H 1,2,5,6,8,9,10
January 7, 2019
20
2018/2019
Summary
Subjects
sportwereld voor het hbo
sportkunde
sport en bewegen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
sportkunde / sport- en bewegingseducatie
Sportkunde
All documents for this subject (8)
1
review
By: floriszwart1 • 5 year ago
Seller
Follow
robin-45
Reviews received
Content preview
De sportwereld voor het HBO
Hoofdstuk 1: Wat is sport?
Sport kan op 2 manieren gedefnieerd worden:
1. Essentalistssh: ‘’Sport word primair besshouwd als een ‘eigen’ wereld, waarvan de
bijzondere kenmerken onafankelijk geasht worden van historisshe-sulturele en sosiaal-
maatsshappelijke verbanden.’’
- Wat is het eigene van sport?
- Waarin onderssheid sport zish van andere maatsshappelijke insttutes en astviteiten,
zoals arbeid, onderwijs en kunst.
2. Instrumenteel: Sport is een middel om andere, buiten de sport gelegen doelen te realisteren.
Desportare: Latjns woord voor sport. Betekend ‘zish verstrooien’, ‘zish ontspannen’
Sport: Sport is een vaardigheidsspel gerisht op het bereiken van een bepaald doel, waarbij fysieke
kwaliteiten van de mensen worden getest in wedstjdvorm en waarbij gespeeld wordt volgens regels,
binnen insttutonele kaders.
Aantal kenmerken uit de defnite van sport uitgewerkt:
Sport is een vaardigheidsspel; om te kunnen sporten moet men besshikken over een aantal
vaardigheden. Vooral fysieke vaardigheden (dit is te verbeteren d.m.v. training).
De sporter probeert en bepaald doel te bereiken; voorbeelden van doelen zijn ‘het eerder
bereiken van de fnish dan de sonsurrent’, ‘meer doelpunten ssoren dan de tegenstander’.
Dit word het intrinsieke doel genoemd. Intrinsiek: het heef met de sport zelf te maken en iet
met het motef waarom mensen een sport beoefenen, zoals geld verdienen of gezondheid
(extrinsieke doelen.)
Sport heef een fysiek karakter;
1. Een sport doet beroep o het lishamelijke vermogen van een mens. De lishamelijke
astviteit is dominant (zoals bij handbal, voetbal en niet bij sshaken). Ook al zijn de
hersenen astef bij sshaken en gaat de stofwisseling omhoog door spanning.
2. Ook gaat het er niet om de intente om de bewegingshandeling te verbeteren, om
een sterkere speler te worden. Hierbij word onderssheid gemaakt tussen
verplaatsend en niet-verplaatsten bewegen. Verplaatsend bewegen: het lishaam of
bepaalde voorwerpen verplaatsen.
Bij een fysiek karakter speelt sognite een belangrijke rol. Voorbeeld ‘een slim steekpasje van
Van Persie’.
Bij sport is er sprake van testen in wedstrijdvorm; sompettef.
Bij dit aspest word vaak naar het begrip spel verwezen. In het Engels ‘game & play’.
Play: speelse houding. Dit is niet gebonden aan één bepaalde astviteit. Kenmerkend zijn
vrijheid en belangeloosheid. Er is geen extrinsiek doel. Speler heef de vrijheid om middelen
in te zeten die spontaan opkomen, bijvoorbeeld een spelend kind dat een zandkasteel
bouwt.
Game: er is sprake van intrinsieke en extrinsieke doelen. Dit spel kent regels. Element van
strijd en sompette komt duidelijk naar voren (agonale games). Agonaal komt van het griekse
woord agon (strijd/sompette).
Conslusie: Sport kan gezien worden als spel, maar dan vooral in de betekenis van game: een
gereguleerd spel, met vaststaande middelen, met een intern doel dat gekenmerkt word door
sompette en het oplossen van bewegingsproblemen.
, Elke sport heef regels; Elke sport heef regels nodig om het goed te laten verlopen.
Consttuerende regels van sport zijn;
1. Regels over wie de wedstjd wint
2. Regels over de bewegingsteshnieken die gehanteerd moeten worden
3. Regels over middelen die gebruikt mogen/moeten worden (balsoort, materiaal)
4. Regels voer de ruimte en de tjd waarbinnen de sport beoefend mag/moet worden.
Bij sport is er altjd sprake van insttutonalisering.
Insttutonalisering: sport heef een bepaalde verspreiding en organisategraad nodig.
Organisate: een gestrustureerd samenlevingsverband dat bewust tot stand is gebrasht om
een bepaald doel of bepaalde doelen te bereiken. Twee kenmerken van een organisate:
- Er is sprake van een arbeidsverdeling waarbij taken en bevoegdheden worden
onderssheiden en toegewezen.
- Coördinate in een organisate is noodzakelijk om als geheel te blijven funstoneren.
Er zijn 3 soorten strusturen te onderssheiden in elke organisate:
Mashts- en gezagsstrustuur: elk deel en elke funstonaris binnen de organisate staan in een
bepaalde verhouding tot het sentrale gezag.
Taakstrustuur: een bepaalde funsteverdeling. Bijvoorbeeld funstes op het gebied van
fnansinn, sommersie, wedstrijdzaken, enzovoorts.
