Vroegmoderne geschiedenis – Nieuwe Tijd 5 februari 2018
Wat is nieuw aan de Nieuwe of Vroegmoderne Tijd?
• Renaissance
• Globalisering
• Reformatie
Schilderij laat drie kenmerken van de nieuwe tijd zien:
1. Gebruik van boekdrukkunst.
o Culturele revolutie > fascinatie voor de klassieke oudheid.
o Renaissance > fascinatie en herleving oudheid, wilde nadrukkelijk breken met de
middeleeuwen.
2. Nieuwe wereld > globe.
o Ontdekkingen, globalisatie.
o Globaliserende economie heeft grote gevolgen.
3. Religieuze reformatie.
o Opengeslagen liedboek > psalmen uit de bijbel door Maarten Luther.
o Andere omgang met kennis en kerk.
o Scheuring katholieke kerk zorgt uiteindelijk voor veranderende omgang met religie.
Doodshoofd interpreteren als vergankelijkheid van rijkdom.
We leven in een ‘nieuwe’ tijd:
In onze eeuw [1500-1600] is in honderd jaar tijd meer
geschiedenis gemaakt dan in de voorgaande vierduizend jaar in
de hele wereld; en er zijn meer boeken gemaakt in deze honderd
jaar dan in de voorgaande vijfduizend jaar. ~ Tomasso
Campanella (ca. 1600)
De wereld komt thans tot bezinning, als uit een diepe slaap
ontwakende. ~ Desiderius Erasmus (1466-1536)
Hadden tijdgenoten door dat de renaissance plaatsvond?
Nova reperta > over de nieuwe ontdekkingen.
Achteraf werd er meer gesproken van een breuk, op het
moment zelf was dit niet het geval.
Hoe nieuw was de Nieuwe Tijd?
De critici:
Renaissance? Er waren ook tijdens middeleeuwen al ‘renaissances’ geweest. Belangstelling voor
klassieke oudheid was nooit helemaal weggeweest
,Globalisering? Ook in middeleeuwen al contacten met Aziatische, Afrikaanse en Amerikaanse
werelddelen
Reformatie? Middeleeuwen kenden ook religieuze diversiteit (joden, moslims) en verdeeldheid
onder christenen
Er zijn al eerdere ‘renaissances’ geweest.
Middeleeuwen > waren ook al contacten met andere continenten.
Ontdekking = nogal een Eurocentrische manier van kijken.
Voor renaissance was Europa niet geheel, uniform christelijk. Er waren al conflicten tussen
verschillende christelijke stromingen/vormen.
Protestantse reformatie was dus niet nieuw.
Wat is nieuw aan de Nieuwe/Vroegmoderne Tijd?
• Renaissance
• Globalisering
• Reformatie
Deze ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat historici achteraf hebben gezegd dat rond
1450/1500 een ‘nieuwe’ of vroegmoderne [‘early modern’] tijd aanbrak. Ook tijdgenoten waren zich
van grote veranderingen bewust (vgl. voorbeelden Campanella, Erasmus, Galle)
Er zijn ook critici, die vinden dat we ‘breuk’ rond 1500 niet moeten overdrijven:
• Ook tijdens de middeleeuwen waren er ‘renaissances’ geweest. Belangstelling voor klassieke
oudheid was dus nooit helemaal verdwenen.
• Ook in middeleeuwen bestonden er al (sporadische) contacten tussen Europa en Aziatische,
Afrikaanse en zelfs Amerikaanse werelddelen.
• Ook de middeleeuwen kenden al religieuze diversiteit (joden, moslims) in Europa en
verdeeldheid onder christenen.
Renaissance
1500 > heel Europa wordt beïnvloedt door de ideeën van de klassieke oudheid.
Michelangelo haalde inspiratie uit de oudheid.
Intellectuele fundament renaissance > humanisme (toen een andere betekenis dan nu).
Humanisme = moet antireligieus. Humanisten wilden de Europees christelijke samenleving verbinden
met de ideeën uit de klassieke oudheid.
Stedelijke elite in Italiaanse steden maakten een sterke economische groei door. Zij waren op zoek
naar symbolen en verhalen die de grootsheid van de stad konden laten zien > dit kon volgens de
humanisten in de oudheid worden gevonden.
Humanisme:
• Teksten uit klassieke oudheid dienen inspiratiebron voor huidige tijd te zijn. Ze dienen een
praktisch nut
• Educatie cruciaal om kennis van klassieken te verspreiden
• Boekdrukkunst helpt humanistische idealen te verspreiden
Klassieke teksten hadden actuele waarde volgens de humanisten.
Educatie en scholing waren belangrijk > gericht op leren van
Latijn en Grieks (de antieke talen).
Humanisme werd een succes door de boekdrukkunst.
|> Kwam vrijwel gelijktijdig op.
Boekdrukpers zorgde voor een mediarevolutie. Transformeerde
de samenleving en zorgde voor snelle verspreiding van de ideeën
van de renaissance.
,Niccolò Machiavelli (1469 –1527)
Il Principe ( ‘De Vorst’)
Boek over hoe je je als bestuurder moet gedragen gebaseerd op teksten uit de klassieke oudheid.
