Zeer volledige samenvatting aan de hand van de leerdoelen uit het competentieboek. Uitgewerkt aan de hand van de hoorcollegesheets en de voorgeschreven literatuur.
Te beoordelen of het mogelijk is om een boedeltekort te verkleinen door het instellen van
een vordering uit onrechtmatge daad, de acto pauliana of bestuurdersaansprakelijkheid.
Te adviseren over de succeskansen van het instellen van een acto pauliana, of een vordering
uit hoofde van onrechtmatge daad of bestuurdersaansprakelijkheid.
Actualiteiten te analyseren aan de hand van de in deze week centraal staande onderwerpen.
Door partjen ingenomen standpunten in verband te brengen met de in deze week centraal
staande onderwerpen en deze aan de hand van de theorie te beoordelen.
1. Te beoordelen of het monelijk is om een boedeltekort te verkleinen door het instellen van een
vorderinn uit de actio pauliana, de onrechtmatine daad of bestuurdersaansprakelijkheid.
Boedeltekort verkleinen: rechtshandelingen terugdraaien ten behoeve van de boedel.
2. Te adviseren over de succeskansen van het instellen van een actio pauliana, of een vorderinn uit
hoofde van onrechtmatine daad of bestuurdersaansprakelijkheid.
Actio Paulianaffaillissementspauliana:
Art. 42-51 verlenen de curator exclusieve bevoegdheid om rechtshandelingen, die de schuldenaar
voor het faillissement heef verricht, te vernietgen.
Vernietging: gelden en/of goederen die voor het faillissement uit het vermogen zijn gegaan,
moeten worden ‘teruggegeven’ aan de curator en derhalve terugkeren in het vermogen.
Soms kan ook vernietging worden ingeroepen op andere gronden: onbekwaamheid,
bedreiging, dwaling.
Feitelijke handelingen kunnen niet worden vernietgd o.g.v. pauliana, evt. wel o.g.v.
onrechtmatge daad. het moet echt gaan om een koop ovk o.i.d., zie art. 3:33 BW (wil en
verklaring)
Voorbeeld: goederen feitelijk aan het vermogen van de schuldenaar ontrokken.
Voorbeeld: omzetting van stl pandrecht in een vuistpandrecht.
Er zijn 3 soorten rechtshandelingen die voor vernietging in aanmerking komen.
1. Vernietging van de onverplichte rechtshandelingen om baat
2. Vernietging van de onverplichte rechtshandeling om niet
3. Vernietging van de verplichte rechtshandeling
1. Vernietininn van de onverplichte rechtshandelinn om baat, art. 42 lid 1 & 2 jo. art. 43 Fw:
- Rechtshandeling om baat
- Die door de schuldenaar voor het faillissement onverplicht zijn verricht
- Waardoor de schuldeisers zijn benadeeld
- Wat de schuldenaar en zijn wederpartj wisten of behoorden te weten
Cumulateve vereisten!
Onverplicht verricht: rechtshandelingen die verricht zijn zonder dat daartoe een rechtsplicht
bestond. HR: ‘ook al is de feitelijke situate zo dat de schuldenaar praktsch niet anders
kon doen dan de aangevochten rechtshandelingen verrichten’; feitelijke dwang of
economische noodzaak schept geen rechtsplicht. Bijv: een schuldenaar die in moeilijke
financille omstandigheden een nieuwe kredietovereenkomst sluit om zijn bedrijf te redden,
doet dat zonde rechtsplicht, ook al ziet hij feitelijk geen andere mogelijkheid.
, Bewijslast ligt op de curator moeilijk om aan te tonen dat er geen rechtsplicht
bestond. Zal veelal moeten volstaan met het gemotveerd betwisten van iedere
rechtsplicht, waarna de aangesproken wederpartj van de schuldenaar alsnog tracht
aan te tonen dat er voor de rechtshandeling een rechtsplicht bestond.
Benadeling: schuldeisers ontvangen minder dan zonder de rechtshandeling het geval zou zijn
of hun mogelijkheden tot verhaal worden benadeeld (vestgen hypotheek/pandrecht). Het
vermogen van de schuldenaar wordt door de rechtshandeling negatef of negatever:
vermogensvergelijking = het vermogen van de schuldenaar vóór de gewraakte
rechtshandeling wordt vergeleken met het vermogen daarna.
Is het vermogen van de schuldenaar voor en na de rechtshandeling positef, dan
kunnen de schuldeisers voor en na de rechtshandeling volledig worden voldaan zij
zijn niet benadeeld.
Is het vermogen door de transacte niet veranderd, maar de rangorde van
crediteuren wel, dan kan er wel sprake zijn van benadeling. bijv. een crediteur
verkrijgt zekerheden waarop hij zich exclusief kan verhalen en de andere crediteuren
niet meer.
Voorbeelden:
1. De schuldenaar met een negatef vermogen verkoopt een goed aan een derde voor een te
lage prijs. Het vermogen van de schuldenaar is daardoor nog negatever geworden. Het
vermogen is namelijk verminderd met het bedrag dat te weinig werd betaald. Het
uitkeringspercentage voor de schuldeisers daalt. Zij zijn benadeeld.
2. De schuldenaar betaalt een schuldeiser gedeeltelijk (voor 30%) tegen kwijtng voor de
gehele vordering. Het uitkeringspercentage van de overblijvende schuldeisers gaat niet
omlaag, maar omhoog: de schuldenaar betaalt een van zijn schuldeisers 30% tegen kwijtng.
De overige schuldeisers worden niet benadeeld (juist bevoordeeld), indien de schuldenaar
zijn schuldeisers na de transacte meer kan betalen dan 30%.
3. Een financier leent een schuldenaar met een negatef vermogen een geldsom met als
zekerheid pandrechten op alle goederen van de schuldenaar. De actva en de passiva van de
schuldenaar nemen toe met (hetzelfde) bedrag als van de lening. De schuldenaar gebruikt
het ontvangen bedrag geheel om een deel van zijn concurrente schuldeisers te betalen. Het
negateve vermogen blijf hierdoor ongewijzigd: de lening en het tenietgaan van de vordering
vallen tegen elkaar weg. De geldlening en aansluitende betaling aan de schuldeisers doen het
negateve vermogen dus niet verder afnemen. Toch is er sprake van benadeling: de financier
kan zich verhalen op de verpande goederen, de overige schuldeisers niet meer. (de rangorde
wijzigt!).
Wetenschap van benadeling: ten behoeve van elke rechtshandeling: wetenschap moet
aanwezig zijn bij schuldenaar dat benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn van de
rechtshandeling (art. 42 lid 1).
Bij art. 42 lid 2, rechtshandeling om baat: wetenschap moet aanwezig zijn bij zowel de
schuldenaar als de wederpartj.
Wanneer is er sprake van die wetenschap?
Het bewustzijn naar objecteve maatstaven gemeten, nadere invullen volgt uit HR Van
Dooren/ABN AMRO III (niet verplicht): de wetenschap doet zich voor indien ten tjde van de
handeling het faillissement en een tekort daarin met een redelijke mate van
waarschijnlijkheid waren te voorzien voor zowel de schuldenaar als degene met of jegens wie
de schuldenaar de rechtshandeling verrichte.
Wetenschap doet zich niet voor indien er slechts sprake is van een kans op
benadeling: HR Pellicaan/Ontvanger (niet verplicht)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnevandermeule. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.