100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Tentamen Organisatie en omgeving $12.84   Add to cart

Summary

Samenvatting Tentamen Organisatie en omgeving

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat aantekeningen van zowel de hoor- als werkcolleges en is aangevuld met de verplichte literatuur vanuit het boek. Belangrijke begrippen en concepten die terugkomen in je tentamen worden hierin behandeld. Al met al alles wat je nodig hebt om een mooi resultaat te behalen om je ...

[Show more]

Preview 4 out of 37  pages

  • April 8, 2024
  • 37
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Organisatie & Omgeving samenvatting tentamen

Wet van de vraag= als er sprake is van 2 identieke producten, zal de verkoop
van het ene product toenemen naarmate de prijs van dat product daalt en de
prijs van het andere product gelijk blijft

Prijselastische vraag= het verlagen van de prijs kan resulteren in een stijging
van de verkopen

Totale kostenfunctie: geeft de relatie weer tussen de totale kosten die gemaakt
zijn en de geproduceerde output binnen een bepaalde periode
- Efficiënte relatie= verhouding tussen het toenemen van de productie en het
toenemen van de kosten: wat de laagst mogelijke totale kosten zijn die een
bedrijf heeft bij een bepaalde output

Vaste kosten= kosten die constant blijven wanneer de output toeneemt
Variabele kosten= kosten die toenemen wanneer de output ook toeneemt
- Semi-vaste kosten= kosten die vast zijn binnen een bepaald bereik een
variabel op andere bereiken
- Of kosten vast of variabel zijn, hangt af van de periode waarin de beslissing
over de output genomen wordt

Gemiddelde kostenfunctie: gemiddelde kosten per eenheid
- Totale kosten / output TC / Q

Schaalvoordelen/ economies of scale= wanneer de gemiddelde kosten per
eenheid dalen als de output toeneemt

Schaalnadelen/ diseconomies of scale= wanneer de gemiddelde kosten per
eenheid stijgen als de output toeneemt

Constante schaalvoordelen (constant returns to scale)= wanneer de
gemiddelde kosten per eenheid gelijk blijven als de output stijgt

Minimum efficiënte schaal= het laagste outputniveau waarbij schaalvoordelen
verkregen kunnen worden

Marginale kosten= kosten die extra ontstaan wanneer er precies 1 eenheid
meer geproduceerd wordt
- Incrementele kosten

Gemiddelde kosten en marginale kosten
- Als de gemiddelde kosten afnemen bij een toename in output, zijn de
marginale kosten lager dan de gemiddelde kosten
- Als de gemiddelde kosten toenemen bij een
toename in output, zijn de marginale kosten hoger
dan de gemiddelde kosten
- Als de gemiddelde kosten het minimum punt
bereiken, zijn de marginale kosten gelijk aan de
gemiddelde kosten

Compenseren/ offsetting= als variabele kosten
stijgen wanneer de output toeneemt

,Verzonken kosten= kosten die niet vermeden kunnen worden
- Niet hetzelfde als vaste kosten

Vermijdbare kosten= kosten die wel vermeden kunnen worden door andere
keuzes te maken

Prijselasticiteit= hoe gevoelig de vraag is voor prijsveranderingen

Om meer eenheden te verkopen, moet een bedrijf zijn prijs verlagen er
ontstaan extra opbrengsten, maar bedrijf verliest ook opbrengsten doordat
eenheden tegen hogere prijs verkocht hadden kunnen worden opbrengsten-
vernietigingseffect
- Marginale opbrengsten zijn hierdoor altijd lager dan de prijs

Strategie= beslissingen voor de lange termijn, beslissingen over boundaries,
markets, positioning, en de interne organisatie, die gezamenlijk het succes of
falen van een onderneming bepalen

Boundaries of the firm: gaan over wat de onderneming doet
- Horizontaal: hoe groot is het bedrijf, welke markt wordt bediend
- Verticaal: wat doet het bedrijf zelf, wat is uitbesteed
- Corporate: de set van ondernemingen die verschillende markten bedienen

Markets and competitive analysis= het begrijpen (en analyseren) van de
markten waar je actief bent
- Positioning and dynamics: hoe en waarom de onderneming concurreert en
hoe de onderneming middelen en bekwaamheid krijgt om te kunnen
(voort)bestaan
- Internal organization: de inrichting van de onderneming om de strategie te
kunnen uitvoeren en het toewijzen en gebruiken van middelen (resources)

Verticale integratie= het opnemen in het bedrijfsproces van een andere stap
uit de productieketen of het dienstenproces
- Bedrijf neemt bijv. leverancier over
- Niet altijd de beste oplossingen: door specialisatie als er organisaties zijn die
zich focussen op een bepaalde productiestap, kunnen ze die productiestap
veel efficiënter uitvoeren dan een organisatie die alles tegelijk en zelf doet

Business in 1840
- Voornamelijk familiebedrijven, hoge mate afhankelijk van tussenpersonen,
veel bedrijfsrisico, informatie moeilijk toegankelijk
- Gebrekkige infrastructuur op alle domeinen
- Transport: schip, paard en wagen, lange reizen, veel risico
- Communicatie: post, hoge kosten, duurt lang
- Financiering: krediet, voor kleine bedrijven moeilijk, veelal op basis van
sociale relatie en niet op bedrijfsplan

- Bedrijven waren gedwongen om in kleine lokalen markten te werken
investeren in productie op grote schaal te risicovol
- Technologie verhinderde dat de productie veel verder ging dan de traditionele
niveaus op lokale markten.
- Groeiende markt en technologische ontwikkelingen waren een voorwaarde om
de snelheid en volumes van de productie verbeteren en vergroten

,- De beperkte transport- en communicatie-infrastructuur zou investeringen in
grootschalige productie te riskant hebben gemaakt, zelfs als de
productietechnologie dit zou toelaten.
- Marktvraag en technologische ontwikkeling waren nodig voordat er op hoge
snelheid en in grote hoeveelheden geproduceerd en gedistribueerd kon
worden.

