In dit document vind je een lijst van alle belangrijke begrippen die in het boek: "Portaal" ( H. 1, 2, 3, 4, 6, 9, 10) voorkomen en in het boek "Taalontwikkeling op school, handboek voor interactief taalonderwijs".
Ook staan er enkele begrippen bij van de volgende artikelen:
- Mondelingen t...
- Tekstvragen: Vragen over de inhoud van een tekst
- Hoofdvragen: Vragen die de kinderen aan het denken zetten
- Hartvragen: Vragen over wat voor gevoel je bij de tekst hebt
- Leesgesprekken: Gesprekken die je voert met je leerlingen over gelezen stof. Vinden ze het
lezen leuk? Snappen ze wat ze hebben gelezen?
- Summatief toetsen: Toets met beoordeling (slagen of niet slagen)
- Formatief toetsen: Toets met feedback en verbeterpunten (geen beoordeling)
- Taalfrappanten: Woorden of zinnen die jou opvallen, wat je frappeert.
- inductieve taalbeschouwing: gaat uit van regel generend vermogen en daagt kinderen uit om
zelf onderzoek te doen naar regels en regelmatigheden in onze taal.
- Aanbodgerichte BSO: Gericht op opvangen van kinderen. Vaste structuur op een dag. Weinig
ruimte voor initiatief vanuit de kinderen. Gesprekken tussen leiding en leerling zijn vooral
tijdens het eten (vaak gedrag oriënterend: handen wassen, opruimen). Vooral interactie
tussen leerlingen. Bij conflict → dreigargumenten want leiding is de baas.
- Ontwikkelgerichte BSO: Veel interactie tussen leiding en leerling. Veel vrijheid voor
leerlingen, wél gedragsregels. Leiders vragen veel door om leerlingen aan het denken te
zetten. Bij conflict → inhoudelijke argumenten, want onderling zijn er afspraken.
Boek: taalontwikkeling op school
H2
- De imitatietheorie: Kinderen imiteren klanken, woorden en zinnen die ze om zich heen
horen.
- Creatieve constructietheorie: kinderen zijn actief en creatief bezig met taal (meer dan alleen
napraten)
- Interactietheorie: licht valt niet alleen op de kinderen ook op de gesprekspartner
- Noticing: letten op bepaalde taalelementen
- Scaffolding: De volwassene bouwt telkens een steigertje om het kind omhoog te helpen en zo
tot hogere taalprestaties te laten komen.
- Zone van naaste ontwikkeling: net boven het niveau van het kind, dit kan eerst met hulp
zodat het kind het later zelf kan. (Vygotsky)
- Supportive style: deze term wordt gebruikt voor de ondersteunende ouder, die kinderen veel
ruimte geven voor initiatief in het gesprek. (kinderen van deze ouders hebben een snellere
ontwikkeling)
- Tutorial style: Deze term wordt gebruikt voor de onderwijzende ouder, die gesprekken meer
zelf sturen en veel vragen stellen.
H3
- Pre-teaching: het vooraf behandelen van moeilijke woorden zodat de cognitieve last word
verkleind
- Beurtdiefjes: enthousiaste veelpraters
- Taalgroeipakket: bestaat uit drie taalgroeimiddelen: taalaanbod, taalruimte en feedback
, - Taalaanbod: voorziet leerlingen van de taal die ze nodig hebben voor hun taalontwikkeling
- Taalruimte: Biedt leerlingen de gelegenheid om taal te produceren en om met taal te
experimenteren
- Feedback: biedt leerlingen reacties op hun taaluitingen, waardoor ze deze kunnen
verbeteren, uitbreiden en verfijnen.
- Betekenisonderhandeling: Samen met een leerling opzoek gaan naar een manier om de
boodschap helder te krijgen. Er wordt doorgevraagd over welke betekenis moet worden
toegekend.
- Revoicing/hertalen: leerkracht vertaalt de uitleg van een kind en speelt het terug
H4
- De drie B’s van goed taalaanbod: Betrokkenheid, begrijpelijkheid en boven niveau
- Ervaringscontexten: reik je aan om betrokkenheid te verhogen en interesse te wekken voor
de dingen die je wilt aanleren.
- Spreekaccent: accenten leggen op belangrijke woorden in de zin.
- Isolering: pauze laten vallen voor en na de belangrijkste informatie
- Vooropplaatsing/topisolatie: vorm van isolering. Zin openen met belangrijkste woord.
- Parafrase: herhalen deel van de tekst met andere woorden. Parafrase is een middel om je
taal af te stemmen op de verschillende taalniveaus in je groep.
- Context: Luisteraars zien letterlijk wat er wordt verteld
- Uitbeelding: met gebaren/uitdrukkingen duidelijk maken wat woorden betekenen
- Verbale context: een onbekend woord omschrijven met bekende woorden
- More sophisticated word: Een chiquere term aanbieden van een woord.
- Gedecontextualiseerd taalgebruik: kinderen gebruiken woorden in puur verbale contexten,
los van de zichtbare werkelijkheid
H5
- Taalruimte: Je geeft je leerlingen zoveel mogelijk gelegenheid tot praten en je laat ze op
inhoudelijk niveau het gespreksverloop beïnvloeden
- Backchanneling: steuntje in de rug, minimale responses geven.
H6
- Expansies: aanvullingen op taalvorm
- Pushed output: kinderen talig een stapje vooruit duwen, je kan vragen om verheldering
(begrijpt de leerling het goed?) of interpretatie (begrijp ik de leerling goed?))
H7
- Begeleidend taalaanbod: de leerkracht begeleidt handelingen van zichzelf en van de
leerlingen met taal. Dit is belangrijk voor kleuters, peuters en kinderen die het Nederlands
slecht beheren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieke-26. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.54. You're not tied to anything after your purchase.