ORGANISME ZELFSTUDIES – THEMA 4: AMFIBIEËN EN REPTIELEN: OVERGANG
VAN WATER NAAR LAND
VROEGE ONTWIKKELING VAN BLOEDVATEN EN HET HART (HC 12 + PR6)
Evolutionarie ontwikkeling van het cardiovasculair systeem
Eencellige organismen zijn in direct contact met hun omgeving en hierbij vindt de uitwisseling van
voedingsstoffen, afvalstoffen en gassen plaats over slechts één celmembraan. Bij meercellige
organismen, waarbij niet alle cellen in contact staan met de omgeving en dus met voedsel / O2, vindt
deze uitwisseling plaats door middel van diffusie. Deze transportroute is nooit meer dan twee
cellagen dik. Triploblasten hebben circulatiesystemen (open/dicht):
• Open circulatiesysteem: De organen en weefsel zijn direct omgeven door de circulatievloeistof,
de hemolymfe. Deze hemolymfe bevindt zich in de ruimtes rondom de weefsels, sinussen. De
hemolymfe wordt rondgestuwd a.g.v. lichaamsbewegingen die de grootte van de sinussen
veranderen. Vaak is er sprake van één langgerekte centrale sinus die contraheert en als een
soort van hart functioneert. Open circulatiesystemen zijn geschikt voor korte diffusieroutes en
zijn bovendien erg traag. Open circulatie systemen zien we bij weekdieren (mollusken) en
geleedpotigen (arthropoda).
• Gesloten circulatiesysteem: De organen en weefsels staan niet direct in contact met de
circulatievloeistof, maar bevinden zich in een vaatstelsel. Bij een gesloten systeem zorgt een hart
voor de stuwing van de circulatievloeistof. Gesloten circulatiesystemen kunnen stoffen in korte
tijd over grote afstanden transporteren en zien we bij alle gewervelden en een aantal
ongewervelden.
Binnen de gesloten circulatiesystemen kan vervolgens weer onderscheid worden gemaakt tussen
enkele en dubbele circulatiesystemen:
• Enkel circulatiesysteem: Bij een enkel circulatiesysteem is er sprake van een systeem waarbij
het bloed in een circulatieronde slechts een maal het hart passeert. Een enkel circulatiesysteem
zien we terug bij een beperkt aantal ongewervelden en bij vissen.
• Dubbel circulatiesysteem: Bij de overgang van het leven in water naar het leven op land
ontstond er een behoefte naar een cardiovasculair systeem dat niet alleen de lichaamscirculatie
bediend, maar parallel hieraan de longcirculatie. Door deze twee parallelle systemen wordt ook
wel gesproken van een dubbel circulatiesysteem. Een dubbel circulatiesysteem zien we bij
amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.
Vroege ontwikkeling hart en bloedvaten bij gewervelden
De embroyonale circulatie is een enkle circulatie waarbij het bloed van de placenta en dooierzak
wordt verzameld in de hartbuis (primitieve hart) die het pompt via ventrale aorta, kiewboogarteriën,
dorsale aorta door de rest van het embryo waar het zich gedeeltelijk ook over de placenta en
dooierzak verdeeld om tot slot weer vanuit deze drie systemen weer bij het hart aan te komen.
,Hart
De ontwikkeling van het hart start bij alle gewervelden met de vorming van de primitieve hartbuis.
Deze hartbuis ontstaat uit een fusie van endocard buizen die zich links en rechts in het viscerale
(splanchnische) zijplaatmesoderm van de cardiogene (mesodermale) zone ontwikkelen. Deze buizen
worden door de laterale krommingen van het embryo aan de ventrale zijde steeds dichter bij elkaar
gebracht tot zij uiteindelijk fuseren tot een hartbuis. Door de cranio-caudale kromming van het
embryo wordt de ontwikkelende hartbuis van zijn craniale positie naar zijn positie ter hoogte van de
borstkas (thorax) verplaatst.
Bloedvaten
De ontwikkeling van de eerste embryonale bloedvaten start bij alle gewervelden middels het proces
van vasculogenese, ook wel de novo bloedvatvorming genoemd. Dit is een proces waarbij
bloedvaten uit het mesoderm ontstaan. In het mesoderm ontstaan aggregaten van mesodermcellen
die zich gedifferentieerd hebben tot angioblasten. In deze angioblastclusters onstaan holtes en
vervolgens zullen de holtes van deze clusters met elkaar versmelten tot langgerekte kanaaltjes die
een netwerk, ook wel vasculaire plexus genoemd, vormen. Deze plexus kun je vergelijken met
kippengaas waarbij het ijzerdraad deze primitieve bloedvaatjes voorstelt.
Middels vasculogenese ontstaat er overal in het intra- en extraembryonale mesoderm een vasculaire
plexus die een aansluiting vindt op de onder en bovenzijde van de primitieve hartbuis. Vanaf het
moment dat de hartbuis gaat pompen en er bloed door de vasculaire plexus gaat stromen ontstaan
er voorkeursroutes in deze plexus en deze voorkeursroutes zullen de definitieve bloedvaten gaan
vormen.
