Onderste extremiteit
Heup diagnostiek
De heupkom maakt deel uit van het bekken en hierin komen de drie bekkenbeenderen samen: het
os. ilium, het os ischium en het os. pubis.
Zowel op de kop als in de kom bevindt zich een laagje kraakbeen van circa 1,5 mm. Maar niet de
volledige binnenzijde van de kom in bekleed met kraakbeen. Centraal in de kom bevindt zich een
uitsparing waar de kom iets dieper is dan eromheen, de fossa acetabuli. In deze uitsparing bevindt
zich een vetlichaam dat de pulvinar wordt genoemd. Aan de rand van de kom bevindt zich het
labrum, een bindweefselstructuur die de heupkop mooi omsluit en daarmee als het ware voor een
afdichting van de kom zorgt. Het ontbrekende deel wordt overspannen door een ligament dat het
ligamentum transversum genoemd wordt. Het labrum speelt een belangrijke rol in het bereiken van
een goede drukverdeling in de heup en een goede doorstroming met gewrichtsvloeistof (synoviale
vloeistof).
Rondom de heup bevindt zich het gewrichtskapsel met daarin vier verdikkingen: de ligamenten van
de heup. Drie van deze ligamenten lopen van het bekken naar het femur en hebben namen die dit
weerspiegelen: ventraal van het heupgewricht het ligamentum iliofemorale, mediaal het ligamentum
pubofemorale en aan de dorsale zijde het ligamentum ischiofemorale. Het vierde ligament loop
circulair rond de femurhals en wordt de zona orbicularis genoemd.
Plat gezegd bestaan er twee soorten heupgewrichten (vooral verschil bij dieren):
- Coxa rotunda ® heeft een rondere heupkop met een smallere hals die veel bewegelijker is.
Dit wordt ook wel ‘draaiheupen’ genoemd, (dit zie je veel bij dieren die klimmen en
zwemmen.)
- Coxa recta ® deze heeft een dikke hals, soms loopt de kop zelf helemaal over in de hals. Dit
zijn stevige heupen, (dit zie je veel bij dieren die veel springen en rennen.)
,Coxartrose
Diagnostische factoren:
- Pijn op meer dan de helft van de dagen van de afgelopen maand
- Beperkte endorotatie < 15
- Beperkte flexie van de heup < 115
- Pijn in de lies; soms uitstralend naar bovenbeen
- Bewegingsbeperking in de heup
Bij coxartrose kan het teken van Drehmann ontstaan, hierbij is er een voorkeursrichting voor
exorotatie tijdens heupflexie.
Trendelenburgtest: Laat de patiënt op één been staan, hij mag iets vast houden wanneer die
moeite heeft met balans houden, met het andere been in 90 flexie. Laat de patiënt 30 sec zo
staan.
Positieve test = de andere heup ‘dropt’ naar beneden.
Sensitiviteit: Specificiteit:
Cluster coxartrose
- Verminderde endorotatie in 90 flexie
- Liespijn
- Mank lopen
- Gewicht
- Leeftijd > 60 jaar
- Ochtendstijfheid
Femoro-acetabulair impingement (FAI)
Bij heupinpingement is er bij bepaalde bewegingen sprake van ‘botsingen’ tussen de kop en de kom
van de heup. Bij heupimpingement is er een vormafwijking van de heupkom of de heupkop waardoor
de ze botsingen al bij normale bewegingsuitslagen optreden. Bij heupimpingement kan er sprake zijn
van een te diepe kom (pincer-impingement) of van een verdikking op de overgang van de heupkop
naar de femurhals (cam-impingement). Deze vormafwijkingen bevinden zich meestal aan de
anterolaterale zijde van het heupgewricht. Bij een combinatie van flexie, adductie en endorotatie
ontstaat er dan een botsing tussen de rand van de heupkom en de femurhals. Bij repeterende
botsingen kunnen het kraakbeen van de kom en het labrum beschadigd raken.
Ook heupimpingement is een risicofactor voor het ontstaan van vroegtijdige artrose van de heup. Dit
risico lijkt bij de cam-variant groter te zijn dan bij de pincer-variant.
Mogelijke risicofactoren zijn familiair voorkomen van heupimpingement, het mannelijk geslacht en
een intensieve sportbelasting tijdens de groei.
, Bij een artroscopie wordt de heup via enkele kleine incisies benaderd en zijn zowel de cam- als de
pincer-deformiteit te behandelen. Bij een pincer-deformiteit kunnen enkele millimeters van de rand
van de heupkom met een frees verwijderd worden. Bij een cam-deformiteit kan met dezelfde frees
de verdikking op de overgang van de heupkop naar de hals verwijderd worden.
Er zijn twee soorten:
- Pincer ® er is een bot vergroeiing aan de acetabulaire zijde
- Cam ® er is een bot vergroeiing aan de femurhals zijde. Bij 14-35% is dit asymptomatisch,
het komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Groter risico voor sportieve adolescenten
op FAI.
Er is een relatie tussen een CAM deformiteit en het ontstaan van een beperkte ROM met
vroegtijdige coxartrose.
Testen:
FADIR (flexion adduction internal rotation: Laat de patiënt op zijn rug liggen, met de heup in
90 flexie. Adducteer en endoroteer de heup.
Positieve test = herkenbare pijn in de heup of beperkt in de liesregio.
Sensitiviteit: 0.99 Specificiteit: 0.05
FABER: Laat de patiënt op de rug liggen, kruis het aangedane been over het andere been net
boven de knie. Fixeer de andere heup en beweeg het aangedane been naar de bank toe.
Positieve test = Het aangedane been kan niet voorbij het andere been komen, wanneer die
naar beneden wordt bewogen.
Sensitiviteit: 0.42-0.97 Specificiteit: 0.18-0.75
Heupdysplasie
Heupdysplasie is een ontwikkelingsstoornis van het heupgewricht die bij de geboorte al in bepaalde
mate aanwezig is.
Belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van heupdysplasie zijn stuitligging, familiair voorkomen
van heupdysplasie, een hoog geboortegewicht en het vrouwelijk geslacht. Hoewel er bij
heupdysplasie ook vorm- en standafwijkingen van de heupkop en het proximale femur kunnen zijn,
betreffen de belangrijkste vorm- en standafwijkingen bij heupdysplasie de kom. De heupkom is te
ondiep en te steil (de inclinatiehoek is te groot) waardoor deze geen optimale steun biedt aan de
heupkop.
Heupdysplasie is een risicofactor voor het ontstaan van vroegtijdige artrose van de heup.
De belangrijkste vormafwijking bij heupdysplasie is gelegen in het acetabulum. De
standaardbehandeling van heupdysplasie bij volwassenen is daarom ook een standverandering van
het acetabulum. Bij een dergelijke operatie wordt het acetabulum van het bekken losgemaakt en in
een gecorrigeerde stand weer vastgezet. Dit heet een periacetabulaire osteotomie.
Radiculopathie (laterale kanaalstenose)
Bij een coxartrose is de heupextensie vaak erg beperkt, ze gaan dan vaak hun rug overstrekken (in
lordose brengen) om toch rechtovereind te blijven staan. Je krijgt dan het fenomeen dat het
foramelaterale tussen de wervels tijdens een extensiebeweging versmald. Dit zorgt ervoor de andere
structuren in het foramelaterale, zoals de spinale zenuw, worden ingeklemd.
Ook zie je bij veroudering vaak het inzakken en osteofyt vorming van de wervels, hierdoor is er dus
ook een mogelijkheid om het ontstaan van inklemming van de radix en ontstaat er een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvanbakel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $27.54. You're not tied to anything after your purchase.