Infrastructuur
- Het ontbreken van een moderne infrastructuur beperkte de economische
activiteit in 1840 slechte communicatie- en transportinfrastructuur hoger
risico voor bedrijven om op een te grote markt te opereren minder productie
op grote schaal
- Transport, communicatie en financiering die het bedrijf nodig heeft voor het
produceren en leveren van producten

Communicatie
- Via post paard en wagen

Business in 1910
- Opkomst van massaproductie en grote ondernemingen, georganiseerd als M-
structuur, multidivisonal en verticale integratie
- Grote nadruk op treinverkeer
- Telegraaf/telefoon zorgt voor snellere communicatie
- Hogere mate van standaardisatie doordat er nieuwe technologieën waren
- Financiering wordt beter toegankelijk en aandelen van grote ondernemingen
worden verhandeld

- Opkomst massaproductie en verbetering van distributie bedrijven
gedwongen om te reorganiseren en horizontaal en verticaal te integreren
- Collusie (geheime samenwerking tussen bedrijven) nam toe door de
groei van verticale en horizontaal geïntegreerde bedrijven

Multi-Divisional Form (M-form)= er is een overkoepelend management
aanwezig (de bovenkant van de M die alles bindt), en daaronder opereren
allemaal semi-autonome divisies die deels aangestuurd worden door het
overkoepelende management en deels zelf beslissingen maken (onderkant van
de M)

Nieuwe technologieën maakten een groter volume van gestandaardiseerde
productie mogelijk, terwijl de groei van het spoorwegsysteem de betrouwbare
distributie van gefabriceerde goederen naar een nationale markt mogelijk
maakte.
- Verbeteringen in transport en communicatie grootschalige nationale
markten
- Innovaties in productietechnologie kosten per eenheid verlagen d.m.v.
grootschalige productie

Infrastructuur
- Markt, faciliteiten en productie werd uitgebreid
- Spoorwegen: sneller en meer betrouwbaar transport

Financieel
- Opkomst van verschillende financiële instellingen zorgde ervoor dat bedrijven
op grote schaal konden uitbreiden

, Business in het nu
- Niet meer zo groot mogelijke ondernemingensamenwerken en allianties
aangaan
- Informatie is nu goed toegankelijk, snel beschikbaar en in overdaad aanwezig
- Naast het gebruik van treinen voor vervoer van middelen en mensen nu ook
weg- en vliegverkeer van cruciaal belang
- Volwassen financiële markten
- Overheid heeft regulerende en sturende rol

Infrastructuur
- Communicatie, transport en computertechnologieën mogelijk om op
wereldwijde schaal activiteiten te coördineren
- Onderlinge afhankelijkheid toegenomen

Globalisatie= het proces waarbij landen of organisaties gesynchroniseerd
worden op economisch, politiek en cultureel vlak.
- Steeds meer activiteiten vinden plaats tussen verschillende, zoals handel,
migratie, contacten, investeringen, etc.  organisaties over de hele wereld
zijn meer met elkaar verbonden zijn organisaties zijn steeds makkelijker
beïnvloed worden door globale gebeurtenissen

Manier waarop ondernemingen zijn georganiseerd zijn veranderd over de jaren
heen
- Door veranderingen in de omgeving!!!
- Transport, communicatie, financieel, productietechnologie, overheid

Marktomstandigheden en infrastructuur beperken de manier waarop zaken
kunnen worden gedaan en de strategische keuzes die de meeste managers
kunnen maken. Naarmate deze omstandigheden veranderen, veranderen ook
optimale bedrijfsstrategieën.

Hoewel de aard van het zakendoen sinds 1840 dramatisch is veranderd, is het zo
dat succesvolle bedrijven altijd consistente principes hebben toegepast op hun
zakelijke omstandigheden

Succesvolle strategieën resulteren uit het toepassen van consistente principes op
veranderde bedrijfsomstandigheden

Horizontal boundaries= verwijzen naar hoeveelheid van producten (scale) en
variatie aan producten (scope) geproduceerd door een onderneming

Economies of Scale
- Schaalvoordelen= kostenvoordelen die behaald worden door
ondernemingen wanneer zij op een bepaalde hoeveelheid produceren
- Wanneer de marginale kosten lager zijn dan de gemiddelde kosten
- Gemiddelde kosten dalen tezamen met een stijging van de output
- Diseconomies of scale gemiddelde kosten stijgen met een stijging van de
output
Schaalvoordelen kunnen:
- Kostenvoordelen geven
- De marktstructuur en toegang tot de markt bepalen
- Invloed hebben op de interne organisatie van een onderneming
- De horizontale grenzen van een onderneming bepalen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willemijnmuller. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.84
  • (0)
  Add to cart