Vragen
1. Wat is het vershil in de dubbele circulatiesystemen van amfibieën versus reptielen?
Een amfibie heeft 3 kamers: 2 atria en 1 ventrikel en een reptiel vormt een septum in de ventrikel die
het verdeelt.
2. Wat is het verschil tussen de dubbele circulatiesystemen van reptielen versus vogels en zoogdieren?
Bij een reptiel is er nog een opening tussen twee boezems en 2 kamers waardoor het zuurstofrijke
bloed met het oude wordt gemengd. Bij vogels en zoogdieren zijn de boezems en kamers van elkaar
gescheiden en dus ook het zuurstofrijke en arme bloed.
3. Geef in figuur 3 de ventrale aorta, de kieuwboogarteriën, de dorsale aorta, de placenta en de
dooierzak aan.
,4. De primitieve hartbuis bestaat uit een aantal opeenvolgende segmenten. Benoem deze in
onderstaande figuur en gebruik daarbij de volgende termen; atrium, ventrikel, sinus venosus, bulbus
cordis, truncus arteriosus en bulbus arteriosus.
Grijs: Truncus arteriosus
Donker blauw: Bulbus anteriosus
Licht blauw: Bulbus cordis
Donker groen: Ventrikel
Licht groen: Atrium
Donkerde groen: Sinus venosus
5. Uit welke drie lagen, van binnen naar buiten, bestaat de primitieve hartbuis. Geef deze lagen aan in
onderstaande figuur
Donkerblauw: endocard
Lichtblauw: hartgelei
Roze: myocard -> hartspierweefsel
6. In figuur 3 reeds een aantal van de belangrijke vroege bloedvaten van een embryo benoemd.
Benoem tevens de overige bloedvaten uit onderstaande tabel in deze figuur en geef in de tabel aan
tot welke deelsysteem zij onderdeel uitmaken (systemische circulatie embryo, dooierzak/vitelline
circulatie of placenta/umbilicale circulatie) en welk type bloed zij vervoeren (zuurstofarm, zuurstofrijk
of gemengd bloed).
Embryonale vaten Deelsysteem Type bloed
Ventrale aorta systemische circulatie embryo zuurstofrijk
Kieuwboogarteriën systemische circulatie embryo zuurstofrijk
Dorsale aorta systemische circulatie embryo zuurstofrijk
a. umbilicalis placenta zuurstofrijk
v. umbilicalis placenta zuurstofarm
a. vitelline dooierzak zuurstofrijk
v. vitelline dooierzak zuurstofarm
v. cardinalis anterior systemische circulatie embryo zuurstofarm
v. cardinalis posterior systemische circulatie embryo zuurstofarm
v. cardinalis communis systemische circulatie embryo zuurstofarm
, LATE ONTWIKKELING HART VAN PRIMAIRE HARTBUIS NAAR EEN 4-KAMER HART
(HC 12 + PR5 + PR6)
Evolutionarie ontwikkeling van het 4-kamermodel
De embryologische ontwikkeling van een meer-kamerhart zoals we dat kennen bij gewervelden
(m.u.v. vissen), waarbij er schotten worden gevormd tussen de verschillende hartsegmenten,
weerspiegelt de evolutionaire ontwikkeling van dit systeem.
• Vissen vertonen geen septatie van het hart en hebben in hun volwassen toestand een hart dat
lijkt op de embryonale primaire hartbuis, waarbij er is sprake van een enkele circulatie.
• Amfibieën hebben een hart dat deels gesepteerd is (er is sprake van een hart met een
gesepteerd atrium, maar met een gemeenschappelijk ventrikel).
• Reptielen hebben zowel een atrium als ventrikel septum, maar bij hen is het ventrikelseptum
slechts deels gesepteerd.
• Vogels, zoogdieren en krokodillen hebben een 4-kamer hart dat volledig gesepteerd is. In het
laatste geval is er geen menging van zuurstof arm en zuurstof rijk bloed in het hart meer
mogelijk.
Embryologische ontwikkeling van een compleet gesepteerd 4-kamer hart
In het vroeg embryologische hart is er bij alle gewervelden sprake van een enkele circulatie met een
primaire hartbuis. In deze hartbuis stroomt het bloed via de sinus venosus in een gemeenschappelijk
atrium en vervolgens via het ventrikel en de bulbus cordis en bulbus arteriosus naar het uitstroom
gebied, de truncus arteriosus.
1. Bekijk deze stroming in figuur 1A. In deze figuur staan de corresponderende namen van de
toekomstige volwassen hartstructuren van een compleet gesepteerd (postnataal) hart waar deze
segmenten zich uiteindelijk tot ontwikkelen. Plaats de namen van de volwassen structuren bij de
juiste structuren in figuur 1C.
2. Wat valt je op aan de locatie van de verschillende segmenten als je de primaire hartbuis vergelijkt
met het postnatale hart (figuur 1A met figuur 1C boven). Let hierbij met name op de positie van de
atria t.o.v. het linker en rechter ventrikel en van de ventrikels onderling.
De ventrikels liggen in figuur 1C nu naast elkaar ipv boven/onder elkaar. De artria liggen nu boven
beide ventrikels ipv alleen onder de linker ventrikel zoals in figuur 1A. (voorwaarste kromming)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurheling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.