100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
SWK 7: Orthopedagogiek Samenvatting colleges $7.01   Add to cart

Summary

SWK 7: Orthopedagogiek Samenvatting colleges

 21 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Hierbij mijn samenvatting van SWK 7: Orthopedagogiek! Ik heb alle colleges samengevat en wat plaatjes uit de colleges toegevoegd voor verduidelijking. Ik heb de toets in één keer gehaald!

Preview 4 out of 63  pages

  • Yes
  • April 9, 2024
  • 63
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
SWK 7: Orthopedagogiek Normaal – niet normaal

Wat is ontwikkelingspsychopathologie?
“In de ontwikkelingspsychopathologie wordt het ontstaan en beloop van psychische
stoornissen onderzocht”.

- Ontwikkelingsopgaven als uitgangspunt
- Een dynamisch gezichtspunt > kinderen of volwassenen met een stoornis hebben er
niet altijd last van. VB: Op school heb je last van dyslexie, maar als je een baan krijgt
waarbij je niet hoeft te lezen of schrijven, heb je er geen last van.
- Vroeger en nu
- Een uniek individu met unieke ervaringen (kind-, gezins- en maatschappijfactoren).

Classificatie
Classificatie betekent: onderscheid maken en indelen.
Zoals onderscheid tussen allerlei soorten organismen, of grazers, of psychische stoornissen.

Het DSM-classificatiesysteem: handboek voor psychiaters waarin allerlei stoornissen
vermeld staan. VB: Er worden allerlei kenmerken opgenoemd en als je minimaal 5 van de 9
kenmerken hebt over een bepaalde tijd, heb je bijvoorbeeld een bepaalde stoornis.
- DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
- Internationaal gebruikt handboek, maar het wordt uitgegeven door The American
Psychiatric Association.

Indeling van gedrag op grond van (uiterlijke en innerlijke) kenmerken.
Innerlijke kenmerken: angst, somberheid
Uiterlijke kenmerken: wat je ziet aan het gedrag, bijvoorbeeld ADHD > heel druk
- Het basisprincipe is beschrijving
- DSM-5 is een classificatiesysteem, ook al zegt de titel “diagnostic”.
- Een andere omschrijving van ‘classificatie’ is herkenning.

DSM-systematiek
DSM werkt traditioneel met vaststellen van wel of geen stoornis
- Je hebt het of je hebt het niet
- Een beetje een stoornis hebben kan volgens DSM niet.
Dimensioneel denken
In DSM-5 wordt voor het eerst onderscheid gemaakt:
Lichte, matige of ernstige vormen van een stoornis. Hoe meer symptomen, hoe ernstiger de
stoornis.

Differentiaaldiagnose en comorbiditeit
Bij het vaststellen of een kind een psychische stoornis heeft, spelen tegelijkertijd nog 2
vragen.
- Hoe zeker ben ik van mijn zaak? Welke andere stoornissen lijken hierop, en kan ik
die op grond van argumenten uitsluiten?
Dit noem je differentiaaldiagnose.
- Welke andere problemen of stoornissen gaan vaak samen… met de stoornis die ik
heb vastgesteld?
- Dit noem je comorbiditeit

,Differentiaaldiagnose
Zeker zijn van je zaak is heel belangrijk
Het niet vaststellen van een stoornis, de verkeerde stoornis vaststellen, ten onrechte een
stoornis vaststellen:
Kan grote negatieve gevolgen hebben voor het kind en zijn gezin.

Overlap tussen stoornissen
Secundaire problemen

Comorbiditeit
Zeker bij kinderen en jeugdigen eerder regel dan uitzondering.
- Een kind met slechts één psychische stoornis is uitzonderlijk.
- Denk ook aan comorbiditeit met lichamelijke problemen en sociale problemen.
Een voorbeeld is ADHD: gaat vaak samen met o.a. gedragsstoornis, depressie en
angststoornis (en nog meer).

Diagnostiek
1. Waarom heeft dit kind deze klachten op dit moment van de ontwikkeling gekregen?
2. Waarom blijven juist deze problemen en klachten bestaan?
3. Wat zegt het over dit kind en het gezin dat deze problemen zijn ontstaan en blijven
bestaan?
- Gebaseerd op theorie en interpretatie
- Eerste stap naar hulpverlening
- Het is een voorwaardelijke stap: ná diagnostiek volgt (eventueel) hulpverlening.

Samengevat:
- Classificatie: Wat is er aan de hand?
- Diagnostiek: Waarom en hoe is dat zo gekomen?

Risico cirkelredenaties
Classificatie ‘ADHD’ is samenvatting van:
- Druk gedrag
- Moeite hebben met volgehouden aandacht
- Impulsiviteit (mits niet gevolg van: ziekte, drugs, depressie, angst, etc.)

