Deze samenvatting is opgedeeld in weken. Elke week wordt er een hoofdstuk behandeld die geleerd moet worden voor de toets. Het bevat afbeeldingen, oefenopdrachten en duidelijke uitleg zodat de theorie goed blijft hangen.
Week 1: De bestuurlijke inrichting van veiligheid in Nederland H17
Bestuurlijke organisatie Nederland:
Rijk (verzameling van alle ministeries)
Provincie (Provinciale staten: Commissaris van de Koning, gedeputeerden).
Gemeente (Gemeenteraad, burgemeester, college van B&W).
Ook: het waterschap (waterbeheer), het regionaal bestuur (veiligheidsregio’s) en Europa!
Departementen en veiligheidsbeleid:
De volgende opsomming gaat over de wijze waarop het Rijk voor veiligheid zorgt:
Min. V&J: Kerndepartement veiligheid (Politie, OM, NCTV, IND)
Min. I&W: Verkeers-, externe en waterveiligheid (RWS, ILT, KNMI, DCC)
Min. BZK: Borgen kernwaarden democratie (AIVD)
Min. VWS: Voedselveiligheid, Zorg (NVWA)
Min. Def: Bevorderen Vrede en Veiligheid (MIVD)
Min. SZW: Arbo-veiligheid
Min BZ: Behartigen Nl-belangen
Veiligheid = kerntaak van alle overheden
(afstemming, coördinatie, samenwerking en draagvlak)
Gemeentelijke Veiligheidsbeleid:
Openbare Orde en Veiligheid (OOV) alle beleidsterreinen in de gemeente; vereist integrale
aanpak. Er zijn 5 thema’s gemeentelijke veiligheidsbeleid (blz. 406):
Gemeentelijke regierol (sturing op selectie en aanpak van veiligheidsthema’s, samenwerken
en nakoming van afspraken, tussentijdse evalutie en doorontwikkeling aanpak).
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
‘’In de APV staan de wettelijke regels, die alleen in de betreffende gemeenten van kracht zijn’’.
Het is een soort van huishoudelijk reglement waar inwoners zich aan moeten houden (verbod op
bedelen, hangen in portiek etc.) maar ook aanvullende bevoegdheden zoals cameratoezicht. De VNG
(Vereniging Nederlandse Gemeenten) heeft een model-APV gemaakt als vertrekpunt. Er zijn 6
hoofdstukken (blz. 408).
Gemeentelijke toezichthouders (‘lichtblauw’)
Vaak politiemensen maar ook buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s). Ook specifieke
toezichthouders: milieuhandhaving, boswachters etc.
Veel ruimte voor gemeente om handhaving zelf in te vullen
, Oefenvragen:
Bestuurslagen:
Welke invloed heeft het Rijk op het IVP van een gemeente?
=
Het rijk is een verzamelnaam voor alle ministers. Dit geldt dus ook voor het ministerie van Justitie en
Veiligheid. Dit ministerie houdt zich bezig met het opstellen van veiligheidsplannen voor heel
Nederland, waar gemeenten ook ondervallen.
Welke vrijheid heeft een gemeente bij het opstellen van een IVP?
=
Bijna alle gemeenten hebben een integraal veiligheidsplan (IVP) waarin de doelen op het gebied van
veiligheid staan. Dat plan wordt veelal gemaakt volgens de methode Kernbeleid Veiligheid. Dit is een
handreiking van de VNG. Het Kernbeleid Veiligheid biedt ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid
(OOV) een stappenplan om te komen tot een integraal veiligheidsplan.
Daarnaast biedt het Kernbeleid Veiligheid een handige indeling en afbakening van de
veiligheidsonderwerpen in het IVP. Deze indeling bestaat uit 5 veiligheidsvelden (blz406).
Bestuursorganen:
Wat is de rol van de gemeenteraad, het college van burgemeester & wethouders (B&W), en
de burgemeester rondom het IVP?
