Internationaal Ondernemen HBZI 02
Hoofdstuk 1: Inleiding in internationaal ondernemen
Multinationals zijn bedrijven die in meerdere landen gevestigd zijn en handelen.
Internationaal ondernemen: Economische activiteiten over de landsgrens of
handelingen die nodig zijn om zaken te doen in het buitenland.
Vaak wordt worden de activiteiten uitbesteed aan lagelonenlanden om hun
productiviteit te verhogen of om met goedkopere arbeidskrachten te kunnen werken.
Ze delen kennis met buitenlandse partners om ten opzichte van de concurrent sterker te
staan of ze weken samen met anderen om schaalvoordelen te realiseren.
Door het opengaan van de grenzen wordt het steeds makkelijker om producten of
diensten uit andere landen te kopen of aan andere landen te verkopen.
Globalisering / Mondialisering: wereldwijde samensmelting van economieën, politieke
systemen en culturen.
Als gekeken wordt naar de groei van het bruto nationaal product (bnp) van alle landen
samen, zien we dat meer dan de helft van deze groei komt vanuit de opkomende
industrielanden. Deze landen spelen in de globalisering een steeds belangrijkere rol.
Belangrijke opkomende economieën:
- BRICS-landen: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika.
- N11-landen (Next Eleven-landen): Bangladesh, Egypte, Filipijnen, Indonesië, Iran,
Mexico, Nigeria, Pakistan, Turkije, Vietnam en Zuid-Korea.
- Landen van de Indian Rim: landen grenzend aan Indische oceaan.
- Landen aan zijroute: Centraal- en West-Azië, het Midden-Oosten en Europa.
- Landen aan maritieme route: Oostkust van Afrika, het Suezkanaal en
Middellandse Zee.
Voordelen van globalisering zijn..
- Bijdrage aan hogere economische groei en welvaart.
- Delen van technologische kennis.
- Verspreiding van culturele integratie.
Nadelen van globalisering zijn..
- Kans op ondermijning van lonen in ontwikkelde landen.
- Toename van uitbuiting van arbeiders in minder ontwikkelde landen.
- Multinationals krijgen veel macht.
Nederland heeft een open economie met weinig handelsbelemmeringen en is sterk
afhankelijk van buitenlandse handel en investeringen.
Gevolg van globalisering is lokalisering en glokalisering.
- Lokalisering: Terugkeren naar landen dicht bij de eigen thuis- of afzetmarkt.
- Glokalisering: Integratie van het globale met het lokale. Grote bedrijven die
unieke producten voor lokale markt produceren (McKroket).
Wanneer er gekozen wordt voor glokalisering moet er op de drie vlakken waarde
gecreëerd worden: Sociale, ecologische en financiële vlak.
,De kern van duurzaam internationaal ondernemen is de stakeholder. Een stakeholder is
een groep of individu die invloed heeft op of beïnvloed wordt door een organisatie of
bedrijf. Aandeelhouders zijn vaak alleen maar gericht op economisch resultaat.
Duurzaam internationaal ondernemen bestaat uit drie pijlers:
- People: Menselijke kant van duurzaam internationaal ondernemen. Denk hierbij
aan kinderarbeid, lonen, arbeidsrechten, veiligheid.
- Planet: Zorg voor het milieu. Door het uitputten van de natuurlijke grondstoffen
zal er gekeken moeten worden naar alternatieven. Efficiëntie en omgaan met
grondstoffen is hierbij belangrijk.
- Profit: Winst is een voorwaarde voor de continuïteit van een onderneming, maar
daarnaast is algemene welvaart ook van belang
Voor bedrijven is het de kunst om een geode balans tussen deze drie pijlers te vinden.
Fair trade-producten: Producten die zijn gemaakt van grondstoffen waarvoor een eerlijke
prijs is betaald, waardoor boeren een bestaansrecht verwerven.
Richtlijnen/labels voor duurzaam internationaal ondernemen:
- CEEP-CSR: Aspecten zoals mensenrechten, milieu, eerlijk zakendoen,
consumentenbelangen en arbeidsomstandigheden.
