100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding tot fiscaliteit en vak II $7.05   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding tot fiscaliteit en vak II

 19 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting omvat de beginselen van fiscaliteit en personenbelasting. Daarnaast wordt er ook verder gegaan in Vak 2 van het aangifteformulier.

Preview 4 out of 29  pages

  • April 9, 2024
  • 29
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
INLEIDING
WAT ZIJN BELASTINGEN?

DEFINITIE: HOF VAN CASSATIE 12 OKTOBER 1954

Een belasting is een bijdrage opgelegd door de openbare instellingen 1 voor de noodwendigheden van hun
diensten van algemeen nut, gericht aan de personen of instellingen2 die gevestigd zijn op het grondgebied van
die instellingen of die er belangen in hebben, en wanneer die bijdrage door de staat wordt opgelegd, ze door
de wetgever als belasting erkend wordt.

Wat?
=> een bijdrage (= contributie)

Door wie?
=> openbare instellingen (federale overheid, gewesten, provincie, gemeente)

Waarom?
=> om diensten van algemeen nut te bekostigen/ te financieren (bib, onderwijs, wegen, leger …)
=> geen retributie en geen verhaalbelasting

Aan wie?
=> de rijksinwoners (inwoners op het grondgebied), buitenlanders die hier bepaalde belangen hebben

Weten!
=> sociale bijdrage (parafiscaal) is geen belasting
=> moet als belasting erkend zijn door de wetgever

WAAROM BELASTINGEN?
 zware belastingdruk: bij inkomensverwerving en bij besteding van het resterende deel van dat
inkomen
o In 2022 had ons land met bijna 53,05% de (twijfelachtige) eer de hoogste gemiddelde
“belastingdruk” (incl. sociale bijdragen) voor alleenstaande werknemers zonder kinderen te
hebben binnen OESO (=
clubje van 38 landen).
 België is in ‘pole position’!




1 Openbare instellingen = de staat, de gewesten, de gemeenschappen, provincies, gemeentes maar ook openbare
instellingen zoals bijvoorbeeld Polders en Wateringen
2 Gericht op personen en / of groepen: alle (rechts)personen, verenigingen en groeperingen indien zij op het grondgebied

zijn gevestigd of er belangen hebben (territorialiteitsbeginsel)

,INDELING VAN DE BELASTINGEN

DIRECTE BELASTINGEN (INKOMSTENBELASTING)
Belasting geheven n.a.v. het verwerven van een inkomen

❖ Personenbelasting (P.B.)
geheven op het inkomen van rijksinwoners – natuurlijke personen
• Natuurlijke personen: worden op alle inkomsten belast
• Eenmanszaak: op de winsten
Vb. bakkerij op je naam: eenmanszaak
Omzet (verkopen excl. btw): € 100 000 Winst: € 6000
Kosten (gs, huur, personeel …): € 4000
Belastingdruk (+- 60%)
- 20.5% (sociale bijdragen)
- 25%-50% (personenbelasting)
=> anders organiseren
❖ Vennootschapsbelasting (Venn. B)

geheven op de winsten van binnenlandse vennootschappen (BV, NV, …)
vb. een BV oprichten: aandeelhouder brengt kapitaal in
-> richt bedrijf op => nieuw rechtspersoon
-> beperkte aansprakelijkheid
-> 20% of 25% (vennootschapsbelasting)
-> bestuurder: bakker: keert zichzelf loon uit => aftrekbare kost
-kan ook dividend ontvangen: belast 15% of 30%
=> belastingdruk maar 35% hier (20% + 15%)

❖ Rechtspersonenbelasting (R.P.B.)

die de inkomsten van rechtspersonen, zonder exploitatie of verrichtingen van
winstgevende aard taxeert (VZW)

❖ Belasting niet inwoners (B.N.I)

waarin de niet-rijksinwoners/ natuurlijke personen en de buitenlandse
vennootschappen op hun Belgische inkomsten belast worden.

INDIRECTE BELASTINGEN
Belastingen verschuldigd n.a.v. zekere materiële of juridische handelingen

❖ BTW
Verbruiksbelasting
→besteding van een inkomen

❖ Registratierecht (verkooprecht, schenkbelasting…)
n.a.v. het vervullen van registratieformaliteiten

❖ Successierecht (erfbelasting)
belasting op de overdracht van vermogen n.a.v. een overlijden

,GRONDIGE STUDIE VAN DE AANGIFTE
PERSONENBELASTING: INLEIDENDE BEGRIPPEN
RIJKSINWONERS (BELASTINGPLICHTIGE IN DE PB)

WIE IS ONDERWORPEN AAN DE PERSONENBELASTING?
Zie wetboek: (Art 3 + 5 WIB)
Iedere natuurlijke persoon, die aan de kwalificatie rijksinwoner voldoet, wordt in de personenbelasting belast
op zijn wereldwijd inkomen. (zowel binnenlands inkomen als buitenlands inkomen)

Wereldwijd inkomen: aangifte van alle belastbare inkomsten, zelfs indien sommige daarvan in het buitenland
zijn behaald of verkregen (art. 5 WIB92).

