Hoorcolleges uitgewerkt van alle weken! Beginselen Strafrecht - VU
1 view 0 purchase
Course
Beginselen strafrecht
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Hoorcollege aantekeningen en uitwerking van alle weken (week 1 t/m 7) met alle bijbehorende wetsartikelen van het vak Beginselen Strafrecht aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam.
Ook zijn er schema's in terug te vinden.
Kijk mijn account voor de stappenplannen!
Week 1 – Uitgangspunten van het Straf(proces)recht
Doel en plaats van het strafrecht:
- Het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd
- Strafdoelen: vergelding, generale en speciale preventie en reparatie
- Verticale relatie tussen overheid en burger: Publiekrecht
- Publiek domein van het recht
Bronnen van het strafrecht:
- Wet
- Jurisprudentie
- Verdragen en Unierechtelijke regelgeving
Materieel strafrecht: Belangrijkste algemene leerstukken voor strafrechtelijke aansprakelijkheid. De inhoud
van het strafrecht. Het bevat o.a.
- Delictsomschrijvingen
- Uitbreidingen van strafbaarheid
- Beperkingen van strafbaarheid
Formeel strafrecht: (Strafprocesrecht) Procedures die moeten worden gevolg om iemand strafrechtelijk
aansprakelijk te houden
Sanctierecht: Voorwaarden waaronder straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer worden gelegd
Strafrechtelijke bevoegdheden van de EU:
- Art. 82 VWEU: formeelrechtelijk
i) De wederzijdse toelaatbaarheid van bewijs tussen lidstaten
ii) De rechten van personen in de strafvordering
iii) De rechten van slachtoffers
iv) Andere specifieke elementen van de strafvordering
- Art. 83 VWEU: materieelrechtelijk
i) Strafbaarstelling ‘eurocrimes’: terrorisme, mensenhandel en seksuele uitbuiting van vrouwen en
kinderen, illegale drugshandel, illegale wapenhandel, witwassen van geld, corruptie, vervalsing
van betaalmiddelen, computercriminaliteit en georganiseerde criminaliteit.
ii) Strafbaarstelling ter doeltreffende uitvoering van het beleid van de Unie
,Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) geeft bescherming aan fundamentele
mensenrechten en heeft direct werking in Nederlands strafrecht (zie bijv. art. 93 en 94 Sr)
Strafbaar feit: Een handeling, of juist nalatigheid om te handelen, die bij de wet strafbaar is gesteld. Het zijn
onderdelen van een strafbepaling. Strafbare feiten worden onderscheiden in overtredingen en misdrijven.
Onderdelen van een strafbaar feit:
Subjectieve bestanddelen vs. Objectieve bestanddelen:
- Objectieve bestanddelen zijn bestanddelen van een delictsomschrijving waarvan niet hoeft te worden
bewezen dat de verdachte er opzet op had. Wat er feitelijk is gebeurd.
- Subjectieve bestanddelen zijn bestanddelen die altijd zijn toegespitst op de geestesgesteldheid van de
dader: de opzet of schuld (culpa). Gaat om de intentie.
- Bijvoorbeeld:
Misdrijf vs. Overtreding:
De wet bepaalt of een strafbaar feit een misdrijf of een overtreding is.
- Overtreding: Licht strafbaar feit, zoals vandalisme en openbare dronkenschap.
In het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht worden alle overtredingen beschreven en zijn
eveneens onderverdeeld in verschillende categorieën. (Veel overtredingen komen voort uit regels van
de APV)
- Misdrijf: Zwaar strafbaar feit, zoals moord, diefstal en verkrachting.
In het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht worden alle commune misdrijven inclusief de
maximaal op te leggen straf beschreven.
- Bijvoorbeeld:
,Materieel delict vs. Formeel delict:
- Formeel delict: Hierbij wordt in de delictsomschrijving de actieve handeling ten aanzien van een
bepaalde gedraging strafbaar gesteld. Er wordt niet gekeken naar de eventuele gevolgen van de
gedraging. Het handelen staat centraal.
Bijvoorbeeld: In de bepaling van art. 310 Sr (diefstal) is ‘het wegnemen’ verboden. Het strafbare feit is
gepleegd op het moment dat ‘het wegnemen’ heeft plaatsgevonden. Dat het goed daarna weer
terugkomt bij de eigenaar doet er dan ook niet toe.
- Materieel delict: Hierbij wordt in de delictsomschrijving het laten intreden van een bepaald gevolg
strafbaar gesteld. Het gevolg is strafbaar, niet perse het handelen.
