100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Klinische psychologie 1 met DSM-5 $8.22   Add to cart

Summary

Samenvatting Klinische psychologie 1 met DSM-5

 28 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting voor het vak Klinische Psychologie gegeven op het HBO Academy in het tweede leerjaar. Samenvatting is overzichtelijk en duidelijk, waarbij de stof in het boek is aangehouden. Gemaakt met het nieuwste boek van Klinische Psychologie, waar de DSM-5 wordt gebruikt.

Preview 3 out of 26  pages

  • No
  • Zowat alles behandeld, behalve de behandelingen. ook hoofdstuk 19, 20 en 21 niet.
  • April 9, 2024
  • 26
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Klinische psychologie
Basis

College 1
Definitie Klinische Psychologie = “Het gebied van de psychologie dat zich bezighoudt met afwijkend,
slecht aangepast en abnormaal menselijk gedrag. Onder de paraplu van klinische praktijken vallen
diagnose, classificatie, behandeling, preventie en onderzoek.”

Abnormaal gedrag kan betrekking hebben op verschillende aspecten van het menselijk functioneren. In
de eerste plaats kan het gaan om aspecten van de individuele persoon (gedachten, gedrag en
belevingen). In de tweede plaats kunnen mensen ook afwijken van de norm in hun relaties met andere
mensen. Essentieel hierbij is dat abnormaal gedrag alleen kan worden verklaard tegen de achtergrond
van de normale processen.

Zeven factoren die bepalen of gedrag als abnormaal wordt beschouwd:
1) Persoonlijk lijden
2) De (dis)functionaliteit van het gedrag
3) Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
4) Onvoorspelbaarheid en controleverlies
5) Opvallend en onconventioneel gedrag
6) Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt
7) Het overtreden van morele normen

Er zijn verschillende modellen die uitspraken mogelijk maken over het onderscheid tussen normaal en
abnormaal gedrag.

1. Statistisch model
= uitgangspunt van dit model is dat menselijke eigenschappen (intelligentie of bijvoorbeeld de neiging
om snel boos te worden) min of meer normaal verdeeld zijn in de algemene bevolking. Er wordt bij dit
model dus van abnormaliteit gesproken bij extreem hoge of extreem lage scores op de schalen waarmee
deze eigenschappen worden gemeten.




Kritiek op dit model is vooral de vraag waar precies de grens tussen normaal en abnormaal gedrag
getrokken moet worden à grens is arbitrair. Daarnaast specificeert niet hoe ongewoon gedrag moet
zijn om het abnormaal te kunnen benoemen. Een derde bezwaar is dat het onduidelijk is of er sprake is
van persoonlijk lijden.

, 2. Medisch of ziektemodel
= Volgens de aanhangers van het medische model zijn psychische stoornissen vergelijkbaar met
somatische ziekten en dus het beste te verhelpen door de onderliggende mechanismen te bestrijden.
Zij gaan ervan uit dat die mechanismen somatogeen zijn (= een lichamelijke aandoening ligt ten
grondslag aan een psychische stoornis). Behalve somatogeen kunnen mechanismen ook psychogeen
zijn. Dit houdt in dat aan een stoornis een psychologisch mechanisme ten grondslag ligt.

Kritiek op het medische model is dat er bij veel psychische stoornissen geen onderliggend mechanisme
aangetoond. Daarbij is de vraag of de term genezing wel op zijn plaats is. Het tweede punt van kritiek is
dat begrippen als ziekte en therapie stigmatisering in de hand werkt.




3. Leer- of onderwijsmodel
= Uitgangspositie is niet een ziekte of abnormaliteit, maar een persoonlijk probleem. Stoornissen zijn
ontstaan door verkeerd lopende leerprocessen. Er wordt bij dit model niet gesproken over een
diagnose, maar over een leerdoel. Voordelen van dit model is dat er sprake is van minder stigmatisering,
daarnaast doet het meer recht aan eigen verantwoordelijkheid van mensen met een persoonlijk
probleem.

De kritiek die komt kijken bij het model ligt wederom bij de verantwoordelijkheid van mensen. Pas als
mensen niet meer zelf de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun eigen gedrag, en dus niet
aanspreekbaar zijn op hun doen en laten worden ze pas als ‘ziek’ beschouwd.

, Definitie psychische stoornissen = “Een syndroom gekenmerkt door klinisch significante symptomen op
het gebied van cognitieve functies, de emotieregulatie, of het gedrag van een persoon dat een uiting is
van een disfunctie in de psychologische, biologische of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen
aan het psychische functioneren.”

Echter zijn er wel drie uitsluitende omstandigheden:
1. Te verwachten en cultureel aanvaardbare reacties (zoals bij rouw)
2. Deviant gedrag dat voortvloeit uit het behoren tot een politieke, religieuze of seksuele
minderheid
3. Afwijkend gedrag moet niet voortkomen uit een persoonlijk conflict tussen het individu en de
maatschappij (moet in de persoon zelf zitten en geen reactie op)

Een referentiekader is bepalend voor de manier waarop je iets ziet, interpreteert of beoordeelt. Het
wordt gevormd door normen, waarden, ervaringen en sociale omgeving. Je bent je er maar deels
bewust van.

Neurobiologische benadering
= de hersenen zijn in hoge mate betrokken bij het tot stand komen van (psychopathologisch) gedrag.
De neurobiologische benadering gaat uit van de kennis over de werking van de hersenen, genetica en
biologische afwijkingen. De onderzoeken bestaan veelal uit tweelingstudies, familiestudies of
adoptiestudies. Er is een samenhang tussen psychische processen en neurobiologische functies:
1. Internaliserende problematiek (angst/depressie/piekeren) à komt door overactief autonoom
zenuwstelsel
2. Externaliserende problematiek (gedragsproblemen) à komt door onderactief autonoom
zenuwstelsel

Een predispositie is een bepaalde (aangeboren) genetische aanleg. Iedereen heeft predisposities en is
daarom op neurobiologisch gebied verschillend. Je kan dit bijvoorbeeld terug zien in persoonlijkheid,
vatbaarheid voor psychische klachten of vatbaarheid voor lichamelijke ziektes.

Belangrijke begrippen van de neurobiologische benadering:
1. Genotype = specifieke genen, erfelijk bepaald
2. Fenotype = het waarneembare resultaat van interactie tussen genotype en omgeving
3. Genotype-omgeving correlatie = wanneer individuen omgevingen selecteren of construeren
met invloeden die variëren met hun genetische neigingen
4. Genotype-omgeving interactie = mensen zijn in verschillende mate vatbaar voor hun omgeving:
effect van de omgeving op een fenotype

Verschillende modellen dat de neurobiologische benadering gebruikt:
1. Differential Susceptibility Theory (Differentiële gevoeligheidstheorie) = vatbare personen
worden meer beïnvloed door wel een positieve al een negatieve omgeving
2. Diathese-stress model = als vatbare personen in een negatieve omgeving opgroeien, hebben zij
meer kans op een negatieve uitkomst.

Drie processen die de hoeveelheid neurotransmitters in de synaps beïnvloeden:
1. Productie
2. Katabolisme
3. Heropname

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurademeij. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.22  1x  sold
  • (0)
  Add to cart