=
Gemeenteraad: De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan in de gemeente. De leden van de
gemeenteraad (raadsleden/ burgers uit de gemeente) nemen alle beslissingen die voor de gemeente
van belang zijn. Bijvoorbeeld over onderwijs, nieuwbouw of de hoogte van de belastingen.
B&W: is het dagelijks bestuur van de gemeente. De wethouders voeren samen met de burgemeester
de plannen van de gemeenteraad uit. Iedere wethouder heeft een eigen onderwerp, zoals onderwijs
of financiën.
Burgermeester: Vaak wordt de verantwoordelijkheid van de gemeente verklaard vanuit artikel 173
gemeentewet, waarin staat dat de burgemeester belast is met de handhaving van de openbare orde.
In het college van burgemeester en wethouders is de burgemeester vaak ook degene die de
portefeuillehouder is voor (integrale) veiligheid. Dit neemt overigens niet weg dat ook de wethouders
een rol op veiligheid hebben, aangezien veiligheid in bijna alle aspecten van beleid terugkomt.
, Week 2: Lokale en regionale sociale veiligheid: leefbaarheid en criminaliteit H18
Sociale veiligheid: de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd voelen tegen
persoonlijk leed door crimineel gedrag van anderen.
Leefbaarheid: de mate waairn de (woon)omgeving van mensen past bij de fysieke en
psychische behoeften (aantrekkelijkheid van de omgeving).
Criminaliteit: gedrag wat strafbaar is gesteld in een formele wet.
Overlast: onderscheiden in sociale- en fysieke verloedering.
o Sociale verloedering: hangjongeren, burengeruchten of horeacaoverlast.
o Fysieke verloedering: bekladding van muren, zwerfvuil of vernieling bushokjes.
Veiligheidsbeleving: de manier waarop mensen veiligheid ervaren.
Subjectief begrip: perceptie van het individu verschilt.
Veiligheidsbeleving is subjectieve veiligheid, tegenhanger van objectieve veiligheid. Hiermee wordt
bedoeld het feitelijk niveau van criminaliteit en overlast; de subjectieve veiligheid geeft aan hoe
mensen dit waarnemen en beleven.
Criminaliteit: gedrag wat strafbaar is gesteld in een formele wet; Wetboek van Strafrecht.
- Volgens de Wetgever
- Publieke opinie
- Soms context waarin het plaatsvindt
Georganiseerde criminliteit (Taghi):
Kenmerken:
Sprake van een netwerk, hiërarchische verhoudingen.
Hoge bereidheid tot verregaande middelen.
Winststreven.
Ondermijning: verwevenheid met de bovenwereld.
Aanpak op 2 manieren:
1. Strafrechtelijk: Politie en Justitie, Wetboek van strafvordering en Wetboek van Strafrecht
2. Bestuurlijk: Overheden, Tools: Woningwet, Opiumwet, BIBOB
Private ondernemingen: banken, advocaten, notarissen. Moeten voldoen aan wetten
op gebied van financiele transacties.
Ondermijning: aantasting van structuren en fundamenten van de samenleving in brede zin,
uiteindelijk uitmondend in aantasting van de rechtsstaat. Actueel gezegd: de verwevenheid tussen
onderwereld en bovenwereld (drie elementen om te spreken over ondermijning; blz. 428).
Criminaliteit, theorieen over de oorzaken
19e eeuw: Cesare Lambroso: Crimineel gedrag is het gevolg van een afwijking en deze uit zich in
lichamelijke kenmerken.
Huidige theorieen (blz 429 – 433).
Criminaliteit ontstaat uit:
o Omgevingskenmerken: armoede, slechte omstandigheden, verkeerde vrienden
o Persoonskenmerken: sociale karakter, zelfcontrole, zelfbeeld etc.
‘Gelegenheid maakt de dief’
o Willen en kunnen (kosten/ baten analyse)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PJR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.67. You're not tied to anything after your purchase.