Een samenvatting voor het vak 'Hersenen en cognitie' van de studie psychologie aan de universiteit Utrecht. Deze samenvatting bevat de stof uit het boek 'Brain and cognition' editie 2018 die nodig is voor het deeltentamen 2. Alle dikgedrukte termen worden in de samenvatting uitgelegd en deze worden...
Het autobiografisch geheugen (semantisch + episodisch) bestaat uit emotionele, ruimtelijke en
sensorische elementen. Autobiografische herinneringen brengen vaak veel emoties met zich mee
en activeren hierdoor de amygdala. Door dit emotionele aspect herinneren we ons dingen het best
als ze voor ons emotioneel waren, zoals het halen van je middelbare school diploma of het
overleven van een auto ongeluk. Ook herinneren we ons dingen die de toekomst hebben gevormd
vaak goed. Een voorbeeld hiervan is het eerste etentje met de persoon waarmee je nu een
langdurige relatie hebt. Dit etentje herinner je beter dan een etentje met iemand die eenmalig was,
omdat het etentje meer impact op de toekomst heeft.
We herinneren ons vaak nog heel goed de momenten in ons leven waarop iets extreem
veranderde. Zo herinneren we ons heel goed de eerste week en de laatste week van een
studiejaar, omdat die belangrijke keerpunten zijn.
Mensen van boven de 40 herinneren zich gebeurtenissen die gebeurden toen ze 10 tot 30 waren
het best. Dit zijn dus gebeurtenissen in hun jong-volwassene/ adolescente tijd. Deze piek noemen
we de reminiscentie bult. Er zijn verschillende hypotheses waaruit blijkt dat speciale
levensgebeurtenissen het meest gebeuren tijdens de adolescente en jong-volwassene tijd:
- Zelfbeeld hypothese: het geheugen neemt toe bij gebeurtenissen waarin ons zelfbeeld of onze
identiteit gevormd wordt.
- Cognitieve hypothese: periodes die bestaat uit een plotselinge verandering, gevolgd door
stabiliteit zorgen voor hele sterke encoding van herinneringen.
- Culturele levensscript hypothese: gebeurtenissen kan je je beter herinneren als ze in je
cultural life script plaatsvinden.
- Cultural life script: gebeurtenissen die in een cultuur verwacht worden die gebeuren in een
bepaalde periode.
Wanneer je belangrijke levensgebeurtenissen moet noemen dan herinner je je vaak vooral
positieve gebeurtenissen. Vooral in de periode waarin je 40 tot 50 jaar oud bent heb je veel
positieve herinneringen, omdat je eigen persoonlijke herinneringen ook belangrijke positieve
momenten van je kinderen bevatten.
De meeste gebeurtenissen die je je goed herinnert zijn belangrijk voor jou als persoon en ze
worden geassocieerd met veel emotie. Bij een emotie wordt de amygdala actiever, wat er voor
zorgt dat de hippocampus ook actiever wordt (hippocampus is voor LTM). Bij schade aan de
amygdala kan je je bepaalde gebeurtenissen ineens minder goed herinneren, omdat het
emotionele aspect van de herinnering wegvalt.
Consolidatie is het proces waarin herinneringen versterkt worden. Ook dit gebeurt beter wanneer
er een emotioneel aspect aan de herinnering zit. Dit kan wellicht komen door de activatie van
hormonen.
Emoties kunnen herinneringen voor bepaalde dingen ook verslechteren. Iets dat emotioneel
belangrijk is trekt sneller onze aandacht dan iets dat emotioneel onbelangrijk is. Hierdoor
onthouden we de emotioneel onbelangrijke dingen minder snel. Als er tijdens een misdaad
bijvoorbeeld een wapen aanwezig is (zien van wapen= angst), dan herinneren mensen het gezicht
van de misdadiger minder goed omdat dat op dat moment emotioneel minder belangrijk was.
Heldere, intense en langdurige herinneringen noemen we flashbulb herinneringen. Bij deze
herinneringen weten we vaak nog gedetailleerd waar we op dat moment waren. Dit hebben veel
mensen bijvoorbeeld bij de aanslagen van 9/11. Er is echter veel discussie gaande of flashblub
herinneringen überhaupt anders zijn dan normale herinneringen.