Tot die tijd moesten teksten bij verspreiding worden overgeschreven. Nu konden teksten sneller en
relatief goedkoop worden verspreid.
Kaartje > binnen korte tijd waren er succesvolle drukkers in heel Europa.
Desiderius Erasmus
Verreweg meest succesvolle auteur van de 16e eeuw.
Zelfs zijn brieven werden, al tijdens zijn leven, gebundeld en in boeken gedrukt en
verkocht.
Zuil in schilderij > verwijzing naar de kennis die Erasmus heeft over de klassieke
oudheid.
Baldassare Castiglione
Schreef ‘de hoveling’, tips over hoe je je als renaissanceman of vrouw moet gedragen.
Elleboog naar voren gestoken met hand in zij.
|> ‘Renaissance elbow’
Renaissance
Letterlijk: ‘wedergeboorte’, m.a.w. een hernieuwde belangstelling voor de klassieke
cultuur van de oudheid (Grieken en Romeinen). Zichtbaar vanaf ca. 1350/1400 in
Italië, verspreid zich in 15e en 16e eeuw over heel Europa.
• Het intellectuele fundament van de Renaissance was het humanisme:
o Teksten uit klassieke oudheid dienen inspiratiebron voor huidige tijd
te zijn. Ze dienen een praktisch nut (zie reader werkcollege voor
voorbeelden).
o Educatie cruciaal om kennis van klassieken te verspreiden.
o Boekdrukkunst helpt humanistische idealen te verspreiden.
Voorbeelden: Petrarca, Machiavelli, Erasmus
Translatio, Imitatio, Aemulatio
(vertaling, navolging, verbetering)
Paradox: Renaissance en humanisme waren vernieuwend door conservatief te zijn. Inspiratie voor de
toekomst haal je uit het verleden (nl. klassieke oudheid).
Architectuur en beeldhouwkunst werd ook uit de oudheid overgenomen.
|> Doel was niet alleen het imiteren maar ook verbetering.
Vernieuwende beweging die inspiratie haalde uit het verleden.
Oud was goed.
Mensen gingen uit van een circulair wereldbeeld.
|> De geschiedenis blijft zich herhalen.
|> Verleden bestuderen levert beste lessen voor de toekomst.
• In kunst en architectuur een sterke behoefte aan imitatie (imitatio) en overtreffing
(aemulatio) van klassieke stijlen en bouwwerken. Voorbeelden: Dom van Florence, St Pieter
in Rome, werken van Leonardo Da Vinci, Michelangelo.
• Paradox: Renaissance en humanisme waren vernieuwend door conservatief te zijn. Inspiratie
voor de toekomst haal je uit het verleden (cyclisch wereldbeeld).
Waarom ontstond de Renaissance in Italië?
, • Klassieke oudheid hier nog tastbaar aanwezig
• Politieke, sociale en economische infrastructuur bevordert patronage van Renaissancekunst
• De inname van Constantinopel (1453) door de Ottomanen brengt geleerden en klassieke
teksten naar Italië.
Infrastructuur > de staat Italië bestond nog niet.
Noorden van Italië was verstedelijkt met een grote economische bloei > vraag naar symbolen om de
kracht van de stad weer te geven.
Politieke verdeeldheid zorgde voor concurrentie > ook op het gebied van kunst en architectuur.
Behoefte ontplooiing.
Renaissance ondenkbaar geweest zonder patronage en een aantal rijke families.
Kunst werd alleen gemaakt voor opdrachtgevers.
|> Wie betaald, bepaald.
Val van Constantinopel > 1453.
Christelijke geleerden namen teksten uit de oudheid mee naar Italië > opkomst Islam was mede
verantwoordelijk voor het ontstaan van de renaissance.
• Waarom ontstond de Renaissance in Italië?
o Klassieke oudheid hier nog tastbaar aanwezig.
o Politieke, sociale en economische infrastructuur bevordert patronage van
Renaissancekunst (rivaliserende stadstaten van Florence, Siena etc.).
o De inname van Constantinopel/Istanbul (1453) door de Ottomanen brengt
geleerden en onbekende klassieke teksten naar Italië.
De kunst toont een mannelijk elitair beeld.
Niet alle humanisten vonden het nodig dat vrouwen Latijns en/of Grieks konden.
Schaken > ‘hoogstaand’ tijdverdrijf.
Vrouwen zitten met boek in hun hand > in rijkere families kregen vrouwen soms wel de kans om een
onderwijs te volgen.
Hoe kwamen ‘gewone’ mensen in aanraking met de cultuur van de Renaissance?
• Publieke kunst (schilderijen, beeldhouwwerken) en gebouwen (stadhuizen, kerken) maken
nieuwe kunstvormen ook toegankelijk voor de grote massa
• Openbaar vertoon (processies, festivals) weerspiegelt nieuwe idealen van stadselite
• Boeken en gedrukte afbeeldingen bereiken ook breder publiek
Veel mogelijkheden waren er niet voor overgrote deel van de bevolking. Toch kwamen veel mensen
wel in aanraking met de renaissance.
Publieke kunst in steden > kwam je mee in aanraking.
Openbaar vertoon > mensen konden er iets van opsteken.
Boeken bereikte meer mensen dan je zou verwachten.
Renaissance was minder elitair dan doet vermoeden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarinkaB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.