100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges (week 1 t/m 5) Europees Recht (Vu) volledig. $5.96   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges (week 1 t/m 5) Europees Recht (Vu) volledig.

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcollege uitwerkingen van Europees Recht aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. Alle belangrijke wetsartikelen zijn eraan toegevoegd. Week 1 t/m 5. Wel aangeraden om de werkgroepen te volgen en te oefenen!

Preview 3 out of 23  pages

  • April 10, 2024
  • 23
  • 2022/2023
  • Class notes
  • ?
  • All classes
avatar-seller
Beginselen Europees recht
Hoorcolleges


Hoorcollege 1 – Europese Unie: Aard, ontwikkeling en instellingen

De Europese unie is een internationale organisatie. Een internationale organisatie is een bij verdrag opgericht
samenwerkingsverband tussen staten met eigen taken en organen. Het centrale punt van zo’n organisatie is de
raad. Het tweede belangrijke orgaan is het dagelijks bestuur. Het derde belangrijkste orgaan is het algemene
secretariaat.
Een internationale organisatie is dus gebaseerd op een verdrag.
Hoe komt een verdrag tot stand? Het begint met onderhandelingen (1), als de verschillende partijen het eens
zijn met het verdrag gaat het naar de juridische afdeling die het verdrag (met artikelen) in elkaar zet. Deze
wordt uiteindelijk ondertekent (2) waarna het naar de parlementen gaat waar het geratificeerd wordt (3). Die
parlementen sturen het weer door naar het secretariaat.
Belangrijk bij verdragen is pacta sund servanda: Afspraken moeten worden nagekomen. (Art. 4 lid 3 VEU)

Intergouvernementeel vs. Supranationaal:

• Een intergouvernementele organisatie is een eenvoudige internationale organisatie en heeft een
algemene vergadering van de regeringsvertegenwoordigers (de raad). Daarnaast is er een dagelijks
bestuur, met daaronder een secretariaat. In zo’n organisatie heeft iedereen een vetorecht en moet
iedereen het eens zijn (unanimiteitsvereiste). De regeringen van de lidstaten zijn de baas van de
organisatie middels het vetorecht.
• De structuur van een supranationale organisatie is veel complexer (supra is boven). Er bestaat dan
niet meer alleen de drieslag. Er zijn veel meer verschillende organen met veel bevoegdheden, die veel
verder strekken. Hierbinnen wordt beslist met meerderheden. Een staat kan dus tegen zijn wil bij een
besluit gebonden worden. Dit kan middels een gekwalificeerde meerderheid. De internationale
organisatie staat dan (alleen) met betrekking tot het geattribueerde onderwerp boven de staten die
hierbij betrokken zijn.

Kenmerken van een supranationale organisatie:

1. Onafhankelijke organen
2. Besluitvorming bij meerderheid
3. Toezicht op nakoming
4. Eigen rechtsorde (Costa/ENEL arrest)

De Europese Unie is een supranationale organisatie.


Europese integratie:

,De Europese Unie is geen staat, maar een ‘club’ van staten; het is een steeds hechter verbond (art. 1 VEU) (het
is een proces, dat zich nog steeds beweegt). De Europese Unie verwezenlijkt gemeenschappelijke
doelstellingen van de lidstaten. Die (gemeenschappelijke) doelstellingen staan in art. 3 VEU.
Belangrijkste onderdelen:

- Interne markt
- Economische en monetaire unie
- Gemeenschappelijke activiteiten
- Justitie en politie
- Extern beleid

Belangrijkste kenmerken:

- Recht van gemeenschappelijke overheid
- Bron van wetgeving
- Relevant voor overheden, burgers en ondernemers

Je hebt primair recht, dat omvat alle rechtsregels die zijn neergelegd in het VEU, VWEU en het Handvest (die
zijn gemaakt door de lidstaten). Maar je hebt ook secundair recht, dat is recht dat is gemaakt door de
instellingen, dus niet door de lidstaten.

Institutioneel recht gaat over de ‘schaakstukken’; wat mag welke instelling doen? Materieel recht is het
inhoudelijk recht dat betrekking heeft tot het beleid van de EU. (Op het tentamen moet je onderscheid kunnen
maken tussen deze 2 rechten en moet je ze kunnen herkennen)

Instellingen van de Unie (art. 13 VEU):
Wie doet wat?