Een manier om flashbulb herinneringen te testen is repeated recall. Dit is het vergelijken van
latere herinneringen met herinneringen die verzameld zijn onmiddellijk na een gebeurtenis. Hieruit
bleek dat flashbulb niet zijn zoals foto’s die jaren lang hetzelfde blijven. Veel flashbulb
herinneringen veranderen over tijd: ze zijn niet nauwkeurig en hebben weinig details.
, Page 2 of 21
Emoties bevorderen onze herinnering dat iets is gebeurd en bepaalde karakteristieken van de
gebeurtenis, maar ze bevorderen niet ons geheugen voor details. Wat ons geheugen ook
bevorderd is de gebeurtenis instuderen door media. Volgens de narratieve rehearsal hypothese
wordt ons geheugen van de gebeurtenis beter omdat we de gebeurtenis instuderen nadat het
plaatsvindt. Dit zou erop kunnen wijzen dat er geen flashbulb herinneringen zijn, maar dat we door
de media gewoon veel met de gebeurtenis te maken krijgen. Het kan voorkomen dat we denken
dat we iets echt hebben mee gemaakt, terwijl we het alleen hebben zien gebeuren op TV.
Wat we ons herinneren is dus een constructie van wat écht gebeurd is en van andere invloeden
zoals kennis, ervaringen en verwachtingen. Dit noemen we de constructieve natuur van
geheugen.
Een manier om geheugen te testen is herhaalde reproductie. Hierbij moet dezelfde participant
een verhaal herinneren over steeds langere intervallen nadat ze het voor het eerst gelezen
hebben. Hoe langer het interval, hoe korter de herinnering en hoe meer fouten de herinnering
bevat.
Source monitoring is het proces waarin je bepaalt wat de herkomsten zijn van onze
herinneringen, kennis en geloven. Voorbeelden van vragen die je dan kunt stellen zijn: hoorde je
over de gebeurtenis op de radio of vertelde iemand je erover? Stond de informatie die je kreeg in
je lesboek of heb je het van je leraar gehoord? Heb je die plek echt bezocht of heb je er alleen
over gedroomd?
Als je de bron van de herinnering door de war haalt (je denkt dat je iemand kent van het plegen
van een misdaad maar eigenlijk zie je hem gewoon vaak in de supermarkt) dan maak je een
source monitoring error/ source misattribution. Deze fouten komen vaak voor en we hebben
het meestal niet door als dit gebeurd.
Pragmatic interference: het lezen van een zin zorgt ervoor dat de participant iets verwacht terwijl
dit niet direct in de zin gezegd wordt. Deze interference wordt veroorzaakt door kennis die
opgedaan wordt bij ervaringen. Een schema is iemand’s kennis over een aspect in zijn/haar
omgeving. Als je bijvoorbeeld voor het eerst in een laboratorium bent en je daarna moet
opschrijven wat je daar allemaal hebt gezien, dan is de kans groot dat je er zelf dingen bij bedenkt
waarvan je zou verwachten dat die in een laboratorium zitten. Dingen die niet in jou persoonlijke
schema zitten maar wel in de werkelijke kamer zaten, die herinner je je het best. Dit komt overeen
met het von Restorff effect: dingen die anders of onverwachts zijn herinner je je het best.
Ook hebben we een script. Een script is ons denkbeeld over een reeks handelingen die vaak
plaatsvinden bij een bepaalde gebeurtenis. Zo is je script voor naar de film gaan waarschijnlijk:
wachten in de rij, aangeven welke film je wilt zien, stoelen kiezen, je ticket betalen. Scripts kunnen
ons geheugen beïnvloeden door middel van de verwachtingen die we hebben over wat er normaal
gesproken in een situatie gebeurd.
Critical lure: we laten mensen allemaal woorden die te maken hebben met slaap onthouden en
de participanten schrijven dan het woord ‘slaap’ op in plaats van de andere woorden die wel écht
voorkwamen. Het woord ‘slaap’ is dan de critical lure. In een DRM paradigma worden alle
woorden die met de critical lure te maken hebben weergegeven.
