100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting moraalfilosofie $9.23   Add to cart

Summary

Samenvatting moraalfilosofie

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een samenvatting van de cursus aangevuld met mijn notities. Ik ging naar elke les en ben geslaagd in eerste zit.

Preview 4 out of 67  pages

  • April 7, 2024
  • 67
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Moraalfilosofie
Elena Bombeke
Boek Moraalfilosofie

Hoofdstuk 1: De klassieke rechtvaardigingstoets

1. Normatieve problemen: enkele schijnbare oplossingen
Normatieve disciplines (zoals moraalfilosofie of ethiek, politieke filosofie, rechtsfilosofie, recht)
zoeken oplossingen voor normatieve problemen.
 Er bestaat nooit 1 antwoord
 Normatieve problemen gaan over de vraag of een bepaalde handeling/regel/toestand of
maatregel toegelaten, verplicht of verboden moet worden.
o Onderscheid tussen gerelateerde en ongerelateerde normatieve problemen:
 Gerelateerd: sociale rollen en natuurlijke determinanten (= afstand, tijd, plaats, toeval,
aantal, talenten, middelen, hulpbronnen) zijn bepalend voor de oplossing van het
probleem
 Bv: Mag een politicus de verkeerswet overtreden? , Mag een arts in sommige
gevallen zijn beroepsgeheim doorbreken?
o Je kan geen goed antwoord geven zonder op de specifieke plichten van een
politicus (sociale rol) in te gaan of zonder bijkomende informatie over de
concrete omstandigheden waar de twijfelende arts zich in bevindt (natuurlijke
determinanten)
 Ongerelateerd: het probleem heeft betrekking op alle mensen, ongeacht hun sociale
rol of natuurlijke determinant
 Bv: Mag abortus? Mag ik een wapen dragen?
o Normatieve problemen los je op op rationale wijze
 Je ontwikkelt argumenten voor je positie die transparant zijn
 Je staat open voor kritiek en weerlegt bezwaren tegen jouw visie
 Negatief gesteld: je vermijdt beroep op geloof, emotie of een feitelijke toestand

1.1 Geloof
Geloof Het idee dat bepaalde handelingen, toestanden, regels of maatregelen goed of slecht
zijn omdat God deze wil of juist niet

 Je geloof mist een overtuigingskracht voor mensen met een ander geloof of geen geloof in een
opperwezen.
 Het verwijzen naar geloof om normatieve regels op te lossen leidt tot een merkwaardig dilemma
waarover de Griekse filosoof Plato het al had.
o Euthypro – Plato’s vroegere dialogen:
 Discussie tussen Socrates en Euthypro over de vraag hoe men het morele kan
verwoorden
 Euthypro staat op het punt om zijn eigen vader, die een slaaf liet vermoorden, aan
te klagen wegens moord. Dit is namelijk tegen de wet. Hij is ervan overtuigd dat
zijn actie moreel verantwoord is.  Hij noemt de aanklacht vroom = in
overeenstemming met de wil van God



1

, Moraalfilosofie
Elena Bombeke
o Dit leidt tot de meer algemene opvatting dat moreel verantwoord gedrag
datgene is wat de goden ons bevelen. Hij zegt dat de wil van God de redelijk
zelf is
 Socrates stelt hierop de sceptische vraag of het niet eerder zo is dat de goden gedrag
voorschrijven omdat het op zichzelf moreel is. Als het de redelijk zelf is dan is er geen
nood aan goden en hun wil, dan kunnen we die reden volgen buiten het aspect van
goden.
 Roept een probleem op waar filosofen en theologen tot op de dag vandaag over
discussiëren
 Socrates heeft 2 besluiten uit deze discussie
 God is willekeurig = zijn reden zijn onbekend
o Dan is de daad los van god noch kwaad noch goed
 God heeft zijn redenen, maar dan is God niet nodig
o De daad is op zichzelf immoreel