BELASTINGPLICHTIGE IN DE PB (RIJKSINWONER)

RIJKSINWONER: (ART 2, §1,1° WIB)
Zie wetboek: (ART 2, §1,1° WIB)
 Onder rijksinwoners worden verstaan:
o De natuurlijke personen die:
▪ Hun woonplaats in België hebben gevestigd;
▪ Wanneer ze geen woonplaats hebben in België, de zetel van hun fortuin in België
hebben gevestigd
o De Belgische diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren die in het
buitenland geaccrediteerd zijn, samen met hun inwonende gezinsleden (echtgenoot en
kinderen);
o De personeelsleden van Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten, samen met
hun inwonende gezinsleden (echtgenoot en kinderen).
o Het gaat hier om personen die geen diplomatiek of consulair statuut bezitten (administratief
en technisch personeel, de particuliere bedienden zoals het keukenpersoneel, dienstboden,
chauffeurs, enz.);
o De andere Belgische openbare ambtenaren zonder enig diplomatiek of consulair statuut. Het
gaat hier om Belgische ambtenaren die tijdelijk in het buitenland verblijven met een
specifieke opdracht, buiten de diplomatieke of consulaire posten.



Voorbeeld: koppel met kinderen. Het gezin woont in België, de partner werkt (tijdelijk) in het buitenland
=> onderworpen aan de PB!
• De natuurlijke personen die in het rijksregister zijn ingeschreven, worden geacht hun woonplaats in
België te hebben gevestigd (weerlegbaar vermoeden)
• Voor gehuwden en wettelijk samenwonenden (voor wie een gezamenlijke aanslag wordt gevestigd):
woonplaats = plaats waar het gezin is gevestigd (niet weerlegbare vermoeden)

, WOONPLAATS
“fiscale” woonplaats: feitelijke woonplaats gekenmerkt door een zekere bestendigheid of continuïteit.
 Woning waar belastingplichtige werkelijk met zijn gezin is gevestigd.
Niet noodzakelijk waar men in bevolkingsregister is ingeschreven (= burgerlijke woonplaats)

ZETEL VAN FORTUIN
Plaats van waaruit de belastingplichtige zijn vermogen (onroerende bezittingen, gelden op rekeningen, …)
beheert

WETTELIJKE VERMOEDENS
Hoe kan iemand als een rijksinwoner aangemerkt worden? De bewijslast terzake ligt bij de administratie (de
fiscus). Daarbij heeft ze twee wettelijke vermoedens (art. 2 § 1, 1° 2de en 3de lid WIB).
 Inschrijving in het Rijksregister
weerlegbaar vermoeden (met uitzondering van tegenbewijs)
 Woonplaats voor gehuwden/ wettelijk samenwonenden
Onweerlegbaar vermoeden (plaats van gezin bepaalt of heel gezin rijksinwoner is of niet, indien
gehuwd worden beide partners hetzelfde behandelt)

WERELDWIJD INKOMEN
Een rijksinwoner wordt in de personenbelasting belast op zijn Belgische én op zijn buitenlandse inkomsten
(omvat alle inkomsten, niet alleen het inkomen)
In de aangifte moeten alle inkomsten worden aangegeven
 Eventueel worden buitenlandse inkomsten vrijgesteld met progressievoorbehoud
 Of vrijgesteld zonder progressievoorbehoud
 Of een belastingvermindering indien geen DBV (= dubbelbelastingverdrag)

Voorbeeld: vrijstelling met PV (progressie voorbehoud) Belastingtarief op inkomen
• Belgie inkomsten: € 10 000 - 8120 – 13870 => 25%
• Frankrijk inkomsten: € 10 000 - 13870 – 24480 => 40%
• => € 20 000 - 24480 – 42370 => 45%
• Personenbelasting: 25% + 40% belast - 42370 - … => 50%
• => aanslagvoet berekend, dan pas vrijgesteld
• € 10 000 X gemiddelde aanslagvoet (40%)


Bij vrijstelling zonder PV wordt er geen rekening gehouden met de inkomsten van het buitenland (dus maar
25% belast)

BELASTBAAR INKOMEN: VIER CATEGORIEËN NETTO -INKOMSTEN
 Onroerende inkomsten
=> als je een woning bezit moet je dit aangeven op het aangifteformulier
 Roerende inkomsten
=> dividenden, intresten, lijfrenten, auteursrechten
 Beroepsinkomsten
=> geld dat je krijgt als je effectief werkt + als je ziek bent en toch wordt betaald
 Diverse inkomsten
=> Je koopt woning om na 2 jaar door te verkopen en maakt winst, op die winst word je belast

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukleroy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.05  1x  sold
  • (0)
  Add to cart