100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Effectonderzoek in de gedragswetenschappen H2 t/m H6 $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting Effectonderzoek in de gedragswetenschappen H2 t/m H6

2 reviews
 109 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting boek Effectonderzoek in de gedragswetenschappen H2 t/m H6 voor tentamen Methoden en technieken (AOLB jaar 2)

Preview 4 out of 32  pages

  • Yes
  • January 11, 2019
  • 32
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: veerlerosalie • 4 year ago

review-writer-avatar

By: renatekroes2000 • 5 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 2: Empirische methodologie

Wat is methodologie? (2.2)
Methodologie = leer van de weg, waarlangs men tot kennis komt =studie van de wetenschappelijke
methoden en technieken, die in de wetenschap worden voorgeschreven en die moeten worden
gebruikt om kennis te verwerven en om de wetenschap vooruit te helpen. Kenmerken:
- Gebaseerd op logica
- Systematsch, controleerbaar en reproduceerbaar (vvan belang dat het goed systematsch
wordt aangepakt en precies hetzelfde is over de hele wereld)
- Niet alleen normatef, maar ook descriptef en vergelijkend: bepaalde technieken worden
beschreven, met andere vergeleken, in een groter verband geplaatst, geëvalueerd,
aanbevolen etc.
De Groot:
- Methodologie gaat over de normen die betrekking hebben op de methoden en technieken
van onderzoek, en de daaruit voortvloeiende richtlijnen voor het wetenschappelijk denken
en handelen.
- Vergelijking wetenschapsbeoefeningen met schaakspel:
o Normen van logica en methodologie = spelregels (vwat mag en niet mag)
o Methoden en technieken = aanbevolen speelmethoden (vhoe kun je beginnen etc.)
o Impliciete normen en gewoonten = ongeschreven spelregels (vvalsspelen etc.)
- Wetenschapsbeoefening:
o Hoe ziet de wereld eruit?  op zoek naar modellen van de werkelijkheid
 Benadering van werkelijkheid verschilt per invalshoek
 Bv. Op papier, concreet model, simulate, gericht en gecontroleerd opzet
 Model van werkelijkheid wordt gedefnieerd aan de hand van een theorie
o Doel:
 Streven naar waarheid: vormen van theorieën  toetsen aan werkelijkheid
 Streven naar zekerheid: herhalen  komt er hetzelfde uit?

Empirische cyclus van A.D. De Groot
Gericht op theoriegericht onderzoek
= theoriegericht onderzoek, gericht op het verwerven van wetenschappelijke kennis over de
werkelijkheid, verklaring van een verschijnsel  5 fases
- 1. Observate: verzamelen van empirisch feitenmateriaal  formulering kennisprobleem
o Met name literatuur
- 2. Inducte: onderzoeksvragen en hypothesen formuleren  theorie
o Met behulp van andere theorieën
- 3. Deducte: aafeiding van speciale consequentes uit hypothese(vn)  toetsbare
voorspellingen  dataverzameling
- 4. Toetsing: toetsing van hypothese en onderzoeksvragen  data-analyse
o Daadwerkelijke uitvoering van het onderzoek
- 5. Evaluate: evaluate van de uitkomsten van toetsing in relate tot hypothesen en theorie
(vfeedback) en eventueel naar vervolgonderzoek (vfeedforward)
o Kan je je uitkomsten weer in de theorie plaatsen?
Regulatieve cyclus aan ttriens (2.3)
= praktjkgericht onderzoek, gericht op de efectviteit van geboden hulp of de oplossing van een
probleem, gericht op beslissingen  hulpverleners kunnen werk systematsch
- Beginpunt: bij een theorie die beschrijf hoe mensen in het algemeen problemen oplossen,
vooral kijken naar de praktjk i.p.v. de literatuur
- 1. Probleemstelling: vaststellen problemen, doelen en middelen



1

, - 2. Diagnose: probleemsituate onderzoeken, oorzaken identfceren  kader maken
- 3. Plan (vontwerp): ontwikkelen van mogelijke oplossingen  korte- en langetermijndoelen,
inzet van middelen en methodiek en formuleren van efectviteitscriteria
- 4: Ingreep: uitvoer van plan, oplossing wordt geïmplementeerd, goed in de gaten gehouden
- 5: Evaluate: nagaan of probleem is opgelost, efecten, efectviteit en efciënte (vtjdigeld)


Hoofdstuk 3: Defnities van enkele relevante begrippen
3.2 Gedragswetenschappen
Gedrag: alle actviteiten van een (vmenselijk) organisme, die waarneembaar of registreerbaar zijn of
tot waarneembare of registreerbare toestandswijzigingen leiden
Gedragswetenschappen: ratonele actviteiten van deskundigen, gericht op overeenstemming,
waarbij met behulp van empirisch onderzoek zicht wordt verkregen op menselijk gedrag