Bijvoorbeeld: In de bepaling van art. 287 Sr (doodslag) is het opzettelijk van het leven beroven
(iemand opzettelijk doden) verboden. Het strafbare feit is gepleegd op het moment dat het gevolg
intreedt: de dood.
Gekwalificeerd delict vs. Geprivilegieerde delicten:
Deze delictsvormen zijn een ‘variatie’ op een bepaald strafbaar feit. Het delict waar de gekwalificeerde en
geprivilegieerde delicten een variant op vormen, wordt het gronddelict genoemd.
- Door het gevolg gekwalificeerd delict: Het gaat steeds om ernstigere vormen van een ‘variatie’ op het
gronddelict. Het gronddelict wordt bij wijze van spreken nader gekwalificeerd. Er worden extra
bestanddelen toegevoegd. De maximale straf bij een gekwalificeerd delict is hoger dan bij een
gronddelict. Een extra bestanddeel werkt dus straf verzwarend.
Bijvoorbeeld:
i) Gronddelict: Diefstal (art. 310 Sr)
ii) Gekwalificeerd delict: Diefstal met geweldpleging (art. 312 Sr)
Ander voorbeeld:
iii) Gronddelict: Zware mishandeling (art. 302 lid 1 Sr)
iv) Gekwalificeerd delict: Zware mishandeling met de dood ten gevolge (art. 302 lid 2 Sr)
- Geprivilegieerde delict: Strafbaar feit waarbij, gelet op de specifiek hoedanigheid van de dader, een
lagere straf is gesteld dan het gronddelict. Een extra bestanddeel werkt dus straf verlichtend.
Bijvoorbeeld: Kinderdoodslag en kindermoord door de moeder bij of kort na de geboorte, gepleegd uit
vrees voor ontdekking worden met een lagere straf bedreigd dan gewone doodslag of moord.
Commissiedelicten vs. Omissiedelicten:
- Commissiedelicten: In de delictsomschrijving wordt een ‘handelen’ strafbaar gesteld.
De meeste strafbare feiten zijn commissiedelicten. Dat zijn specifieke handelingen die strafbaar zijn
gesteld. Omdat je iets deed wat je niet had behoren te doen, ben je volgens die delictsomschrijving
strafbaar. Het handelen wordt dus strafbaar gesteld.
- Omissiedelicten: In de delictsomschrijving wordt een ‘nalaten’ strafbaar gesteld.
Omdat je iets niet hebt gedaan wat je wel had behoren te doen, ben je volgens deze
delictsomschrijving strafbaar. Het nalaten wordt dus strafbaar gesteld.
, Voorwaarden voor strafbaarheid:
1. Menselijke gedraging
i) Menselijke: Alleen (rechts)personen kunnen aansprakelijk worden gehouden
ii) Gedraging: Fysiek gedragingsbegrip (zie commissie vs. Omissie)
2. Wettelijke delictsomschrijving
i) Gedragingen zijn pas strafbaar als ze in wet zijn terug te vinden
ii) Juridische duiding van de menselijke gedraging (bijv. mishandeling)
iii) Kwalificatie
3. Wederrechtelijkheid
i) In strijd met het objectieve recht
ii) Wordt in beginsel verondersteld aanwezig te zijn (TENZIJ: rechtvaardigingsgrond)
4. Aan schuld te wijten
i) Verwijtbaarheid: toerekening van het feit aan de dader
→ Geen straf zonder schuld
ii) Wordt in beginsel verondersteld aanwezig te zijn (TENZIJ: schulduitsluitingsgrond)
Bestanddelen vs. Elementen:
Bestanddelen zijn de voorwaarden die voor de strafbaarheid bij een bepaald delict in de delictsomschrijving
zijn opgenomen van de betreffende strafbepaling. Ze maken deel uit van de delictsomschrijving en zijn nodig
voor de bewezenverklaring. Om het bewezenverklaarde strafbaar te stellen moet er aan de elementen voldaan
zijn.
Elementen zijn juist de voorwaarden die niet in de delictsomschrijving zijn opgenomen. Het gaat hier om
wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid.
Bestanddelen vind je in de wettekst maar elementen niet, toch zijn ze allebei voorwaarden voor strafbaarheid.
Bestanddelen kun je wel bewijzen, elementen niet.
Voorbeelden van bestanddelen en elementen in wetsartikelen:
Hier zijn de
wederrechtelijkheid en
verwijtbaarheid niet
opgenomen in de
delictsomschrijving.
Daarom zijn dat hier
elementen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FNR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.