Op basis van de toetsgids 2019 heb ik een samenvatting gemaakt. Dit is alles wat je nodig hebt om de Kennis Basis toets Nederlands te halen.
Voor extra ondersteuning heb ik Flascards gemaakt. Op deze manier kan je jezelf overhoren en ook dit is een makkelijke manier van leren. Deze kan je download...
Je kunt in taalgebruikssituates aangeven of een kind zijn taal leert ten aanzien van
semantssce, fonologissce, morfologissce, syntastssce en pragmatssce aspesten
Je kent twee versscillende tceorieën over taalverwerving: sreateve sonstrusteve tceorie en
internatonale benadering
Taalverwerving via spreken en luisteren
Visies op taalverwerving
Eerste taalverwerving het behaviorisme, het natvisme, de interactonele benadering en nieuw
onderzoek
Tweede taalverwerving De interferentetheorie, de universalistsche theorie, de interactonele
benadering en tweetalige opvoeding
Eerste taalverwerving
Createve constructe theorie (Natvisme) (Komt voor in de toets)
Kinderen beschikken zelf over een aangeboren taalvermogen en kunnen elke taal leren
waarmee ze in contact komen.
Kinderen beschikken over een aangeboren grammatca.
Deze benadering zet het taalleervermogen van een kind centraal.
Kinderen ontdekken zelf de structuur en kunnen zinnen creëren die ze nog nooit eerder
hebben gehoord.
Datgene wat kinderen zeggen wordt contnue getoetst bij wat ze in hun omgeving horen. Zo
komen kinderen steeds dichter bij de regels die volwassenen toepassen in hun taalgebruik.
Dit gebeurt vaak onbewust, want ook volwassenen kunnen bewust vaak de regels niet
opnoemen.
Er is dus geen sprake van imitate. andacht van taalaanbod ligt op de achtergrond.
Iedere taalgebruiker is createff hij maakt nieuwe zinnen vanuit zijn eigen createve
vermogen
Bij deze theorie ligt de nadruk op datgene wat er afspeelt in het hoofd van de taalgebruiker
en er wordt minder aandacht besteed aan taalaanbod.
Voorbeelden:
Eerste tweede driede vierde vijfde
Ik zie twee tafels ik zie twee paards
Piet is van cet dak gevald
,Interactonele benadering (komt voor in de toets)
Het aangeboren taalleervermogen, de taalaanbod van de omgeving en de interacte tussen een kind
en andere moedertaalsprekers zijn belangrijk bij het leren van een taal.
Taalaanbod, taalruimte en feedback zijn belangrijk.
Taalaanbod moet worden afgestemd op de mogelijkheden van het kind (hogere toonhoogte, korte
zinnen etc.)
Taalruimte, door mogelijkheden in gesprekjes (taalproducte), kinderen leren initatef te nemen en
onderwerpen aan te dragen. En ook geven ouders feedback op vorm en inhoud van het kind.
Een kind krijgt dan de kans hypotheses op te stellen, wel met fouten, maar dat zijn noodzakelijke
stappen om taal te leren.
Nieuw onderzoek
Kinderen leren een taal doordat ze concrete taalwaarnemingen generaliseren. Kinderen leren
algemene patronen herkennen in de taal die ze om zich heen horen (de concrete taalwaarnemingen).
Deze patronen kunnen ze dan op andere situates toepassen (generaliseren).
Kritsche periode
Onderzoekers zeggen dat tussen 0 en 7 jaar het brein sterk gericht is op het verwerven van taal.
Uit deze bespreking van visies op taalverwerving worden verschillende factoren duidelijk die de
eerste taalverwerving van het kind bevorderen
Modelleren door volwassenen
Een kind heef een omgeving nodig waarin volwassenen een begrijpelijke taal spreken en het
kind stmuleren. Een kind leert via imitate. Een rijk en goed taalaanbod is belangrijk.
Feedbask op incoud en vorm
Feedback handelen, spreken, door voordoen en soms te corrigeren. Ouders moeten kinderen
stmuleren en aansporen.
Ruimte voor taalproduste
In een betekenisvolle situate leert een kind een nieuw woord door de feedback van ouders.
Kinderen leren praten tussen 1 – 1,5 jaar, maar soms ook pas met 3 jaar. Dit noem je de stlle
periode. Kinderen begrijpen de taal wel, maar spreken het nog niet.
Taal en denken stmuleren elkaar
In gesprek gaan stmuleert de ontwikkeling en hiermee worden woorden gekoppeld aan de
omgeving. Zo krijgt een kind kennis over de wereld om hem heen. Het kind ontwikkelt een meta
linguïstssc bewustzijnf het heef een impliciete kennis van taal en kan zich in communicate met
volwassenen bewust worden van de mogelijkheid te refecteren op taal en taalgebruik en
daarmee dit taalgebruik verbeteren.
, Tweedetaalverwerving (komt voor in de toets)
Je kent de versscillen tussen eerste en tweede taalverwerving met cet oog op de fastoren
taalkennis en tjd en kent de begrippen simultane en sussessieve tweetaligceid
Je kent cet begrip interferentefout en kan in een taalgebruikssituate aangeven of er sprake is
van interferentefouten
Eerste taalverwerving is de taalontwikkeling van een kind waarvan Nederlands hun moedertaal is.
Tweede taalverwerving de moedertaal is een andere taal
Simultane tweetaligheid als een kind twee talen tegelijk leert. Dit geldt voor kinderen voor hun
derde levensjaar beginnen met leren van een tweede taal
Successieve tweetaligheid Kinderen leren een tweede taal nadat ze een eerste taal hebben
geleerd. Dit geldt na het derde levensjaar.
Meertalige opvoeding
Bij een goed aanbod is meertaligheid alleen maar een voordeel, onder meer omdat deze kinderen
vaak eerder een metalinguïstek bewustzijn ontwikkelenf ze verwerven eerder impliciete en
expliciete kennis over taal en ze begrijpen al jong dat een taal een set van afspraken is.
Interactonele benadering
De nadruk wordt gelegd op aanbod en interacte en feedback. Wanneer kinderen pas op de
basisschool Nederlands gaan leren, is het te laat. Dit omdat de omgeving van school niet aangepast is
aan het beginnende niveau. De achterstand is moeilijk in te halen.
Eerste taalverwerving Tweedetaalverwerving
Begint vlak na de geboorte en verloopt via een Begint op latere leefijd en er zijn grote
vast patroon verschillen in tempo waarin iemand een tweede
taal leert
Volwaardig taalgebruiker, zeker op syntactsch Het niveau ligt onder iemand die dezelfde taal
niveau als moedertaal heef. Vaak ook een licht accent
Je leert een taal zonder voorkennis Je leert een taal met kennis van de eerste taal.
Het leren van de tweede taal wordt beïnvloed
door de moedertaal. Dit noemen interferente.
Er kunnen dan interferentefouten voorkomenf
fouten die voortkomen uit verschillen tussen de
eerste en tweede taal. Een Turks kind gebruikt
bijvoorbeeld geen lidwoord of zal een woord als
wiel uitspreken als wil, omdat je in het Turks
geen verschil kent tussen de i en de ie
Leren van eerste taal is gekoppeld aan algemene Minder het geval, algemene ontwikkeling is vaak
ontwikkeling al vergevorderd als de tweedetaalverwerving
nog moet beginnen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Karlijn12345. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.