1.2 Emoties
Emoties, instincten, intuïties
 Zowel negatieve als positieve emoties kleuren onze normatieve opinie
 Dankzij emoties komen we ook in actie tegen onrecht en voor meer rechtvaardigheid.
 Emoties, intuïties hebben ook hun beperkingen:
o Morele gevoelens kunnen uitmonden in onbeheersbare immorele toestanden (wraak,
vergelding, morele walging)  normatieve problemen worden dan niet opgelost, maar
worden alleen maar erger
 Bv eigeninrichting: het recht in eigen handen nemen
o Onze emoties zijn niet altijd helder en geven vaak geen duidelijk normatief antwoord
 Is geen goede argumentatie  er is een motiveringsplicht = verreist rationele aanpak
o Onze morele intuïties zijn beperkt  bij nieuwe problemen is er geen duidelijk antwoord
 Onze emoties reageren op deze nieuwe problemen tegenstrijdig en onzeker
 Voor onze sentimenten zijn deze problemen te complex  ze haken af als betrouwbare
gidsen
 De constructie van morele oordelen is beter dan kant-en-klare intuïties

1.3 Feitelijke toestand
Verschil tussen feitelijke toestand en normatief oordelen
 Verklaren VS rechtvaardigen
 Begrijpen VS aanvaarden
 Voorspellen VS verwerpen

Normatieve oplossingen horen gebaseerd te zijn op onze beste kennis. (Liefst wetenschappelijk
onderbouwd)
 Normatieve oplossingen mogen zich niet bezondigen aan de ‘naturalistische drogreden’ (= je
trekt uit feiten normatieve lessen)
o Naturalistische drogreden is wanneer we feiten en normatief oordelen gaan verwarren.
o Door David Hume
o Bv: omdat het altijd zo was denk je dat het zo hoort te zijn

2

, Moraalfilosofie
Elena Bombeke
o Rechtsspraak of wetgeving als argument
 Beredeneerde oplossing zijn soms toch nog moeilijk te aanvaarden.

2. Normatieve problemen: de rationale benadering
Rationele benadering bij zoeken naar oplossingen van normatieve problemen
 Je verwijst niet langer naar geloof, emotie of feitelijke toestanden, maar je baseert je op logische
argumenten en wetenschappelijke feiten.
 Rationele benadering kan grote gevolgen hebben.
o Je kan vaststellen dat je redelijke oplossing in strijd is met je geloof, dat je gevoelens je
misleiden of dat die feitelijke toestand niet hoort te bestaan
 Je kan niet meer terug want de rede is onverbiddelijk
 Je kan niet zinvol beweren dat je verstand ongelijk heeft
 Zoekt naar beste argumenten voor een oplossing  ondanks alle emoties als gevolg
Voorbeelden
 Incest  4 argumenten pg 15
o Bescherming v/h gezin als een fundamentele sociale eenheid binnen de samenleving 
ieder zijn rol in gezin
o Bescherming van kwetsbare gezinsleden tegen minder nobele bedoelingen van oudere
gezinsleden
o Bedreiging van psychosociaal welzijn van potentiële nakomelingen en andere naasten
o Gezondheid van eventuele nakomelingen
 Kind verdrinken VS verhongeren pg 17
o Verschil: morele plicht en medemenselijkheid
 Die morele plicht ligt ook vast bij wet; verplichting mensen in nood helpen
o Singer ziet geen verschil
 De verschillen zijn emotioneel en feitelijk
 Haalt beginselen aan bod
 Alle mensen zijn gelijkwaardig
 Je moet mensen in nood helpen als je dit kant zonder zelf eronder te lijden
 Hongerdood en verdrinkingsdood zijn te vermijden
 Geen goede argumenten
 Andere kunnen het ook
 Er zijn 1000 andere hongerige kinderen
 Niet zeker of je geld naar die kinderen gaan  onderzoek doen
 Geografische afstand en psychologische afstand tot vreemd kind
o Probleem: alle mensen zijn gelijkwaardig
 Maandelijks vs eenmalig hulp
o Probleem: als dat kind terug in water valt ga je het terug helpen

