INTRODUCTIECOLLEGE
Nomenclatuur
• ‘Spreektaal’ in biomedisch veld
• Gebaseerd op Latijn en Grieks
• Let op er zijn enkele verschillen tussen mens en dier
(denk aan voor en achter en onder en boven)
Superior Bovenzijde Inferior Onderzijde
Craniaal Kopzijde Caudaal Staartzijde
Anterior Voorzijde Posterior Achterzijde
Ventraal Buikzijde Dorsaal Rugzijde
Lateraal Zijkant Mediaal In het midden
Distaal Uiteinde Proximaal Aanhechtingspunt
Dit verschilt tussen mens en dier! Bij een dier is het ventrale gedeelte tevens het inferior. Bij een
mens is het ventrale gedeelte tevens het anterior.
Anatomische snijvlakken
• Sagittale vlak: lengtedoorsnede op de middellijn, lichaam wordt verdeeld in linker- en
rechterkant
• Transversale vlak: dwarsdoorsnede, horizontaal vlak, lichaam wordt verdeeld in boven- en
onderkant
• Coronale vlak: frontaal, lichaam wordt verdeeld in voor- en achterkant
Let op: dit is anders bij dieren die op 4 poten staan!
Evolutie
• Charles Darwin: Descent with modification en Natural selection
• Streeft niet een einddoel na. Door genetische variatie (descent with modifcation) zijn er binnen
populatie individuen te onderscheiden, die beter zijn aangepast aan de huidige
leefomstandigheden dan anderen. Dit voordeel wordt zichtbaar door meer voortplanting.
Daardoor een verschuiving van de kenmerken van de popultatie in die richting (=adaptatie)
Adaptatie
Adaptaties zijn erfelijke veranderingen in morfologische structuren, fysiologische eigenschappen of
gedrag van individuen binnen een populatie, die deze organismen een evolutionair voordeel geven.
,EvoDevo
• De embryonale ontwikkeling (in ei of baarmoeder) volgt een groot aantal stappen, die in de
ontwikkeling van soorten (evolutie) terug te vinden zijn.
• Ontogenie: ontwikkelingsreeks embryologie
ééncellig, meercelling, lichaamsas, darmtractus, amnionholte
• Fylogenie: ontwikkeling in evolutie
Sponzen, anemonen, platwormen, rondwormen, reptielen
Proefdiermodellen
• Diermodellen zijn organismen waaraan veel en gemakkelijk onderzoek gedaan kan worden, en
die de plaats in kunnen nemen van dieren of mensen waarmee veel moeilijker te
experimenteren valt.
• Een dierproef is een proef op levende gewervelde dieren, die hierbij ongerief ondervinden. Het is
onderzoek met een duidelijk omschreven doel. Dit is vastgelegd in de Wet op de Dierproeven.
• Beleid overheid
- Het uitgangspunt bij proefdieren en dierproeven in Nederland is 'Nee tenzij‘: "zo min mogelijk
dierproeven en waar ze onvermijdelijk zijn naar optimale Verfijning, Vervanging en Vermindering
(de 3V's)."
- Respect voor intrinsieke waarde van dieren: Wij moeten dieren altijd behandelen als wezens
met gevoel en met een eigen waarde die losstaat van hun 'gebruikswaarde' voor de mens.
- Dieren mogen alleen gebruikt worden als proefdieren voor doelen die in de Wet op de
dierproeven genoemd zijn.
• Mens is als het ware zijn ‘eigen proefdier’. Onderzoeksvoorstel wordt streng getoetst door
Medisch Ethische Commisie. Persoon: moet Informed Consent geven. Vaak gezonde mannelijke
vrijwilligers
,ORGANISME – THEMA 2: INVERTEBRATA EN VROEGONTWIKKELING
HC2: THEMA 2 ‘INVERTEBRATA’ RODE DRAAD COLLEGE
Taxonomische indeling
• Alle leven op aarde kan worden ingedeeld, eerst in 3 groepen: bacteriën, archeae en eukaryoten.
De eukarya kan worden onderverdeeld in rijken.
• De opkomst van de moleculaire methodiek maakte het mogelijk op een andere manier naar de
verwantschappen tussen de grote groepen te kijken.
• Meercelligheid is verschillende malen ontstaan. Er zijn dus eencelligen die het meest verwant zijn
aan de planten, aan de bruinwieren, aan de schimmels en aan de dieren
Ontstaan Eukarya
Celbouw: Prokaryoten en Eukaryoten
Eukaryoten:
• Celkern
• Organellen: Mitochondriën, Endoplasmatisch reticulum en Golgi apparaat
Prokaryoten: DNA ligt los in de kern, geen celorganellen
Aërobe bacteriën veranderden in mitochondriën en cyanobacteriën in chloroplasten.
Aanwijzingen voor de juistheid van de theorie
1. Bladgroenkorrels en mitochondriën hebben een dubbele membraan: binnenste membraan van
cyanobacterie en buitenste membraan van oerkaryoot zelf
2. Bladgroenkorrels en mitochondriën hebben eigen cirkelvorming DNA net als bacteriën en hun
eigen t-RNA
3. De binnenste membranen van de organellen hebben enzymen die gelijk zijn aan de enzymen in
prokaryoten die nu nog leven
4. Bladgroenkorrels en mitochondriën delen zich in cellen op dezelfde manier als bacteriën
5. Deze symbiose komt ook hedendaags nog voor. Sommige soorten nu levende pantoffeldiertjes
en andere ééncelligen nemen blauwwieren op. De blauwwieren leveren de pantoffeldiertjes
glucose.
Van eencellig naar meercellig
Stap 1: kolonievorming (schimmels + algen), nog geen vergaande taakverdeling. Pantoffeldiertjes
kunnen alleen 1 alg opnemen. Algen groeperen zich in groepjes zodat de pantoffeldiertjes ze niet op
kunnen nemen. Natuurlijke selectie: alleen de kolonievormende algen overleven. Deze beginnen te
lijken op een meercellig organisme.
A. Eencellige alg
B t/m D. kolonie algen
E. Er onstaat een soort van differentiatie. De achterste cellen kunnen de- en redifferentieren (van
somatische cel naar geslachtscel) als aseksuele reproductieve cellen
F. Een echt meercellig organisme. De cellen die reproductief moeten worden hebben nooit
somatische eigenschappen, maar zijn vroeg op zij gezet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurheling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.