• Vaststellen van de grote beleidslijnen voor de Unie: De Europese Raad
• Regelgeving; vaststellen van wetgevende en andere regels: Het Parlement, de Commissie en de Raad
• Rechtspraak: Het Hof van Justitie (HvJ)
• Financiën: Europese Centrale Bank en de Rekenkamer

De verhouding tussen alle instellingen heet ook wel institutioneel evenwicht. De EU beschikt over een
institutioneel kader (art. 13 lid 1 VEU).
De 7 instellingen zijn:

• Het Europees Parlement
• De Europese Raad
• De Raad (van Ministers) van de Unie
• De Europese Commissie
• Het Hof van Justitie van de Europese Unie
• De Europese Centrale Bank
• De Rekenkamer (controle uitgaven en inkomsten van de EU)
• Daarnaast heb je ook andere (sub)organen

De Europese Raad (art. 15 VEU en art. 235-236 VWEU) is de hoogste instelling. De samenstelling bestaat uit
allerlei regeringsleiders. Belangrijke taken zijn verdragen opstellen of wijzigen (zie art. 48 VEU), en beleidslijnen
vaststellen.
De Europese Raad heeft een vaste voorzitter. Nu is dat de Belg Charles Michel (art. 15 lid 6 VEU). Zijn
voorganger was de Pool Donald Tusk en daarvoor de Belg Herman van Rompuy.


Een andere instelling is de Raad van de Europese Unie (ook wel De Raad) (art. 16 VEU en art. 237-243 VWEU).
De samenstelling bestaat uit vakministers die steeds wisselen per onderwerp. Die ministers maken dan ook
wetgeving. Hier kom je op voor je nationale belangen.

, De Europese Commissie (ook wel de Commissie) (art. 17 VEU en 244-250 VWEU). Deze bestaat uit 27 leden
(uit elke lidstaat één). De leden van de Commissie behoren onafhankelijk van hun nationale overheid te
functioneren; hij zit daar voor algemeen belang van de EU. Elke commissaris heeft een eigen portefeuille, maar
de Commissie neemt haar besluiten als college bij meerderheid.
De Taken van de Commissie:

• Toezicht op toepassing van Unierecht (ze kunnen lidstaten voor het Hof slepen)
• Uitvoering en beheer
• Externe vertegenwoordiging van de Unie
• Het voorstellen van wetgeving (initiatiefrecht): de Commissie heeft in heel groot aantal gevallen het
monopolie tot het doen van wetgevingsvoorstellen (art. 17 lid 2 VEU)

Je hebt ook een Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid (art. 18 VEU, art 16 lid
6 VEU, art. 27 VEU). Hij is lid (vicevoorzitter) van de Europese Commissie, en neemt deel aan de
werkzaamheden van de Europese Raad als het gaat over Buitenlandse Zaken e Veiligheidsbeleid. Nu is dit Josep
Borrell Fontelles.


Het Hof van Justitie van de Europese Unie (art. 19 VEU en art. 251-281 VWEU) in Luxemburg beantwoord
prejudiciële vragen.

De Europese Centrale Bank in Frankfurt zorgt dat de euro netjes georganiseerd blijft. De ECB voert het
monetaire beleid uit van de EU samen met de nationale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.
Het is een instelling van de EU met eigen rechtspersoonlijkheid (art. 282 lid 3 VWEU); zelfstandig en
onafhankelijk.
Het is de spil van het Europees Stelsel van Centrale Banken (de ECB en de nationale centrale banken van de
lidstaten).


Het Europees Parlement (art. 14 VEU en art. 223-234 VWEU) bestaat uit 750 leden plus een voorzitter. Het
aantal is over de lidstaten verdeeld op basis van systeem van ‘degressief-evenredige vertegenwoordiging’. Dat
betekent dat de kleine lidstaten beter zijn vertegenwoordigt. Uitgangspunt is het bevolkingsaantal van elke
lidstaat, maar met een forse correctie in het voordeel van de kleine lidstaten. Nederland heeft sinds 1 februari
2020 recht op 29 vertegenwoordigers.



Wie hebben de meeste invloed?: De Europese Raad wordt steeds belangrijker en neemt toe in macht. De Raad
is de belangrijkste wetgever. In feite is het de regeringen van de lidstaten (zie art. 4 lid 2 VEU).
Dus hoewel de EU supranationaal is, blijkt het toch deels intergouvernementeel te zijn. De Commissie en
Europees Parlement beroepen zich graag op een gemeenschapsmethode. Angela Merkel spreekt liever van een
Uniemethode; lidstaten en EU instellingen werken samen voor een goed resultaat.

De nationale parlementen zijn steeds belangrijker geworden, die zijn betrokken bij de herziening van
verdragen (art. 48 VEU). Er is ook een aantal protocollen dat ze een subsidariteitseis moeten doen. Je kunt dus
ook zeggen dat ze en democratisch tekort aanvullen ten opzichte van het Europees Parlement (art. 12 VEU).
Invloed op EU-wetgeving:

1. Eetsye Protocol
2. Tweede Protocol
> Gele kaart
> Oranje kaart

(Hier wordt later op in gegaan)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FNR. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96
  • (0)
  Add to cart