1 Algemene aspecten
1.1 Inleiding
Ouderen nemen in onze maatschappij een belangrijke plaats in. Ze vallen op, vaak in de negateve zin. De rol die ze
nog te vervullen hebben, is vaag, onduidelijk en zonder duidelijke meerwaarde voor onze economische
maatschappij. Ze zijn een zorg voor de politci -> zorgen voor discussie in thema’s van pensionering, zorg en sterven.
De komende jaren staan we voor een enorme vergrijzing van onze maatschappij. Voor ET worden zij een steeds
groeiende populate met persoonlijke wensen en verwachtngen.
Lange tjd was oud worden een uitdaging:
Begin 20ste eeuw: een 100- jarige was een unicum
2018: 1606 Belgen > 100 jaar
Uitdaging van de 21ste eeuw: ‘gezond en actef oud worden’
5- jaarlijkse maakt de Verenigde Nates het rapport ‘World Populaton geing’ op.
Demografsche cijfers van 200 landen wereldwijd!
1.2 Begripsbepaling van de groep ouderen
Het maatschappijbeeld wordt gevormd door verschillende generates, zowel jong als oud levert hieraan een bijdrage.
Zowel jong als oud baseert zich hiervoor op eigen ervaringen. Deze ervaringen kunnen persoonlijk zijn. Zo bepalen
de rollen die iemand opneemt, mee hoe iemand naar de ouderen opkijkt.
Vb. de ervaringen die men opdoet als mantelzorger. Naast de persoonlijke ervaringen wordt het beeld teven
beïnvloed door externe factoren, zoals het beeld dat de publiciteitswereld omtrent de ouderen naar voren brengt.
1.2.1 Definiëren van de oudere
1.2.1.1Senioren vs bejaarden
Het defniëren van de groep ouderen is niet eenvoudig. ls men vroeger sprak van de groep bejaarden -> 60+
gebeurde zonder onderscheid te maken in actviteit en leefijd. Behoorden tot de groep van de 3 de leefijd. Revolte
ontstond in de late jaren 1980, wanneer de ouderen zichzelf diferenteerden in acteve- en of oudere bejaarden.
De 3de leefijd werd opgedeeld in:
Jongbejaarden
Bejaarden
Hoogbejaarden
De jongbejaarden waren de jonggepensioneerden, vaak nog actef, dynamisch en volgens hen verre van bejaard of
oud. Deze groep introduceerde groep senioren. De senior is iemand die behoord tot een oudere generate of
jaargang. Neemt bewust afstand van de groep bejaarden
Ondertussen wordt meer de term ‘ouderen’ gebruikt i.p.v. ‘bejaarden’.
Dit geef een positevere benadering van de groep doordat het accent ligt op ‘oud’ worden als proces
met een acteve component
1.2.1.2De 3de, 4de en 5de leeftijd
3de leeftijd: wordt gekenmerkt door hun mogelijkheden of fysiek en psychosociaal vlak jonge ouderen
4de leeftijd: worden geconfronteerd met verliezen in cognite en leervermogen kwetsbare groep
5de leeftijd: kijkt aan tegen het perspectef van het einde. Tot deze leefijdsgroep behoren de ouderen van de
palliateve zorgen. naderende dood
België
1990 2016
Mannen
100+
109 272
Vrouwen
437 1588
100+
Totaal 546 1860
, 100+
1.2.2 Visie op ouder worden in de oudheid
Toen bestonden er al visies op het ouder worden. Wetenschappers gaven weer wat volgens hen het beste antwoord
was op de veranderde levensomstandigheden waarmee het ouder worden gepaard gaat.
Manheimer (2000) onderscheidt 4 visies:
Plato (427 a.C.), die zei dat ouder door voortgezete studie en contemplate nieuwe inzichten en
perspecteven verwerven en zo een bijdrage leveren aan de samenleving.
Aristoteles (384 a.C), beweerde het tegenovergestelde. Volgens hem kunnen ouderen zich maar beter
terugtrekken uit de maatschappij. Komt erop neer dat je moet aanvaarden dat je oud wordt en vooral geen
initateven meer op te nemen in de samenleving
Cicero (106 a.C.) en Montaigne (1533). Zij gaan ervan uit dat ouderen zo lang mogelijk actef moeten blijven
en zich actef moeten verzeten tegen teruggang en verlies. Dit werd in de jaren 1970 als de actviteit
theorie.
Postmoderne gezichtspunt. Dit stelt de attudes tegenover het oud worden door de maatschappij
opgelegde verhalen zijn over het negateve fysiek ouder worden
Oud wordt als negatef gebeuren voorgesteld. Visie van het postmoderne gezichtspunt duidt op de niet te
onderschaten invloed van het maatschappelijke denkbeeld. Voor onze gezondheidswerkers is dit belangrijke info.
We mogen ons niet laten lijden -> negateve stereotypen die de maatschappij formuleert.
