100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Statistiek $8.13   Add to cart

Summary

Samenvatting Statistiek

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document is een samenvatting van de cursus, aangevuld met mijn notities. Ik was in eerste zit geslaagd met een 14.

Preview 4 out of 90  pages

  • April 7, 2024
  • 90
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
STATISTIEK
Hoofdstuk 1 niet voor examen!


Hoofdstuk 2: Inleidende begrippen
1. Inleiding:
Objecten/onderzoekseenheden/cases = de personen of zaken over wie je iets zegt in
criminologisch onderzoek
 Bv. eerstejaarsstudenten, misdaadartikelen…
Variabelen = kenmerken van het object/ de onderzoekseenheid
 Bv. de gemiddelde leeftijd, de lengte…
 Afhankelijke variabele = de variabele waarover je een voorspelling doet/hetgeen dat
onderzocht wordt
 Onafhankelijke variabele = de variabele waarvan je gaat meten of ze een verandering
veroorzaakt bij de afhankelijke variabele
Overgeneralisatie = wanneer we ons niet houden aan de onderzoekspopulatie die we op
voorhand hebben gedefinieerd !!
 Bv. Belgen tussen de 15 en 90 jaar is onze doelgroep
Onderzoekspopulatie = de verzameling individuen waarover we uitspraak willen doen
 Steekproef/sample = een staal uit de onderzoekspopulatie die we werkelijk ondervragen
o Reden: kan niet ied v/d onderzoekspopulatie ondervragen
o Moet toevalsgewijs (= willekeurig) en representatief (= de kenmerken v/d
steekproef moeten evenredig zijn met de relevante kenmerken van de
onderzoekspopulatie) zijn
 Selecte steekproef= Niet willekeurige steekproef
o Niet representatief, d.w.z. dat een bepaalde groep oververtegenwoordigd is, en een
andere ondervertegenwoordigd
 Respondenten = De personen zelf die we uiteindelijk bevraagd hebben
o = zijn een deelverzameling v/d onderzoekspopulatie
 Moet nauw afgebakend zijn


2. Beschrijven, schatten en veralgemenen als statistische bedrijvigheid:
DEFENITIE statistiek = het geheel van regels en procedures om gemeten kenmerken te verwerken
2 soorten: Beschrijvende statistiek en Inductieve of inferentiële statistiek
1. Beschrijvende statistiek: het beschrijven v/d onderzoekseenheden, de kwantitatieve
beschrijving van nieuwe fenomenen, kenmerken v/d steekproef

1

,  DEF: overzichtelijk en samenvattend of op synthetische wijze kenmerken die voorkomen
in een onderzoekspopulatie weergeven wnr we niet alle eenheden kunnen bevragen
 Bv. onveiligheidsgevoel volgens de verzorgdheid van de buurt (het ligt hoger in
onverzorgde buurten, = pure beschrijving)
 BEPERKINGEN doordat het veel gegevens zonder verlies aan info overzichtelijk wilt
weergeven !!
o Gegevens om de onderzochte groep te beschrijven kunnen NIET veralgemeend
worden naar andere groepen, tijden. Ze is enkel geldig voor de onderzoekspopulatie
o Het kan NOOIT causaliteit bewijzen, maar omgekeerd als er een causale relatie is
moet er statistisch verband zijn
 Kan een idee geven v/d samenhang van kenmerken = veronderstellingen = leidt tot
hypothesen
 Gegevens worden gecategoriseerd, gemeten, vergeleken en tegenover elkaar afgezet
o Welke gemaakte categorieën, wat met wat vergeleken wordt, manier van meten
wordt bepaald door de wetenschappelijke theorie die men gebruikt
 Is reductionistisch: rijke info wordt herleid tot naakte cijfers
o Reden: is het begin v/e reeks vragen die de criminoloog stelt


2. Inductieve of inferentiële statistiek: veralgemenen van de gegevens die verzameld zijn door de
steekproef, naar de onderzoekspopulatie waaruit ze getrokken werden
 PROBLEEM: Kan de steekproef veralgemeend worden tot de totale onderzoekspopulatie?
 Toetsbare stellingen= geformuleerde veronderstellingen = hypothesen
o Noodzakelijk hierbij: vakliteratuur onderzocht en vorming v/e theorie
o DEF hypothesen: specifieke stellingen betreffende causale relaties tussen 2 of meer
concepten die afgeleid zijn uit de theorie
o 3 soorten hypothesen: onderzoekshypothese + nulhypothese + alternatieve hypothese
 Onderzoekshypothese: formuleert de betrokken stelling in positieve zin, dus in
de richting v/d verwachtingen van de onderzoeker (af te leiden uit opgave)
 Nulhypothese H 0 :de hypothese dat er geen verband bestaat tussen de
variabelen  een omkering van de onderzoekshypothese
 Bv geen verband tussen geslacht en slachtofferschap van seksueel geweld
 Alternatieve hypothese H a : indien er wel een verband is, mag de nulhypothese
verworpen worden -> klopt (voorlopig) de onderzoekshypothese, deze heten we
dan de alternatieve hypothese
 We toetsen een hypothese via de nulhypothese. Hypotheses zijn nooit definitief
bewezen, ze kunnen weerlegd worden. Wnr de nulhypothese niet klopt achten
we de hypothese als correct
 Hypothesen testen = verbanden onderzoeken