3.3 Interventie(programma)
Intervente: goed gedefnieerd en inde tjd gefaseerd geheel aan actviteiten ter realisering van
bepaalde goed omschreven doelen  programma, training of behandeling
Kenmerken:
- Goed omschreven doelen, gericht op het oplossen, verminderen of voorkomen van risico’s of
problemen bij kinderen eniof volwassenen
- Sluit aan bij toepasselijke theorieën en hypothesen
- Inhoud en doelgroep zijn goed gedefnieerd
- In de tjd gefaseerd ter wille van het bereiken van de doelen
- Bevat vooraf geplande evaluatemomenten en -criteria
Doelen:
- Verminderen, compenseren of voorkomen van: ontwikkelingsachterstanden, psychosociale
of opvoedingsproblemen
- Verminderen van gevolgen hiervan
- Bevorderen van: gunstge ontwikkeling of positef opvoedingsklimaat
Toevoeging van Nederlands Jeugd Insttuut: gericht op ontwikkeling van een jeugdige (ven omgeving)

3.4 Efectiviteit van interventies
Efectviteit: de intervente is werkzaam en realiseert het vooropgestelde doel ervan  duidelijkheid
over: doel, aanpak en doelgroep  dan pas uitleggen of en wanneer iets efectef is
Verschillende niveaus van efectviteit, afankelijk van mate waarin het doel bereikt is en mate
waarin het aannemelijk is gemaakt dat de intervente daarvan de oorzaak is
Efectviteit als contnuüm  mogelijk om verschillende vormen en niveaus van causale
gevolgtrekkingen te onderscheiden
Dimensies van Dunst et al.:
- Afankelijkheid: mate waarin functonele relate tussen de intervente (vonafankelijk) en
uitkomst (vafankelijk) bestaat  doel moet afankelijk zijn van intervente
- Specifciteit: mate waarin specifeke, identfceerbare dimensies van de intervente aan te
wijzen zijn, die een relate met de afankelijke variabele (vuitkomst) bezit
- Alternateve verklaringen: mate waarin andere factoren (vhidden third factors) invloed
hebben op de afankelijke variabele  uitschakelen  controlegroep!
Niveaus van Veerman en Van Yperen:
- 0: werken met impliciete kennis  nog niet duidelijk uitgeschreven, efectviteit van
intervente is niet aangetoond  niet overdraagbaar  black box
- 1: Potenteel: doel en aanpak duidelijk omschreven  overdraagbaar en efectviteit is in te
schaten, maar niet bewezen  bewijskracht is descriptef


2

, - 2: Veelbelovend: theoretsche bewijskracht, efectviteit bewezen  nu pas echte intervente
- 3: Doeltrefend: voorlopige en indicateve bewijskracht, gemeten of doelen bereikt zijn,
doelgroep is bereikt en intervente is volgens plan uitgevoerd  maar: niet gemeten of efect
door intervente komt
- 4: werkzaam en bewezen efectef: causale bewijskracht, gemeten verbetering is toe te
schrijven aan de intervente

Dus: intervente is efectef als het gevolg van de intervente (v= efect) toe te schrijven is aan de
intervente, waarbij zoveel mogelijk storende factoren uitgeschakeld zijn
Efect = mate waarin een lange of korte termijn doel is behaald ten gevolge van de intervente
Gerelateerde termen:
- Resultaat: geheel van gegevens, feitenmateriaal en conclusies dat wetenschappelijk
onderzoek oplevert  neutraler dan efect (vmate van bedoeling uitkomst en oorzaak van
resultaat blijven open)
- Verandering: het anders maken of worden, hangt samen met ontwikkeling  veranderingen
die in diferentate en integrate van functes optreden  zegt niks over oorzaken
- Doeltrefendheid: voorwaarde voor het predicaat efectef  uitkomst hoef niet door de
intervente te zijn behaald
- Kostenefectviteit: verhouding tussen de efecten en de kosten van een intervente
o Kosten: toepassing, doelgroep, samenleving, efectonderzoek zelf,
o Algemene regel: hoe hoger het niveau van precisie, betrouwbaarheid en
generalisate, hoe hoger de kosten in termen van tjd, personeel en middelen

3.5 Efectonderzoek
= onderzoek naar de vraag of het beoogde efect van interventes is bereikt.
Kenmerken:
- Maakt gebruik van methoden en technieken uit de sociale wetenschappen
- Spreekt een waardeoordeel uit over het functoneren van het interventeprogramma
o Vergelijken met doelstellingen: nagaan of deze bereikt zijn
o Vergelijken met de systematsche bepaling van de mate waarin het programma een
geconstateerde verandering veroorzaakt
- Heef als doel om beter te kunnen beslissen over de inzet van het programma
- Levert een bijdrage aan optmale hulpverlening en het oplossen van praktjkproblemen
Verwante termen: programma-evaluate, evaluateonderzoek, efectevaluate, productevaluate,
summateve evaluate en inventeonderzoek
Efectonderzoek:
- Fase evaluate van de regulateve cyclus  praktsch onderzoek
- Beschreven volgens de stappen van empirische cyclus  toetsend onderzoek

