ORGANISME ZELFSTUDIES – THEMA 5: OVERGANG VAN KOUDBLOEDIG NAAR
WARMBLOEDIG
RELATIE DIEET EN ANATOMIE (HC15, PR 8)
1. Hoe vindt de vertering van cellulose plaats door herbivoren?
Mbv symbiotische MO en hun verteringstelsel
2. Hoe vindt de vertering van lignine (houtstof) plaats?
Mbv symbiotische MO en hun verteringstelsel
3. In welke twee groepen zijn herbivoren in te delen?
1. Grazers
2. Browsers/brouwsers
4. Welke structurele verschillen bestaan er tussen ‘grassen’ en ‘bladeren’?
→ bladeren bevatten meer lastig verteerbare onderdelen en stoffen. Ook hebben veel delen van
bladeren zeer verschillende voedingswaarden en is er over het algemeen meer gras.
5. Welke twee strategieën bestaan er bij de herbivoren voor de fermentatie van cellulose en geef van
allebei een voorbeeld?
1. Langzamer door het verteringsstelsel bewegen, zodat het beter verteerd wordt en er meer energie
uit wordt gehaald (bij grazers)
2. Sneller door verteringsstelsel (browsers hebben meer onverteerbare stoffen) waardoor er meer
gegeten wordt (bij browsers)
6. Wanneer je tabel 2 en 3 bekijkt, zie je dat het dieet van browsers en grazers in samenstelling
verschilt en dat dit terug te zien is in de anatomie van het digestiestelsel. Hoe verklaar je met behulp
van deze gegevens dat grazers een relatief grote voormaag hebben?
Gras heeft een dikkere celwand en moet dus langer verteerd worden en dus langer in de voormaag
bevinden.
7. Gecorrigeerd voor het lichaamsgewicht blijken browsers tot wel 100% meer leverweefsel te
hebben. Welke hypothese wordt hier als verklaring voor genoemd in dit artikel?
In bladeren bevinden zich veel chemicaliën die niet in gras voorkomen waardoor de lever deze
wellicht moet afbreken en er dus een grotere lever nodig is bij browsers.
,8. Welk verschil bestaat er tussen de snuit van een grazer en een browser?
Grazers hebben een bredere snuit waardoor ze grotere happen kunnen nemen. Browsers hebben
een smallere snuit en een grotere mondopening.
9. Welk verschil bestaat er in de positie van de (onder) snijtanden tussen grazers en browsers?
Grazers hebben de onderste snijtanden meer in een rechtopstaande positie met een gebogen
uiterlijk, en de centrale snijtanden zijn breder dan de meer laterale.
10. Zowel het paard als het konijn zijn herbivoren en zijn beide hindgut fermenters, het konijn is een
browser en het paard een grazer. Welke verklaring wordt hiervoor in het artikel genoemd?
Veel studies vergelijken de anatomie en physologie van browsers en grazers, maar focussen hierbij
zich vooral op de herkouwes (laten makkelijk zich testen; zijn er veel van). Maar ze vergeten hierbij
de dieren die dezelfde adaptie hebben zoals de hindgut fermenters.
, STOMODEUM EN PHARYNX (HC15, PR 8)
Ontwikkeling mondholte
• Stomodeum: membraan die grenst aan de voordarm (oropharyngeale membraan)
- ecto-endomembraan tussen keel- en mondholte -> verdwijnt
- ontstaat door kopkromming van het embryo, waarna er een ectodermale plooi ontstaat
- mondholte ontstaat uit ectodermaal weefsel
- keelholte ontstaat uit endodermaal weefsel
• Proctodeum: membraan bij anus en rectum
- ecto-endodermaal membraan
Ontwikkeling neusholte en aangezicht
• Zwarte gat: stomodeum
• Prominentia: zwellingen van het mesoderm
- frontales (1x)
- maxillaris (2x) fuseert met lateralis en
medialis en vormt dan de bovenlip
• Ectodermale verdikkingen (2) zijn de
reukplacodes, hieromheen ontstaan weer
mesodermale zwellingen. Onder te verdelen
in 2 soorten: mediales, lateralis
• Reukgroeve ontstaat naar uitgroei van de
reukplacodes en wordt uiteindelijk de
neusholte
• Bewegen van de prominetia zorgt ervoor
dat alles naar mediaal en naar elkaar toe
gaat
• Resultaat is de linker en rechter neusholte
en de mondholte (na fusie)
Ontwikkeling primair gehemelte
• Bestaat uit hard en zacht weefsel waarvan het grootste gedeelte hard gehemelte is
-> palatum durum (hard)
-> palatum molle (zacht)
• Primair gehemelte ontstaat uit os incivisum
• Orosnale membraan (membraan tussen mondholte en neusholte) atrofieert/verdwijnt
-> restant van het membraan is het primaire gehemelte
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurheling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.