Middelenstrustuur: elke organisate heef middelen waarover de partsipanten kunnen
besshikken om de doeleinden van de organisate te realisteren. Bijvoorbeeld: stadion,
trainingsvelden.
De harde kern van sport wordt gevormd door physisal games: fysieke spelvormen met een wedstjd
karakter. Er zijn 2 soorten astviteiten:
1. Non-physisal games: spelvormen met als kenmerk vaardigheden, een doel, sompette, regels
en insttutonalisering. Maar zonder fysieke astviteit in de zin van verplaatsend bewegen.
Bijvoorbeeld: sshaken, dammen, bridge.
2. Physisal astvites: bewegingsastviteiten, zonder sompette. Voorbeelden zijn ftness,
fetsen, wandelen of zwemmen in de zee.
Deze drie begrippen worden aangeduid met het begrip Sportamilie. Hierbij is de harde kern van
sport, de physical games, als de stamvader van de sportamilie.
Sport kan op versshillende manieren worden ingedeeld;
Resultaat georinnteerde en vorm georinnteerde sporten;
Hierbij gaat het om het resultaat (refereed sport) en om de teshniek (judged sport). Hybride
sport zijn sporten die elementen met zish meedragen van de refereed en judged sport.
Asteve en passieve sportbeoefening; astef (sport zelf beoefenen). Passief (sport kijken op
tv, in de krant)
Topsport en breedtesport; topsport (beoefenen op hoog niveau, soms geld mee verdienen)
breedtesport (op laag niveau)
Nog 2 extra sporten:
1. Beroepssport: sportbeoefening is werk en inkomstenverwerving.
2. Amateursport: sporter beleefd genoeg aan de sport zelf en heef er plezier in en wilt
gezondheid op peil houden.
Bij sport kunnen we twee moteven onderssheiden:
Motef: datgene wat mensen drijf of beweegt om iets te doen of te laten.
1. Intrinsieke; moteven die verband houden met de sport zelf. Plezier hebben (intern doel)
2. Extrinsieke; sosiaal en individueel (2 soorten extrinsieke moteven). Beweegredenen die
buiten de sport liggen (bijvoorbeeld gaan sporten om de mensen die daar izjn.)
, Voorbeelden van individuele moteven:
- Sshoonheid - Sosiale sontasten
- Gezondheid - Status (gewaardeerd worden)
- Welzijn ‘lekker in je vel ziten’ - Geld
Voorbeelden van sosiale moteven;
- Gezondheid
- Pedagogissh; sport draagt bij in de ontwikkeling van bepaalde karaktereigensshappen bij
kinderen.
- Sosialiserend
- Sosiaal-integratef; sport draagt bij aan de integrate van minderheden in de Nederlandse
samenleving. Bijvoorbeeld gehandisapte of alloshtonen.
- Politek; sport kan ingezet worden om bepaalde overheidsdoelstellingen te realiseren.
- Esonomissh; werknemers die sporten na hun werk, zijn vaak minder ziek.
Hoofdstuk 2: Gesshiedenis van de moderne sport
Bij de introduste en organisate van de Engelse sporten speelden hora en media een belangrijke rol.
Zijn namen de initateven om zelf wedstrijden te organiseren zoals in tennis en wielrennen. Daar
werd direst en indirest geld mee verdient (extrinsiek doel).
- Verhoging van horesa omzet
- Exslusieve kopij: verhoogde oplages van kranten
- Gokinkomsten
Vooral jongen mensen uit hogere sosiale klassen en standen behoefden de nieuwe Engelse sporten.
Onderssheiden van lage klassen en standen die zish vooral bezig hielden met meer traditonele
Hollandse sporten.
Wielrennen was in haar ontstaan fase in tegenstelling tot onze tjd een exslusieve bezigheid voor de
gegoede burgerij en soms zelfs adellijke families. 1871 wielrenverenging Immer Weiter uit Deventer
alleen leden uit de sosiale bovenlaag.
1892 het eerste grote sportevenement in Nederland vond plaats in Ssheveningen: de Internatonale
Sport- Visssherij- en Paardententoonstelling. Dit evenement had sporteve en sommersinle
doeleinden. Er was een exposite en er werden wedstjden gehouden in diverse sporten met
internatonale bezetngen. (4500 sporters, 600.00 toesshouwers).
Er werd een opvoedkundig verantwoordelijke sport ontwikkeld: Korfal, onderwijzer Niso
Broekhuysen kwam per toeval op deze sport. Hij was op een songres in Zweden waar door
Amerikanen het basketbal werd gedemonstreerd. (Basketbal in 1891 in Springfeld op een YMCA-
sshool ontwikkeld door James Naismith). Op het songres waren te weinig mannen aanwezig
waardoor ook vrouwen mee moesten spelen met Ringball (variant).
- Korfal werd zo opgerisht dat lishamelijk sontast vermeden was
- De eshte tegenstander iemand van het eigen sekse
- Regels dat je niet mosht lopen met de bal
- Dat ging individualisme tegen en bevorderde de samenwerking met anderen
Pim Mulier:
- Aan het einde van de 19e, begin 20e eeuw sshoten sportverenigingen als paddenstoelen uit de
grond.
- Ook ontstonden overkoepelende sportbonden die zorgdroegen voor de standaardisate van de
sporten en voor natonale en internatonale sompettes. De basis voor natonaal en internatonaal
sportstelsel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robin-45. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.