Een herinnering kan aangepast worden na de gebeurtenis door het misinformation effect. Dit is
wanneer misleidende post-event informatie (MPI) er voor zorgt dat iemand een gebeurtenis
anders beschrijft na het zien van deze informatie. Dit zou een getuige van een misdaad kunnen
beïnvloeden, omdat de getuige een onjuiste herinnering heeft door informatie die de getuige na de
gebeurtenis heeft gezien. Het feit dat de originele gebeurtenis vervangen wordt kan komen door
retroactieve interference: de nieuwe informatie blokt het herinneren van de oude informatie.
Je mag als therapeut nooit een suggestie maken dat een probleem misschien is ontstaan door
een bepaalde gebeurtenis (bijv. aanranding). Het kan namelijk gebeuren dat de patiënt denkt dat
die zich iets herinnert waarin dit gebeurd is, terwijl dit in werkelijkheid nooit heeft plaatsgevonden.
, Page 3 of 21
Een ooggetuige getuigenis is een getuigenis door een persoon die aanwezig was bij een misdaad
waarin die persoon verteld wat hij/zij tijdens de misdaad heeft gezien. Een getuigenis wordt
geaccepteerd wanneer de ooggetuige:
- Duidelijk heeft kunnen zien wat er gebeurde.
- Zich goed herinnert wat er gebeurde en hoe de dader eruit zag en dit ook goed kan
beschrijven.
Volgens het weapon focus effect kunnen ooggetuigen details van de misdaad niet meer goed
herinneren als er wapen aanwezig was. Ook het voelen van veel emoties bij het zien van de
misdaad kan er voor gezorgd hebben dat een ooggetuige zich dingen niet goed herinnert. Dit
komt omdat de aanwezigheid van een wapen zorgt voor de orienting response.
Door het post-identificatie feedback effect kan het voorkomen dat ooggetuigen door een
suggestie een verkeerde getuigenis afleggen. Als de interviewer positieve feedback geeft op de
dader die de getuige aanwijst (oke, goedzo, dat is hem) dan wordt de getuige zekerder van zijn
zaak en gaan zijn twijfels over zijn keuze weg. Hierdoor kan hij heel zeker worden dat iemand de
dader is, ook al twijfelde hij daar eerder nog aan.
Suggesties voor het verbeteren van identificatie van misdadigers:
- Als een getuige de misdadiger moet noemen aan de hand van verschillende foto’s, vermeldt
dan duidelijk dat de misdadiger er misschien helemaal niet in zit. Dit vermindert de kans dat
een onschuldig persoon die toevallig op de misdadiger lijkt beschuldigd wordt.
- Gebruik tijdens bovenstaand proces mensen die wel lijken op de verdachte.
- Laat de mensen 1 voor 1 zien in plaats van dat ze allemaal naast elkaar zijn. Het is beter als de
getuige de mensen gaat vergelijken met de gene die ze als misdadiger herinneren dan dat de
getuige ze met elkaar gaat vergelijken omdat ze allemaal naast elkaar staan.
Voor het verbeteren van interviews wordt een cognitief interview aangeraden. Dit interview houdt
rekening met alles wat we weten over de onbetrouwbaarheid van het geheugen. In een cognitief
interview:
- laten we de getuige praten zonder hem te onderbreken
- we proberen emoties, plaatsen en herkenningspunten die bij de misdaad aanwezig waren terug
te halen bij de getuige zodat herinneringen nauwkeuriger worden
- de interviewer geeft zelf zo min mogelijk input
H12 LEARNING AND MEMORY
Er zijn twee soorten conditionering:
- Klassieke conditionering: het paren van twee stimuli verandert de respons op één van de
twee stimuli.
- Je laat hierbij een geconditioneerde stimulus zien (CS), die origineel niet zorgt voor een
duidelijke respons, en dan laat je een ongeconditioneerde stimulus (UCS) zien, die dan
weer zorgt voor een ongeconditioneerde respons (UCR). Na meervoudig paren van de CS
en de UCS begint de participant een
nieuwe respons te ontwikkelen die we
de geconditioneerde respons (CR)
noemen.
- Instrumentele conditionering: een
bepaalde reactie leidt tot een beloning/
reinforcer of een bestraffing. Een
reinforcer is een gebeurtenis dat er
voor zorgt dat de respons in de
toekomst vaker plaats zal vinden. En
bestraffing is een gebeurtenis die de
frequentie van een respons onderdrukt.
Engram: de fysieke representatie van wat
je hebt geleerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psy99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.