2 Demografie
2.1 Demografische veranderingen
Levensverwachting stijgt
Onze maatschappij staat voor een enorme uitdaging. De vergrijzing is niet meer weg te denken en wordt ook op
politek valk en urgent te behandelen thema. Voor het eerst spreekt ment over dubbele vergrijzing of vergrijzing
binnen de vergrijzing. De groep ouderen/ bejaarden -> niet enige groep die sterk toeneemt, ook de groep
hoogbejaarden neemt sterk toe. Leidt tot herdefniëren -> groep ouderen
Gender gerelateerd
Ook bij personen met beperking
Stjgende levensverwachtng voor personen met een beperking levensverwachtng binnen klassieke doelgroepen
van de V PH- sector is steiler dan gemiddelde levensverwachtng van hele ouderenbevolking.
Vb. mensen met downsyndroom worden vele ouder nu
,Europa: Demografsche structuur
Baby boom in de jaren 40 begin jaren 50, na oorlog meer kinderen dus bredere ‘boom’. Daarna rond de jaren 60
werden er minder kinderen geboren door antconcepte en dat vrouwen een carrière konden maken -> de structuur
vanonder werd smaller ontgroening
België
Babyboom: groep kinderen die geboren zijn vlak na WOII (&946-1950;
- 1965) -> generate die nu op pensioen begint te gaan; moeten
jongeren nu gaan onderhouden; ouderen hebben zorg nodig in centra
maar die plek is er niet -> thuiszorg
2.2 Toename van de levensverwachting
Door de evolute van de medische kennis en technologie en de toenemende welvaart -> gevolg op de toename van
de levensverwachtngen.
Een kind begin 20ste eeuw had een levensverwachtng:
49 jaar voor mannen en 51 jaar voor vrouwen
Bij het begin van de 21ste eeuw is dat geëvolueerd naar:
76 jaar voor mannen en 82 jaar voor vrouwen
! in de toekomst neemt de evolute toe, er zijn prognoses tot 2050; waarbij men spreekt over een leefijd van 82 jaar
voor mannen en 88 jaar voor vrouwen
2.3 Aandeel ouderen ten opzichte van de totale bevolking
Naast de stjging van de levensverwachtngen zal er een grote verschuiving optreden in de verhouding ouderen ten
opzichte van de totale bevolking.
, 2.4 Vergrijzing en dubbele vergrijzing (verzilvering)
Komende decennia is er een enorme vergrijzing die op ons afomt. De procentuele toename van het aantal ouderen
heef rechtstreekse efecten op de ouderenzorg. Er zullen meer plaatsen gecreëerd moeten worden -> woon- en
zorgcentra. De thuiszorg zal een topic worden om de zorg betaalbaar te houden.
De vergrijzing: zorgt voor → ernstge wanverhoudingen tussen de groep gepensioneerden en de beroepsacteve
leefijd(B L). Deze groep staat in voor de aanvulling v/d pensioenkas. De verhouding tussen deze groepen noemt
men de ouderenafankelijkheidsgraad(O G). Momenteel is deze 29%
Dit betekent -> op elk 100 potentële arbeidskrachten (20-64jarige) 29 personen 65 plusserszijn. In 1950 was
dat 19% en in 2040 zal dat 40% zijn.
Door deze verschuiving zal het steeds moeilijker worden om in pensioensmiddelen te voorzien.
In Nederland spreekt men van ‘ grijze druk’ i.p.v. ouderenafankelijkheidsgraad.
De dubbele vergrijzing: → duidt op de verhouding hoogbejaarden. In statsteken ziet men dat het aandeel
hoogbejaarden in een stjgende lijn gaat. In 2000 is er een verhouding van 83% ouderen tussen 60 en 80jaar en 17%
ouderen 80+. In 2050 is de prognose 68% ouderen tussen 60 en 80 jaar en liefst 32% ouderen 80+. Opvallend is dat
het aantal 100- jarigen bijna negen keer groter zal zijn dan in 2050.
Gevolgen
Woon- en zorgcentra/ thuiszorg zal een topic worden: gevolg voor de maatschappij voor babyboomers
minder plek in woon- en zorgcentra -> meer thuisverpleging door te weinig plek. De zorg manier van nu is
niet mogelijk voor toekomst
Moeilijker voorzien van pensioenmiddelen:
- Zilverfonds: extra spaarreserve op de begrotng die pensioenmiddelen kunnen aanvullen
- Generatepact: het optrekken van de pensioenleefijd
3 Beeldvorming
Leeftijdsdiscriminatie: ouderen als geheel zijn vaak het slachtofer van stereotypen en discriminate. Vb. een winkel
laat toe om te kopen op krediet, maar ouderen laten ze niet toe om dit te doen, bang dat ze zouden sterven en dat
de winkel het geld niet kan ontvangen.
3.1 Maatschappelijke beeldvorming van de oudere
Binnen onze maatschappij zijn er heel wat vooroordelen. Uit onderzoeken blijkt → dat er niet positef gekeken wordt
naar de oudere en het ouder worden. Ze worden omschreven als conservatef, passief, aseksueel, vergeetachtg,
onproductef,, Maar er is een positeve evolute gaande, die beïnvloed wordt door → nieuwe generate ouderen.
Hierdoor denkt men genuanceerder (doordacht) en positever over het ouder worden. Ze hebben betrekking op
veranderingen v/h intellectueel presteren, de persoonlijke en sociale relates v/d oudere. Voor een optmaal
ouderenbeeld is het van belang → de stereotypen te verklaren en te kaderen in een ruimere context.
Enkel zo kunnen de ouderen als een volwaardige groep beschouwd worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EllenPellis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.