Het document bestaat uit een samenvatting van de leerstof voor het tentamen 'Onderwijspedagogiek A1'. In de samenvatting zijn de hoofdstukken die geleerd moeten worden uit het boek 'Meer dan onderwijs' samengevat. Daarbij is er nog een pagina toegevoegd met de theorie die je moet kennen voor het v...
Hoofdstuk 1: de pedagogische opdracht van het onderwijs
1.1:
Lea Dasberg (1993): zij gaat ervan uit dat het basisonderwijs de taak heeft mensen te helpen
bij menswording. Menswording zijn meelopers en dwarsliggers.
Meeloper = meelopen in de bestaande ontwikkelingen.
Dwarsligger = kritisch leren kijken naar de bestaande ontwikkelingen.
Micha de Winter (2000): constateert dat er een ‘gat in de opvoeding zit’. Naast de ouders of
de school, heeft de gemeenschap waar kinderen opgroeien ook een taak in de opvoeding.
Mensen voelen zich tegenwoordig minder met elkaar verbonden. Micha pleit voor ‘beter
maatschappelijk opvoeden’. Kinderen maken deel uit van een samenleving waarin zij moeten
leren participeren.
Biesta (2015): Het gaat er in het onderwijs niet om dat kinderen leren, maar dat ze iets leren,
dat ze iets waardevols leren en dat ze van iemand leren. (Inhoud + doel + relatie) We hebben
in deze eeuw moeite om ons met de wereld te verbinden, dus moeten wij in het onderwijs
de nieuwe generatie helpen om een stap in de wereld te zetten. De verbinding van mens en
wereld. Onderwijs gebruiken als verbinding en als voorbereiding.
Dasberg (1993):
- Menswording
Dwarsliggers en meelopers
De Winter (2000):
- Rol van gemeenschap
- Beter maatschappelijk opvoeden
- Gemeenschappelijke doelen en sociale verbondenheid
Biesta (2015):
- Verbinding van mens en wereld
- Kinderen leren iets, leren iets waardevols van iemand
1.2:
Ontstenk (2018) beschrijft het begrip ‘pedagogische opdracht’ als ‘het handelen waarbij de
leraar doelbewust werkt aan maatschappelijke en ontwikkelingsgerichte leerdoelen rond
waardengerichte vorming, opvoeden, burgerschap en sociale competentie.’
Is de school verantwoordelijk voor de opvoeding van kinderen? Deze vraag heeft vele
discussies opgeleverd. Deze discussie spitste zich toe op drie aspecten:
- De taak van de school is de leerlingen voor te bereiden op het leven in een
democratische samenleving;
- De relatie tussen onderwijs en levensbeschouwing;
- De manier waarop volwassenen en kinderen in de school met elkaar omgaan.
Het woord pedagogie is samengesteld uit de Latijnse woorden ‘pais’(kind) en ‘agogein’
(leiden)
,1.3:
Menswording: wil zeggen het leren meelopen en dwarsliggen én bij het leren betrokken,
sociale volwassenen te worden. Onderwijs is dus in de eerste plaats gericht op leren leven,
leren mens te zijn; taal, rekenen en alle andere vakken staan in dienst van dat doel.
Ouders dragen de eindverantwoordelijkheid voor de opvoeding. De school verzorgt in
opdracht van de ouders op een professionele manier dat onderdeel waar de ouders niet in
kunnen voorzien, zoals het onderwijs in rekenen en taal en inleiding in de cultuur. Maar ook
opvoedende elementen, zoals de manier waarop de school kinderen leert om te gaan met
regels, een mening te vormen over bepaalde onderwerpen en het enthousiasme van de
leraar, aspecten die als het ware tegelijkertijd met het onderwijs aan de orde zijn, behoren
bij de pedagogische opdracht van de school.
Kenmerken over het ‘zijn’ van de mens:
- Scheppend bezig zijn, creator;
- Het maken van eigen keuzes;
- Verantwoordelijk zijn voor wat je zegt en doet;
- Betekenis geven aan de wereld om je heen;
- Zin zoeken en geven aan je bestaan;
1.4:
Mensbeelden zijn opvattingen over de mens waarbij antwoord gegeven wordt op de vraag
‘wie of wat is de mens’?
Vier mensbeelden:
Een naturalistisch mensbeeld:
Vinden dat de mens een scheppend vermogen heeft. Geloven in de biologische aanleg van
de mens.
Een cultuur-historisch mensbeeld:
Vinden dat de mens het vermogen heeft om in te gaan tegen zijn natuur. De mens is een
rationeel wezen. Cultuur is alles wat door mensen tot stand is gekomen.
Een religieus mensbeeld:
Gaat erom dat het wezen van de mens vooral begrepen wordt vanuit zijn schepsel-zijn. Hij is
geschapen door god en is daardoor uniek. Je moet vooral iets weten over god voordat je de
mens kan begrijpen.
Een antropocentrisch mensbeeld:
De betekenis van de mens ligt in dit mensbeeld in zijn eigen bestaan. Hij is erg betrokken op
zichzelf, daardoor gaat hij zijn bestaan een invulling geven. De ontwikkeling van het individu
wordt bepaald door zijn eigen kracht.
Hoe de samenleving eruit moet zien heeft te maken met je mensbeeld. Welke waarden vind
je belangrijk?
Pluriforme samenleving is een samenleving waarin verschillende groepen mensen met elkaar
samenleven.
Sociale integratie is de deelname van burgers aan de samenleving.
, 1.5:
Hoe staat de mens tegenover de wereld?
Er wordt gesproken over oriëntatievelden als het om gebieden gaat waarop mensen zich
richten om de wereld te leren kennen waarbinnen zij keuzes maken om hun plaats in de
wereld te kunnen bepalen.
a. Het oriëntatieveld ‘de ander’
Kinderen ontwikkelen zich niet vanzelf. Ze hebben medemensen nodig om optimaal te
kunnen leren en zich te ontwikkelen.
b. Het oriëntatieveld ‘ de natuur’
We zijn als mensen gebonden aan de natuur als bron van energie en voedingsmiddelen,
maar ook als eigenschap van het mens-zijn. Om ons heen ontstaan steeds meer
natuurverschijnselen die invloed op ons hebben.
c. Het oriëntatieveld ‘de cultuur’
Met het begrip cultuur duiden we op alles wat de mens vroeger tot stand heeft gebracht.
d. Het oriëntatieveld ‘de bovennatuur’
Bovennatuur kan beschouwd worden als god.
Ontwikkelingsgebieden:
a. Het ontwikkelingsgebied ‘psychomotoriek’
Psychomotoriek duidt aan dat we uitgaan van een nauwe verbondenheid tussen lichaam en
geest.
b. Het ontwikkelingsgebied ‘cognitie’
Cognitie is de mogelijkheid om tot kennis te komen.
c. Het ontwikkelingsgebied ‘affectie’
Met affectie worden gevoelens bedoeld.
(Figuur 1.9) – (Mens-wereld oriëntatievelden en -ontwikkelingsgebieden)
Door middel van taal kan er vormgegeven worden aan onze indrukken en gedachten. Je hebt
verbale taal, maar ook non-verbale taal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jessewesterweel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.26. You're not tied to anything after your purchase.