Geschiedenis H8 Politieke strijd en emancipatie samenvatting
16 views 0 purchase
Course
Geschiedenis
Level
HAVO
Hooftstuk 8 Politieke strijd en emancipatie volledige samenvatting. Uit het boek MEMO geschiedenis bovenbouw Havo.
8.1 conservatisme en politieke liberalisme, 8.2 Emancipatie, 8.3 Naar een verzuilde samenleving.
8.1 Conservatisme en politiek liberalisme
Restauratie en liberale revoluties
De Restauratie 1814-1830 reactie op democratische revoluties uit 18e eeuw en de
Napoleontische tijd.
Franse Revolutie had Europa geschokt: Napoleon Bonaparte (Frankrijk) raakte in oorlog met
Europa. Liep vast op Rusland. 1814 werd hij verslagen. Na slag bij Waterloo (1815) was het
gedaan met zijn macht.
Omgaan met de erfenis van Napoleon
Napoleon: revolutionaire idealen en autoritair bestuur.
- Had einde gemaakt aan oude privileges v.d. adel.
- Traditionele vorsten vervangen door nieuwe staatshoofden: vaak familie van
Napoleon
- Nieuwe grenzen getrokken
- Nieuwe wetten uitgevaardigd
- Nieuwe bestuursfuncties ingevoerd
Nadat Napoleon was verslagen vonden de oude koningen, keizers en prinsen dat alles
zoveel mogelijk moest worden teruggedraaid. Probeerde nieuwe revolutie te voorkomen,
schuwden daarbij geen middel -> verdrag van Verona.
Conservatisme en politiek liberalisme
Congres van Wenen (1814-1815):
- Europese landen werden het eens dat oude vorsten in hun oude rechten moesten
worden hersteld.
- Machtsevenwicht komen tussen de grote staten: Frankrijk werd omringd door enkele
nieuwe, sterke staten.
Maar simpel herstel bleek niet mogelijk omdat niet iedereen op dezelfde manier naar de
gebeurtenissen in Frankrijk keek.
Twee stromingen:
1 Conservatisme
Een volk kan zich niet zelf regeren loopt uit op chaos en terreur.
Traditioneel bestuur door keizer of koning en mensen van adel is beste garantie voor
stabiliteit en veiligheid: waren blij met Restauratie.
2 Politiek liberalisme
Bleven geloven in een aantal idealen van de Franse Revolutie: vonden dat burgers
betrokken moesten worden bij het bestuur.
Minstens de rijke burgers: in ruil voor betalen van belasting.
Nieuwe revoluties
Liberale burgers in Europa verlangde naar meer inspraak en vrijheid.
1830 Opnieuw een revolutie in Frankrijk; koning vluchtte en werd vervangen door monarch
die de burgers meer rechten toestond.
1848 Tweede golf van liberale revolutie door Europa.
Frankrijk als een van de laatste kiesrecht voor mannen.
Stukje bij beetje moesten vorsten en adel hun macht afstaan aan de gegoede burgerij.
, Het Koninkrijk der Nederlanden
Ontstaan
Gevolgen voor Nederland:
1795 Oude Republiek met Franse steun vervangen door een revolutionaire staat, Bataafse
Republiek
1806 Napoleon hief de Bataafse Republiek op en installeerde zijn broer, Lodewijk, als
koning van het Koninkrijk Holland.
1810 Koninkrijk Holland werd weer opgeheven en Nederland werd onderdeel van Franse
Keizerrijk
1813 Veel Nederlanders hadden genoeg van de Franse overheersing; wilde wel de
eenheidsstaat behouden (die de Bataven in 1798 hadden ingevoerd) en er moest een
Oranje aan het hoofd komen.
Dus: nieuw te creëren centraal bestuurd koninkrijk met aan het hoofd de zoon van de
laatste stadhouder, Willen Frederik van Oranje-Nassau.
1815 Willem Frederik van Oranje-Nassau treedt aan als Koning Willem I
Bestuurlijke inrichting
Koninkrijk der Nederlanden anders dan de oude Republiek:
- Koninkrijk veel groter dan de Republiek door toevoeging van de Oostenrijkse
Nederlanden (het huidige België). Door wens van Europese regeringsleiders om
Frankrijk te omringen met krachtige bufferstaten.
- Bestuurlijk:
Republiek was een samenwerkingsverband van zelfstandige gewesten met eigen
regels en afspraken. Kende geen grondwet die macht van heersers moesten
beperken.
Koninkrijk: centraal bestuurde eenheidsstaat waar overal dezelfde wetten en regels
golden. Men koos voor constitutionele monarchie: hoofd is koning die gebonden is
aan een grondwet.
Grondwet garandeerde ook vrijheden zoals vrijheid van drukpers.
- Republiek kende geen verkiezingen: elite had de bestuursbanen onderling verdeeld.
Koninkrijk: koning en zijn ministers werden gecontroleerd door een parlement dat -
indirect- gekozen was door het volk.
Klinkt democratisch maar koning had in de eerste jaren nog veel macht.
Manier waarop het parlement tot stand kwam nog niet heel democratisch:
Leden van de Tweede Kamer werden getrapt gekozen. Eerst mocht een klein deel
van de bevolking (rijk en mannelijk) de leden van de Provinciale Staten kiezen. Deze
kozen vervolgens de leden van de Tweede Kamer. De leden van de Eerste Kamer
werden door de koning benoemd.
In de Grondwet stond ook dat de koning ‘Koninklijke Besluiten’ kon nemen, zonder
het parlement te raadplegen.
Belgische opstand
Burgers komen in opstand tegen de autoritaire koning.
Het werd een regionale opstand: burgers van het in 1815 toegevoegde katholieke zuiden
voelde zich achtergesteld en weinig gehoord, leidde tot een revolutie. Willem I verzette zich
nog wel maar de Belgische afscheiding was niet te voorkomen.
1830 België apart land. Willem I erkende dit pas in 1839.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SmartJelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.38. You're not tied to anything after your purchase.