Vraag: “Waarom is hij zo druk?”
‘Hij is druk en impulsief omdat hij ADHD heeft’ = ‘Hij is zo druk en impulsief omdat hij zo druk
en impulsief is’.

Hulpverlening
Drie factoren vergroten de kans dat er een beroep wordt gedaan op hulpverlening:
- De ernst van de problemen
- De leeftijd van een kind (hoe ouder, hoe sneller)
- De combinatie van kind problemen en gezinsproblemen

Bepalen van de ernst
- Criterium 1: als iets afwijkt van het gemiddelde
- Normaal – abnormaal statistische norm (gemiddelde van kwantitatieve gevens is de
norm)
Bv. Aantal woorden wat een kind op een bepaalde leeftijd leest
Zegt nog niets over dat er iets mis is of dat er iets gedaan moet worden!

,Percentielscores
Bijvoorbeeld: kind met gedragsproblemen
- Hoe afwijkend zijn deze gedragsproblemen van het kind in vergelijking met andere
kinderen? (Statistisch criterium)
- Ouders vullen vragenlijst in naar gedragsproblemen
- Hier komt percentiel 98 uit:
Slechts 2 procent van de kinderen laat volgens hun ouders meer gedragsproblemen zien
dan dit.

Bepalen van de ernst
- Criterium 2: Als iets afwijkt van het ideaal
- Afwijken van een ideaal kan geen/soms/wel een probleem zijn
- Zegt nog niets dat er iets mis is of dat er iets gedaan moet worden!

Reflecties bij norm van het ideaal
Iemand kan ‘anders’ zijn, maar
- Lijdt de persoon?
- Is hij een gevaar voor zichzelf?
- Hebben anderen er last van?
- Kan hij zijn sociale relaties onderhouden?
- Kan hij zijn werk doen?
Excentriciteit doet een beroep op onze tolerantie
- Ook hier speelt een morele component
- Maar ook: gevoel voor humor

Bepalen van de ernst
Criterium 3: als er sprake is van een stoornis
- …onbegrijpelijk gedrag?
- … een ziekte?
- … een herkenbaar beeld?

Criterium 4: integratie
Is er sprake van een probleem in de adaptatie?
- Problemen in het leeftijdsadequaat aangaan van relaties (inclusief die met jezelf)
- Problemen in het leeftijdsadequaat verrichten van werk
- Ervaren van lijden

Integratie van perspectieven: adaptatie
- Dat vraagt een (dynamisch) evenwicht tussen de mogelijkheden van de persoon en
de mogelijkheden in de omgeving
- LET OP: sommige mensen functioneren sociaal en professioneel geweldig, maar zijn
toch diepongelukkig. Lijden kan op zich een criterium zijn. (Denk aan depressie)
- LET OP 2: sommige mensen functioneren sociaal en professioneel geweldig, maar
maken sommige anderen toch diepongelukkig. Het lijden van de omgeving
(onveiligheid) kan ook een criterium zijn.

Reflecties over adaptatie
- ‘Leeftijdsadequaat dient opfevat te worden als ‘passend bij de ontwikkelings-leeftijd’
Als iemand op beide criteria faalt, maar:
- Hijzelf heeft er geen last van
- En de omgeving heeft er geen last van
- Is er dan eigenlijk wel een probleem?

, Criteria ernst (naar Rutter)
- Bij de (ontwikkelings)leeftijd passend?
- Intensiteit (opvallend heftig, met grote gevolgen)
- Frequentie, duur (recent of langdurig?)
- Verstoring functioneren?
-Sociale beperkingen (vrienden, gezin)
-Schoolprestaties
-Belemmering/verstoring verdere ontwikkeling
- Situatie gebonden of algemeen?
- Past het bij de (socio)culturele achtergrond?
- Op zichzelf staand of reactie op gebeurtenis?
- Leidt het probleem toch psychosociale stress?
-Kind, gezin, maatschappij
- Zijn er gedragingen die normaal niet voorkomen in de ontwikkeling (die wijzen op een
bepaalde stoornis)?




Volgende vragen:
1. Kwantitatief: hoe vaak, hoe sterk, hoeveel plekken, etc.
2. Kwalitatief: wie heeft er last van? Wat gaat er mis?
3. Subjectief:
1. Hoe beleven de betrokkenen het
2. Wat denken zij dat er aan de hand is?
3. Wat hopen ze vooral dat er verandert?
4. Waarom wordt er nú hulp gevraagd?
4. Geschiedenis: gebeurtenissen, diagnostiek, hulp
5. Context: beschermende én bedreigende factoren, wie zijn er betrokken, wie is
verantwoordelijk

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannevriet. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80796 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.01  1x  sold
  • (0)
  Add to cart