Beknopte samenvatting Informatiewetenschap periode 4 CIW
13 views 1 purchase
Course
Informatiewetenschap (LETCIWB158)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Een beknopte samenvatting van het vak Informatiewetenschap periode 4 voor de bachelor CIW en pre-master Communicatie & Beïnvloeding aan de Radboud Universiteit. Onderwerpen 4, 5 en 6 worden per leermodule duidelijk en beknopt besproken.
,Onderwerp 4: De menselijke factor
eermodule O4: introductie
L
De geleidelijke groei van de adoptie van een nieuwe technologie wordt beschreven door de
theorie van ‘Diffusion of Innovations’ van Rogers(1962). Hij identificeerde vijf specifieke
soorten technologie-adopters:
1. Innovators: deze groep gebruikt als eerste een nieuwetechnologie, beschikt over de
(financiële) middelen om deze te kopen, waardoor de risicotolerantie hoog is dus er
bereidheid is om technologieën toe te passen die kunnen mislukken.
2. Early adopters: deze groep gebruikt nieuwe technologieënkort nadat ze zijn
geïntroduceerd en bewezen. Deze individuen hebben de hoogste mate van
opinieleiderschap onder andere adoptiecategorieën, wat betekent dat deze adopters
de meningen van de grootste meerderheid kunnen beïnvloeden.
3. Early majority: deze groep heeft de neiging langzamerte zijn in het adoptieproces,
heeft een bovengemiddelde sociale status, heeft contact met early adopters en
bekleedt zelden posities van opinieleiders in een systeem.
4. Late majority: deze groep zal een innovatie aannemenna het gemiddelde lid van de
samenleving. De individuen hebben een ondermaatse sociale status, zeer weinig
financiële liquiditeit, staan in contact met anderen in de early en late majority en
vertonen zeer weinig opinieleiderschap.
5. Laggards: deze groep adopteren een innovatie als laatste.Het zijn meestal ouderen
die vast willen houden aan tradities en beschikken over weinig financiële middelen.
In de theorie van de 'Diffusion of Innovation' bleken verschillende factoren het lidmaatschap
van een groep te beïnvloeden: (1) leeftijd, (2) financiële status, (3) sociale status, (4) sociale
contacten en (5) persoonlijkheid.
Nielsen (2006) verdeelde de digital divide in drie fases:
1. Economic divide: het idee dat sommige mensen financiëlemiddelen hebben voor
een computer en internettoegang, terwijl anderen dat niet hebben (de digitale kloof).
Hoe meer geld, hoe eerder je toegang hebt tot computers. Hoe meer mensen
toegang hebben, hoe goedkoper het wordt (dus iedereen krijgt vanzelf toegang).
2. Usability divide:technologie (software) is soms zogecompliceerd dat mensen een
computer niet kunnen gebruiken, zelfs als ze er een gratis kregen. Hierbij gaat het
ook om senioren en laaggeletterde die we zouden kunnen helpen, maar niet doen
omdat er weinig ‘winst’ mee te behalen valt.
3. Empowerment divide: hoe we technologie gebruiken omonszelf te versterken (is
het moeilijkst om op te lossen). Veel mensen zullen beperken wat ze online kunnen
doen door de basisinstellingen van hun computer te accepteren en zullen niet leren
hoe ze werkelijk kunnen worden empowered.
aast de verschillen in economic, usability en empowerment kan de digitale kloof (digital
N
divide) verduidelijkt worden aan de hand groep metde volgende aspecten:
- Sociale mobiliteit:gebrek aan computeronderwijs werktin het nadeel van kinderen
met een lagere sociaaleconomische status.
- Democratie:meer gebruik van internet kan tot gezonderedemocratieën leiden.
- Economische groei:meer gebruik van internet in ontwikkelingslandenkan een
kortere weg zijn naar economische vooruitgang.
2
, Begrippen:
- Gamification: elementen die we kennen van games zoalsbadges voor prestaties of
highscorelijsten. Het is een goed middel om mensen te helpen gezond te blijven door
hun medicijnen in te nemen, goed te eten en voldoende te bewegen.
- Inclusieve website: je online creatie is voor iedereen toegankelijk en sluit niemand
uit. Houd hierbij rekening met gezicht, gehoor, beweging en cognitie.
- Cultuur: verzameling gedeelde waarden, attitudes,gedragingen, overtuigingen en
tradities die een groep mensen kenmerkt en hen onderscheidt van andere groepen.
- Digitale kloof: de onevenwichtige distributie vaninformatie- en
communicatietechnologieën binnen de samenleving als gevolg van een
bevoordeelde groep mensen en minderbedeelde mensen.
Leermodule O4: Menselijke informatieverwerking
- Rational choice model: dit model gaat ervan uit datmensen zich rationeel gedragen
bij het nemen van beslissingen over hoe ze met hun geld omgaan.
- Behavioral economics: laat zien dat mensen niet rationeel handelen, maar
beperkingen hebben.
ognitieve biases: mentale fouten veroorzaakt dooronze vereenvoudigde
C
informatieverwerkingsstrategieën. Het leren over cognitieve biases helpt ons om de grenzen
in ons eigen denken beter te begrijpen. Van alle soorten biases moet je er 11 kennen:
1. Survivorship bias:een veronderstelling dat je overalle informatie beschikt, terwijl je
alleen overlevende voorbeelden meeneemt.
2. Voluntary bias: ervan uitgaan dat je over alle informatiebeschikt, terwijl je alleen die
uit specifieke bronnen hebt.
3. Bandwagon effect: de kans dat één persoon een overtuigingaanneemt, neemt toe
op basis van het aantal mensen dat die overtuiging heeft.
4. Clustering Illusion: de neiging om patronen te zienin willekeurige gebeurtenissen.
5. Confirmation bias:we luisteren meestal alleen naarde informatie die onze
vooroordelen bevestigt.
6. Hindsight bias:als je terugkijkt in de tijd, benje ervan overtuigd dat je wist dat er
iets zou gebeuren.
7. Inter-group bias:we zien mensen in onze groep andersdan hoe we iemand in een
andere groep zien.
8. Negativity bias:de neiging om meer nadruk te leggenop negatieve ervaringen dan
op positieve ervaringen.
9. Salience:de neiging om te focussen op de gemakkelijkstherkenbare kenmerken
van een persoon of concept.
10.Stereotyping: verwachten dat een groep of persoonbepaalde kwaliteiten heeft
zonder echte informatie over het individu te hebben.
11.Blind-spot bias: het niet herkennen van je cognitievebiases is een bias op zich.
Voor veel cognitieve vooroordelen kunnen we enkel proberen te onthouden dat ze bestaan
en hopen dat de herinnering ons helpt om ons denken en onze besluitvorming te verbeteren.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demivandermey. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.