Onderscheid tussen fundamenteel en praktjkgericht onderzoek: op basis van het algemene doel
Fundamenteel onderzoek: ontwikkelen en toetsen van theorieën voor oplossing van
kennisproblemen die bestaan bij actoren binnen en buiten de wetenschap  empirische cyclus
Praktjkgericht onderzoek: ontwikkelen, proberen en evalueren van oplossingen voor
praktjkproblemen die bestaan bij aanwijsbare actoren buiten de wetenschap  regulateve cyclus

Procesevaluate: gaat na of de intervente is verlopen zoals gepland
- Tussen ingreep en evaluate van regulateve cyclus
- Formatef doel: het tot stand brengen van veranderingen in de intervente eniof
bewustwording van de betrokkenen bij het proces
- Criteria: hoeven niet ontleend te zijn aan het doel van de intervente (vbv. moreelipolitek)
o Wel aan doel ontleend?  efectviteitsniveau 3, maar 1e indicate voor efectviteit


3

, - Vaak met behulp van kwalitateve methoden verbale en niet-kwanttateve termen

Productevaluate: gaat na of de intervente werkt  efectonderzoek
- Summatef doel: rechtvaardigheid intervente ten opzichte van uitvoerders, doelgroep,
opdrachtgever en fnancieerders of het maken van beslissing over stoppen of doorgaan
- Criteria: goal-based: ontleend aan doel van de intervente
- Vaak met behulp van kwanttateve methoden: instrumenten die makkelijk vertaald worden
o Informate over input, proces en output
o Oog op generalisate
o Als men niet alleen wil weten of de doelen zijn behaald, maar ook of dit wel aan de
intervente ligt  efectonderzoek  (vquasi-)experimenteel design!

Maar: gebruik van kwanttateve versus kwalitateve methoden is niet meer zo modern  zijn pas
zinvol als ze gecombineerd worden: wijze waarop hulp of ondersteuning verleend wordt is voor de
cliënt even belangrijk als het uiteindelijke efect. Productevaluate: of de intervente werkt 
procesevaluate: waarom de intervente (vniet) werkt en hoe het beter kan

Soorten onderzoek
Experimenteel onderzoek: toetst het bestaan van causale relates door vergelijking van resultaten bij
random toegewezen personen aan het interventeprogramma met resultaten bij random
toegewezen personen aan een alternatef of geen programma.
Veranderingsonderzoek: wat is de verandering  voor- en nametngen zijn belangrijk  wat is er
gebeurd? Bijvoorbeeld belangrijk als het gaat om therapieën en methoden
Kwaliteitsonderzoek: wat is de kwaliteit van intervente? In hoeverre is er gedragsverandering
opgetreden? Je meet niet het verschil met controlegroep

- Niet-experimenteel kwaliteitsonderzoek: wat is de kwaliteit van de intervente? (vzonder
vergelijking met andere cliënt of groep)
- Niet-experimenteel veranderingsonderzoek: kenmerken van partcipanten van voor en na
intervente worden gemeten en met elkaar of externe norm vergeleken
- Casestudies (vN=1-studies of single casedesigns): vorm van veranderingsonderzoek waarin de
toestand van een onderzoeksobject op verschillende momenten wordt beschreven: voor,
tjdens en na intervente. (vN=1-studies = herhaalde casestudies)
- (vQuasi-)experimenteel onderzoek: intervente wordt vergeleken met controlegroep, wordt
gebruikt om bestaan van causale relate te onderzoeken, waar geen random toewijzing
mogelijk is. Quasi: manier waarop controlegroep is samengesteld
- Metastudies (vmeta-analyses): resultaten van aantal vergelijkbare efectonderzoeken worden
kwanttatef samengevat en met elkaar vergeleken met behulp van speciale procedures en
technieken  onderzoek naar factoren die verschil kunnen maken

EBP = evidence based practce = het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het beste
bewijsmateriaal om beslissingen te nemen met individuele lln. ter verbetering van ondersteuning
 Vertaalslag van resultaten naar praktjk (vbv. met behulp efectladder)
Kritek: nieuwe methoden worden niet toepast omdat ze onvoldoende zijn onderzocht of efectviteit
wordt teveel losgekoppeld van de personen van hulpverlener en cliënt.
PBE = practce based evidence = omzeten van praktjk naar onderzoeksresultaten. Begint vanuit
praktjk  aansporen om praktjk en waargenomen efecten van interventes te omschrijven 
ervaringskennis = praktjktheorie  niveau 1 van efectladder.

Cost-beneft studies: vorm van evaluate die antwoord geef op rendementsvraag
Planevaluate: evaluate van de plannen van de intervente


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller l09. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  7x  sold
  • (2)
Add to cart
Added