Diversiteit
Docent: Meike Vroom, Loes Meeussen, Sofian El Bouazati
OPO bestaat uit kaders & beleving
- kaders = theoretische hoorcolleges
- beleving = workshops in diversiteitsweken (november)
+ opdracht portfolio → linken tussen theorie, workshops en eigen ervaringen
LES 2 & 3: DIVERSITEIT THEORETISCHE BESCHOUWING
A. Algemene theorie
1. Cultuur
Cultuur is een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen,
ideeën, attitudes, gedragingen, communicatiemiddelen en de producten ervan, die
van generatie op generatie worden overgeleverd. (Van Oudenhoven, 2012)
Visies:
- Essentialistisch → (Hofstede) cultuur is een ui met verschillende lagen, de kern
is de stabiele cultuur, de normen en waarden die gedeeld worden door iedereen
in die cultuur. Om een ander te begrijpen moet je hun kern zoeken. (outsider
perspectief → je kijkt vanuit je kern naar andere culturen)
- Contextualistisch → Cultuur is als zuurstof of water, je bent je er eigenlijk niet
bewust van. Denk aan een vis in een bokaal, die beseft niet dat hij water nodig
heeft totdat hij eruit springt. Hier bestaat cultuur uit meer verschillende
componenten maar niet 1 kern. (insider perspectief → als je een andere cultuur
ziet merk je dat direct maar je kan niet beschrijven waarom.) Het risico van deze
visie is dat ze denken dat iedereen individueel is en dat er geen cultuur bestaat,
zo kunnen we mensen niet meer begrijpen uit gemeenschappelijke ervaringen.
- Constructivistisch → Cultuur als een levensvorm, het direct herkennen van
culturen maar toch niet begrijpen. Cultuur is een verzamelterm maar een beetje
abstract voor regels, rituelen en gebruiken van een bepaalde groep die heel
concreet zijn. Cultuur is wat je hebt en ook zelf maakt maar ook wat je begrenst,
jij bepaalt zelf wat de cultuur is. Zeden, gewoonten, gedrag,...
- Gebruik & misbruik
2
,Belangrijk voor PC:
→ als er een transculturele dialoog moet je het onderwerp ‘cultureel’ vermijden omdat
het respect en de erkenning van de verschillen en de gelijkheid zien belangrijk is
2. Sociaal Kapitaal (Bourdieu en Putnam)
Formele en informele netwerken, normen en sociaal vertrouwen
- steunfiguren → kunnen heel veel mensen zijn
- hulpmiddel om doel te bereiken en kansen te vergroten
- veranderlijk
- wederkerigheidsprincipe → jij doet iets voor oma en oma doet iets voor jou
→ draagt bij aan hogere levenskwaliteit & maatschappijbetrokkenheid
Bourdieu:
Onderscheid soorten kapitaal:
- economisch → geld, eigendom, sociale economische status
- cultureel → weten hoe je je moet gedragen, hoe je mensen aanspreekt
- sociaal → netwerk dat je kan helpen met je kansen te vergroten
- symbolisch → je status, de erkenning, laat je macht zien, de buitenkant (bv de
nieuwste gsm hebben)
- linguïstisch → gewoon je eigen taal
- Habitus → het gevoel dat je juist zit en dat je ergens past, de opvoeding,
omgeving, opleiding bepalen of dat je de ongeschreven regels mee hebt
gekregen
- Doxa → algemene overtuigingen die worden aanvaard als vanzelfsprekend bv
niemand bijten tijdens het sporten
Door migratie vaak vermindering van sociaal kapitaal = ‘ontworteling’
Investeren in het opbouwen van nieuw kapitaal: (krijgen we sowieso een vraag over!!)
- bonding → in jouw eigen groep bonden met mensen van dezelfde gemeenschap
(bv studentenvereniging voor mensen met een moslim achtergrond)
- bridging → een brug bouwen van de ene groep naar de andere groep (bv in een
woonzorgcentrum alle moeders samenzetten)
- linken → zoeken naar personen die hoger staan op de sociale ladder zodat je
makkelijker je doel kan behalen
Belangrijk voor PC:
aandacht voor het ontwikkelen of vergroten van sociaal kapitaal van cliënt om
werkloosheid & armoede te bestrijden. Genoeg vragen stellen hierover.
B. Ontstaan van diverse samenleving
1. Wat is migratie?
Het permanent verwisselen van vaste verblijfplaats van individuen en/of groepen
binnen een groter geografisch gebied dan de geboortestreek (Jessurun, 2010)
Heeft altijd bestaan als overlevingsstrategie
- vrijwillig → vrijwillige keuze
- semivrijwillig → vooral vanwege een gebrek aan werk / toekomstperspectief of
bv de politieke situatie
3
, - onvrijwillig → bv gedwongen worden weg te gaan vanwege oorlog, je
geaardheid, milieuvervuiling,...
- migrant of vluchteling → vluchteling is gedwongen om hun land te verlaten
zonder dat ze dat eigenlijk wouden en een migrant doet dit om andere redenen
bv voor hun werk, familie, studies,...
2. Migratie naar België
Je moet het verleden kennen om het heden te begrijpen - Carl Sagan
GESCHIEDENIS:
‘Gastarbeiders’
- voor WO I —> vooral Fransen, Nederlanders en Walen die naar Vlaanderen
kwamen
- interbellum
- na WO II: toename van andere nationaliteiten → Duitse krijgsgevangenen,
Italianen en Polen
- jaren ‘60 met blijvende economische groei
- 1964: tewerkstellingsakkoord met Marokko en Turkije
- Oliecrisis in 1973
- werving van arbeidsmigranten stopgezet door Belgische regering
- arbeidsmigranten vestigen zich in hun gastland
- 2 vormen van volgmigratie
- gezinshereniging, arbeidsmigranten hier hadde een familie in
hun thuisland en hadden daar kinderen en gingen soms terug
- gezinsvorming → arbeidsmigranten maakte hier een nieuwe
familie
- arbeidsmigranten evolueren tot etnische minderheden
- tijdelijkheidsgedachten → zorgde niet dat de ze de taal leerde enz omdat er
gedacht werd dat de migranten terug naar hun eigen land gingen
Dekolonisering van Belgisch Congo:
- terugkerende Belgen
- beperkte groep congolezen / Rwandezen / Burundezen
Eind jaren ‘80 - begin jaren ‘90
- 1989 val Berlijnse muur
- 1992 Europese Unie en verdrag van Schengen
- vrije, interne Europese markt
- toename van Europese migranten
Globalisering (geschiedenis)
- golfoorlog (1991) → Amerika tegen Iran en Irak, ging over olie
- Joegoslavië → in 1991 opgesplitst in Servië, Bosnië, Kroatië,...
- 2001 → 9/11, nieuwe vijand: de Islam als cultuur, nu beetje weggezakt door
Rusland die Oekraïne aanvalt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ylonarubben. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.