2.1 Jeremy Bentham: de morele calculus
Jeremy Bentham
 Was een rationalist
o Raad af om terug te vallen op religie om te redeneren
 Je moet je baseren op notie van nut. De nut van leed, pijn, negatief nut of Positief nut, genot.
 Bentham + Beccaria strijde tegen ‘archaïsche’ strafrecht  lijfstraffen, doodstraffen,..
3

, Moraalfilosofie
Elena Bombeke
 Vroeg hij zich af wat er mis was met vervloekte seksuele praktijken die niemand schade
berokkenden, zoals homoseksualiteit en zelfbevrediging  alles oke
o Botsten op diepe gevoelens van walging en volkse behoefte aan zuivering
 Hij schonk zijn lichaam aan de wetenschap staat opgezet in een museum
o Reden: ziet geen nut in begraven
 Bentham verzette zich tegen irrationele morele emoties als leidraad van normatief handelen.
o Alleen redelijke beginselen konden de normatieve beslissingen van individuen en wetgevers
rechtvaardigen
 Volgens Bentham zijn handelingen goed als ze het geluk van individuele mensen bevorderen.
 Introductie idee panopticum
o Gevangenis waarbij 1 bewaker alle gevangene kan zien
 Utilitarisme: The greatest happiness for the greatest number
o = hedonistisch: geluk van mensen  plezier vermeerderen en verdriet of pijn verminderen
 Positieve nut vorderen en negatieve nut beperken.
 Hedonisme gaat uit dat mensen plezierzoekers zijn, niet graag leed ervaren
 Kritiek: Men moet de nutbalans kunnen becijferen, maar is heel moeilijk. 
bevrediging niet hetzelfde voor iedereen
 BV: dwergwerpen; Franse overheid zegt dat dit niet kan i.v.m. mensenrechten.
Bentham vindt dit positief nut, ied is gelukkig.
 BV: dierenleed: Bentham was de allereerste dierenactivist. Er is hier negatief nut,
de dieren worden gekweld voor hen dood.
o = consequentialistisch: je moet alleen kijken naar de gevolgen/nut van een daad, niet naar
de achterliggende bedoeling of intentie
 Alleen jij kent de intenties maar deze spelen geen rol
 Botst met onze diepste instinctieven.
 BV: moeder Theresa zag in leed een betekenis. Haar intenties zijn goed; wou de wereld
beter maken. Maar ze raadde pijnstillers af want lijden is voor het grotere goed.
Daarom zou Bentham zeggen dat ze het verkeerde doet, het negatieve nut vordert.
 BV: tramdilemma: 5 VS 1 dood
 BV: zelfrijdende auto in ongeval situatie
 Resultaat telt
o = nominalistisch: er bestaan alleen individuele nutsbalansen
 Rekenkundige som balansen bepaalt normatieve karakter handeling
 Hij vond dat je de pijn en plezier eenheden van elk individu bij elkaar mocht
optellen. Je mocht dus niet naar een gemiddelde kijken. Maar hierdoor
rechtvaardig je dingen die niet kunnen.
 Totaalsom pos : handeling is goed
 Totaalsom neg : handeling slecht
 BV:2 studenten in de US. Beslissen een anders student om te brengen omdat hij niet zo
slim was. Voor hen was het een spelletje, ze vroegen zich af of ze er achter ouden
komen dat zij de daders waren. Dus er is weinig leed, niemand gaf om het slachtoffer,
weinig negatief nut; maar de 2 studenten hebben er veel plezier aan.
 BV: Russische nihilist (Repin), zegt dat men zijn eigen moeder mag doden als er nut in
zit.
 Moral monstrosity; je krijgt monsterlijke situaties  botst met morele intuïties

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nolwennheyvaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.23
  • (0)
  Add to cart