2

,3. Statistiek en de beantwoording van beschrijvende en verklarende onderzoeksvragen:
Soorten onderzoeksvragen !!
Beschrijvende Verkennende Verklarende
onderzoeksvraag onderzoeksvraag onderzoeksvraag
DEF: Kwantitatieve DEF: Aftasten van DEF: Verschillen of
beschrijving van een (nieuwe) veranderingen in
fenomeen veronderstellingen/ uitkomstvariabelen
Gaat voorkomende kwantitatieve verklaren vanuit de
verschijnselen opsommen verkenning v/h kenmerken v/h theoretisch
en mogelijk in verband fenomeen paradigma = statistisch
legen met andere “Is er een verband verklaren van verschillen
verschijnselen zonder tussen…?” tussen eenheden door
verklaring kenmerk(en) v/d eenheid
Tussen beschrijvende
Gebruikt beschrijvende en verklarende Is het meest complex
statistiek onderzoeksvraag.
Makkelijkst
De eerste stap in een onderzoek is info verzamelen en dus gebruik maken van de
beschrijvende en verkennende. Daarna kunnen we over gaan naar de verklarende.
Probleemstelling moet nauwkeurig afgebakend worden want het geeft richting aan het
onderzoek, bepaalt resultaten


4. Statistische eenheden:
 DEF: onderzoekseenheden waar men een uitspraak over wil doen, die eenheden hebben
kenmerken  variabelen
 Verschil impliceert onzekerheid
o We willen deze onzekerheid modeleren of voorspellen en gaan dus onderzoek doen
o We gaan uitspraken doen in termen van waarschijnlijkheid  nooit 100% zeker
 Kenmerken: variabiliteit en centraliteit
 Variabiliteit/spreiding (= veranderbaarheid, diversiteit, verschillen): wordt uitgedrukt in
spreidingsmaten:
o De eenheden die we onderzoeken moeten verschillen op relevante kenmerken
o CRUCIAAL: per kenmerk moet er minstens 2 verschillende waarden zijn + de eenheden
moeten verspreid zijn over de categorieën of waarden v/d kenmerken
o Bv: de verschillende onderzoekseenheden plegen met andere frequenties criminaliteit
o DEF constante: een kenmerk dat niet varieert of een kenmerk waarop alle eenheden
dezelfde waarde hebben  niet bruikbaar in statistiek  er is zekerheid
o Er moet voldoende spreiding zijn binnen de variabelen, wanneer er onvoldoende
spreiding is binnen de verschillende variabelen (=wanneer kenmerken zich vooral

3

, concentreren in 1 bepaald onderscheid) kunnen we een kenmerk indien nodig
schrappen, eenheden in de steekproef vergoten of probleemstellingen herzien
 Binnen de criminologie vaak problematisch bv. de spreiding van slachtoffers,
daders, gevangenen concentreren zich op 1 bepaald onderscheid
 Centraliteit: geeft grote tendensen weer: de modus, de mediaan…


5. Univariate, bivariate en multivariate beschrijvende analyse:
Soorten analyses zijn afhankelijk van het aantal variabelen die je erbij wilt betrekken:
 Univariate analyse: analyse van 1 kenmerk dat varieert
o Gaat de verdeling v/e kenmerk accuraat beschrijven
o Gebruikt maten van centraliteit en spreiding
 Bivariate analyse: bestudeert samenhang tussen 2 kenmerken, 2 kenmerken van buurten
beschouwen we als 2 onderzoekseenheden (bv. criminaliteitsniveau en
werkloosheidsniveau)
o Is geïnteresseerd in de correlatie/samenhang. Hoe verschillen in 1 variabele
samenhangt met verschillen in een andere variabele
 Multivariate/multivariabelen analyse: bestudeert de samenhang tussen 3 of meerdere
kenmerken
o Gebruikt regressiemodellen !!
 Belangrijkste, je moet met alle variabelen rekening houden in een analyse! Het volstaat niet
om enkel een relatie tussen 2 kenmerken te bestuderen
Opletten!
 Univariate en bivariate volstaan niet  kan anders tot foute conclusie leiden
 Je voorspelt op basis van gegevens, die kunnen correct of vals zijn


Statistische analysetechnieken zijn dependent of niet-dependent:
- dependent: we veronderstellen een oorzaak-gevolg relatie
- niet-dependent: we veronderstellen geen oorzaak-gevolg relatie (enkel samenhang)
 de samenhang tussen variabelen is dus niet altijd causaliteit!


6. Meetniveaus van variabelen:
De wijze waarop je variërend kenmerk meet bepaalt het meetniveau v/d variabele
HIËRARCHIE
 Het meetniveau bepaalt welke statistische analysetechnieken mogelijk zijn
o Hoe hoger het meetniveau hoe meer mogelijkheden Ratio
 Het meetniveau bepaalt de wijze waarop gegevens grafisch weergegeven Interval
worden, de parameters + de analysetechnieken die men mag gebruiken
Ordinaal
 Altijd zo hoog mogelijk meetniveau gebruiken
o Sommige kenmerken kan men niet in meetniveau verhogen: geslacht Nominaal
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nolwennheyvaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.13
  • (0)
  Add to cart