- Convenanten: Afspraken vanuit de overheid.
- OESO-richtlijnen: Hierin staat hoe een onderneming om hoort te gaan met
onderwerpen als mensenrechten, kinderarbeid, ketenverantwoordelijkheid en
milieu.
- ISO 26000: Internationale richtlijn geeft bedrijven handvatten voor
maatschappelijk verantwoord ondernemen in de praktijk.
De basis voor internationaal ondernemen wordt gevormd door internationale handel en
buitenlandse investeringen. Internationale handel bestaat uit import en export.
Er zijn verschillende manieren van internationaal ondernemen:
- Import
- Export
- Directe investering
Importeren is het kopen van buitenlandse producten, die in het land worden ingevoerd.
Een importerend bedrijf koopt goederen of diensten van een exporterend bedrijf met als
doel deze met winst te verkopen. Er zijn verschillende motieven:
- Het produceren van goederen of onderdelen is in andere landen goedkoper,
waardoor producten vaak in Europa ontwikkeld worden en in het betreffende land
geproduceerd worden.
- Het product of de dienst is in Nederland nog niet op de markt.
Exporteren is het uitvoeren van binnenlandse producten of diensten. De belangrijkste
motieven waarom een onderneming zich op de buitenlandse markt begeeft, zijn..
- Nieuwe technieken ne nieuwe producten vormen een uitdaging.
- De binnenlandse markt is te klein voor het product.
- De continuïteit van het bedrijf te waarborgen met het steeds naar een nieuwe
afzetmarkt zoeken.
, - Het product dat een bedrijf aanbiedt, heeft een zodanige kostprijs dat het bedrijf
op de buitenlandse markt concurrerend kan werken.
- Als een bedrijf te maken heeft met een overcapaciteit.
- Strategische redenen.
Buitenlandse directe investeringen (BDI): Investeren vindt plaats wanneer een
onderneming direct investeert in de productie in een ander land.
Proactieve motieven komen voort uit het beleid dat een bedrijf opstelt om internationaal
zaken te gaan doen, terwijl reactieve motieven voortkomen uit een bedreiging van de
thuismarkt of uit de aard van het product.
Proactieve motieven Reactieve motieven
- Winst- en groeidoelstellingen - Concurrentiekracht
- Wil van management - Kleine en-of verzadigde thuismarkt
- Onderscheidend vermogen van - Benutten van overcapaciteit
product - Verminderen van afhankelijkheid
- Inspelen op marktkansen in van klanten/leveranciers
Buitenland - Stabiliseren van
- Schaalvoordelen seizoensinvloeden
- Integratie van bedrijfskolom - Nabijheid van klanten/leveranciers
- Belastingvoordelen - Korte houdbaarheid van product
Wederuitvoer/re-export/doorvoer is het direct uitvoeren van producten die eerder zijn
geïmporteerd.
Actieve handelsbalans of handelsoverschot: Export -> import
Passieve handelsbalans of handelstekort: Import -> export
De belangrijkste handelspartners voor Nederland zijn Duitsland, België, China en
Frankrijk.
Hoofdstuk 2: Politieke en economische omgeving
Vrije internationaal ondernemerschap is begaat bij een vrij verkeer van goederen en
diensten. De Nederlandse handelspolitiek wordt voornamelijk bepaald door het
gemeenschappelijke handelsbeleid van de Europese Unie. De EU streeft naar de
harmonieuze ontwikkeling van een eerlijke en duurzame wereldhandel.
De volledig vrije handelsverkeer wordt op twee manieren beperkt:
1. Door economische samenwerking tussen een aantal landen.
2. Door beperking van de handel om de economie te beschermen (protectionisme).
Er zijn diverse vormen van economische samenwerking. Het doel van economische
samenwerking is vrij handelsverkeer. De meest voorkomende vormen van samenwerking
zijn:
- Vrijhandelszone
- Douane-unie
- Gemeenschappelijke markt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Aleidtevelthuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.