
- Elk persoon kent een vermogen
- Alleen een persoon kan een vermogen hebben
- Een vermogen bestaat zolang een persoon bestaan
- Elke persoon heeft slechts één vermogen
A) Elk persoon heeft een vermogen & enkel persoon kan een vermogen hebben
Iedereen heeft een vermogen: ook als er meer verplichtingen (passiva), dan
rechten (activa) zijn. In dat geval: deficitair vermogen.
Alleen personen hebben een vermogen.
B) Vermogen zolang persoon bestaat
Niemand kan zijn vermogen volledig (integraal) overdragen, tenzij bij overlijden.
Dan krijgen de rechtsopvolgers op grond van erfrechten diens rechten en
verplichtingen.
Wel is het mogelijk om individuele bestanden van zijn vermogen te schikken en
deze over te dragen.
C) Eén en ondeelbaar vermogen
Elke persoon heeft in beginsel slechts een vermogen, aangezien de persoon zelf
ondeelbaar is. Zie artikel 7 en 8 Hypotheekwet: een schuldenaar staat met al zijn
goederen in voor al zijn verplichtingen. Indien een schuldenaar niet betaald, kan
de schuldeiser uitwinnen op de totaliteit van het vermogen van de schuldenaar.
Dus principe is: dat volledige vermogen van schuldenaar onderpand uitmaakt
van de schuldeiser met enkele uitzonderingen:
- Onbeslagbare goederen (art. 1408 Ger.W.)
6
,Inleiding tot het Privaatrecht Caroline De Beuckelaer
Ook enkele uitzonderingen op principe dat vermogen ondeelbaar is. Let op: hier
is steeds een wettelijke grondslag voor nodig!!
- Kwaliteitsrekening voor notarissen, advocaten, gerechtsdeurwaarders en
vastgoedmakelaars: art. 8/1 Hyp.W
- Naar aanleiding van overlijden: afgescheiden nalatenschapboedel
- Erfgenaam kan een nalatenschap aanvaarden onder voorrecht van
boedelbeschrijving: art. 802 BW
- De schuldeisers van het nalatenschap kunnen de afscheiding van de
nalatenschapsgoederen van het vermogen (zoals schulden) van de
erfgenaam eisen: art. 878 BW
Wanneer men de ondeelbaarheid van het vermogen wil omzeilen, kan men een
rechtspersoon oprichten. Er wordt een nieuwe persoon met een eigen vermogen
gecreëerd.
Kenmerken van een vermogen:
- Juridische algemeenheid: het wordt als eenheid, geheel in rechte erkend
ongeacht de actuele samenstelling
- Dynamisch karakter: de samenstelling van een vermogen fluctueert
- Zakelijke subrogatie of zaakvervanging: goederen waar een zakelijk recht op
rust hebben een bepaalde bestemming. De vervangende goederen zullen dan
op bepaalde voorwaarde de bestemming of juridische functie overnemen.
Typevoorbeeld: art. 10 Hyp.W.
1.2. De rechtspersoon (en feitelijke vereniging)
1.2.1. Begrip: rechtspersoon
Een rechtspersoon is een groepering van rechtssubjecten die voor een bepaald
doel een afgescheiden vermogen hebben dat in een gegeven rechtssysteem ten
aanzien van het recht behandeld wort als een zelfstandige eenheid dat op zichzelf
subject van rechten en plichten kan zijn en dus ook een eigen vermogen heeft dat
fungeert als uitsluitend of preferentieel executieobject voor zijn schuldeisers.
1.2.2. Vier kenmerken van een rechtspersoon
- Groepering van rechtssubjecten of een afgezonderd vermogen
- Wordt als een zelfstandige eenheid met eigen vermogen behandeld
- Maakt uitsluitend of preferentieel executieobject van zijn schuldeisers uit
- Werkt in een gegeven rechtssysteem
A) Groepering van rechtssubjecten of een afgezonderd vermogen
Een vermogen is ofwel een groepering van rechtssubjecten ofwel een
afgezonderd vermogen.
Bij een groepering van rechtssubjecten spreken we van een rechtspersoon van
het publiekrecht of privaatrechtelijke rechtspersonen van en vereniging of
vennootschap.
Een afgezonderd vermogen is bijvoorbeeld een stichting of eenpersoons-bvba.
7
, Inleiding tot het Privaatrecht Caroline De Beuckelaer
B) Wordt als een zelfstandige eenheid met eigen vermogen behandeld
De rechtspersoon is een zelfstandige eenheid die een eigen vermogen heeft: dus
eigen rechten en plichten.
Hierbij onderscheiden we de rechtspersoon en de feitelijke vereniging:
- Feitelijke vereniging: vereniging die in rechte niet als een entiteit wordt
erkend, er is dus geen sprake van een rechtssubject. Het recht kent enkel zijn
individuele leden. De rechtshandelingen zullen dus door een van deze leden
moeten worden uitgevoerd. De leden staan met hun eigen vermogen in voor
eventuele verbintenissen.
C) Maakt uitsluitend of preferentieel executieobject van zijn schuldeisers uit
Net zoals bij een natuurlijke persoon vormt het vermogen van de rechtspersoon
het onderpand van de schuldeisers van de vennootschap.
Afhankelijk van aansprakelijkheid:
- Rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid
o Hier is het verhaalsobject van de schuldeisers van de rechtspersoon
beperkt tot het vermogen van de rechtspersoon. Dit is het uitsluitende
executieobject, niet verhalen op o.a. aandeelhouders.
- Rechtspersoon met onbeperkte aansprakelijkheid
o Schuldeiser heeft twee executieobjecten: enerzijds het vermogen van
de schuldeisers en anderzijds het vermogen van de aandeelhouders
o Privé-schuldeisers van aandeelhouders hebben enkel het vermogen
van de aandeelhouder als executieobject.
D) Werkt in een gegeven rechtssysteem
Rechtspersonen werken enkel onder voorwaarden die gesteld zijn in de wet, de
wettelijke grondslag is noodzakelijk!
= het wettelijkheids- of legaliteitsbeginsel.
1.2.3. Soorten rechtspersonen
A) Rechtspersonen van publiekrecht
Deze rechtspersonen zijn door de overheid opgericht met het oog op publieke
dienstverlening.
Bv: federale staat, gemeenschappen en gewesten, provincies, OCMW..
B) Privaatrechtelijke rechtspersonen
Deze zijn opgericht onder privaat initiatief.
Twee soorten:
- Verenigingen: privaatrechtelijke rechtspersoon met een niet-lucratief of een
niet-winstgevend doel. Zoals vzw’s en stichtingen (openbaar nut en private).
- Vennootschappen: streven wel winst na, ze hebben een winstoogmerk of een
lucratief doel.
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carolinedebeuckelaer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.