Samenvatting Technische
Analyse
Hoofdstuk 1 Technische analyse: Wat is dat?
1.1 Definitie
Technische analyse: Een analysemethode waarbij op basis van historische koer- en
omzetgegevens een prognose wordt gemaakt van de koers.
Er wordt alleen gebruik gemaakt van de historische koersbewegingen. Dit is het enige
objecteve en leidende informate die beschikbaar is voor de analist. nndere informate is
subjectef of voor velerlei uitleg vatbaar.
Prognose: Het meest waarschijnlijke scenario wordt geschetst plus een koersdoel en een
stop-loss.
Stop-loss: Het koersniveau waarop we stellen dat de analyse niet meer zal uitkomen en
nemen tjdig verlies om te voorkomen dat we in grotere problemen raken.
Een prognose maken is niet hetzelfde als voorspellen. Voorspellen suggereert een exactheid
die op de fnanciële markten nooit waar te maken is.
1.2 Charttechnische versus statische analyse
Chartreading (visuele analyse of grafeklezen): Door middel van duidelijk omschreven regels
koerspatronen en trends te ontdekken in de koers, teneinde daarmee een prognose te
kunnen maken van de toekomstge koersbeweging.
Statsche analyse: Rekenregels en formules worden toegepast op koersen en de uitkomsten
daarvan worden in grafeken getoond. Daaruit zijn indicatoren ontstaan.
Statsche indicatoren hebben de technische analyse geobjectveerd. De analyse wordt uit de
emotonele sfeer gehaald. Computers kunnen dit overnemen en dus kopen en verkopen,
omdat er geen twijfel bestaat. Bij patroonherkenning is dit niet het geval, want de ene
analist herkent soms wel bepaalde patronen en de andere niet.
Beide vormen van technische analyse moeten als elkaar aanvullend worden beschouwd.
1.3 Veronderstellingen
De technische analyse is op drie veronderstellingen gebaseerd:
1. In de koersen zit alle informate verdisconteerd of verwerkt.
2. Koersen bewegen zich in trends.
3. De geschiedenis herhaalt zich.
,De volgende bronnen van informate hebben invloed op de koers:
1. Fundamentele informate
2. Inside informaton
3. Economische informate
4. Politeke en fscale omstandigheden
5. Emotonele factoren
6. Historische informate
7. nbusieve informate
8. Klimatologische omstandigheden
9. Galactsche factoren
10. Hype-factoren
Door grafeken te bestuderen, worden alle vormen van analyse beoefent. De koers is
namelijk de enige objecteve informate die we als belegger hebben.
nls koersen niet stjgen, heee het geen zin om aandelen of calloptes te kopen. nls koersen
niet dalen, heee het geen zin om short te gaan of putoptes te kopen.
De markt kent drie trends:
1. De vlakke/horizontale fase.
2. De stjgende fase.
3. De dalende fase.
De geschiedenis herhaalt zich. nls we een bepaald koerspatroon waarnemen, dan heee dit
doorgaans 60 tot 70% van de gevallen steeds weer dezelfde koersimplicate.
1.4 Beginselen van de Dow-theorie
Charles Henry Dow ontwikkelde de Dow-index (1884) door de som van de elf belangrijkste
industriële bedrijven genoteerd aan de aandelenbeurs van New York, te delen door elf. De
ontwikkelding van de Dow-index, om de heersende marktrend te kunnen vaststellen, was
een revolutonaire aangelegenheid.
De zes beginselen van de Dow-theorie:
1. In de indices of marktgemiddelden is alles verdisconteerd of verwerkt.
Dow spreekt alleen over indices terwijl de technische analyse dit beginsel van
toepassing laat zijn op alle individuele markten.
2. De markt kent drie trends.
Primaire trend: Primaire trend is opwaarts. Dit is de koersbeweging die in de
gaten moet worden gehouden.
Secundaire trend: Een correcte binnen de primaire trend die weken tot
maanden kon duren.
Minor trend: Koersbeweging korter dan 3 weken.
,3. Elke primaire trend bestaat uit drie fasen.
Accumulateeaae: De goed ingewijde beleggers kopen, terwijl het
economische en fundamentele nieuws nog niet zo goed is.
Tweede eaae: De trendvolgende beleggers stappen in.
Diatributeeaae: De grote beleggers beginnen te verkopen, wanneer er steeds
meer positef nieuws komt en nieuwe groepen niet-ingewijde beleggers
instappen.
4. De marktgemiddelden moeten elkaar bevestgen.
In 1987 werk de index in tweeën gesplitst: de industriële index en een
transportndex. Geen enkel bull- of bearmarkt kan lang standhouden als de
koersontwikkeling van beide indices niet met elkaar overeenkomen. Een nieuwe
trend ontstond pas als beide indices een trendomkeer te zien gaven.
5. Het volume moet de trend bevestgen.
nls de primaire trend omhoog gaat, moet het volume toenemen, terwijl neerwaartse
correctes met minder volume plaatsvindt.
Een daling van de primaire trend gaat meestal gepaard met meer volume, terwijl we
bij opwaartse correctes minder volume zouden moeten zien.
6. Een trend blijf intact totdat er defniteve signalen zijn dat hij is omgekeerd.
Twee situates die het einde van de opwaartse trend aangeven:
Failure awing (e1.5a): De nieuwe top B is niet hoger gekomen dan de vorige
top n. Vervolgens zakt de koers beneden bodem C. Punt S geee het
verkoopsignaal.
Noneailure awing (e1.5b): De koers is wel in staat een hogere top neer te
zeten, maar de koers zakt daarna onder de laatste bodem, voor sommigen
geldt dat punt (S1) het verkoopsignaal. nnderen vinden dat de top nog lager
moet zijn (E) en de koers moet zakken beneden bodem D om van een
bearmarkt te spreken.
Het ontstaan van een opwaartse trend:
Failure awing botom (e1.6a): Hier zet de koers voor het eerst weer een
hogere bodem neer (C is hoger dan n) en de koers stjgt vervolgens voorbij de
laatste tussentop (B). Dit is het koopmoment.
Noneailure awing botom (e1.6b): De koers zet nog wel een lagere bodem (C is
lager dan n), maar daarna weet de koers uit te stjgen boven de laatste
tussentop (B). Sommigen spreken op dit punt van een bullmarkt (B1), anderen
zoeken bevestging door ook nog te eisen dat de koers een hogere bodem
neerzet (E). Het koopsignaal bestaat dan als de koers uitstjgt boven top D.
, De Dow-theorie is in de loop van de tjd een aantal kritekpunten geuit:
1. Signalen komen te laat.
De koers moet zowel eerst een hogere top als een hogere bodem neerzeten,
voordat de trend keert van neerwaarts naar opwaarts, mogelijk zelfs later als beide
indices elkaar nog eens moeten bevestgen.
2. De theorie is alleen van toepassing op indices.
Deze kritek is minder valide geworden, omdat het tegenwoordig mogelijk is om
indices met futures te handelen. Daarnaast kunnen bepalen delen of concepten van
de theorie ook in andere omstandigheden worden gebruikt, bijvoorbeeld: dat de
volumes de trend moeten bevestgen en dat de trend intact is tot het tegendeel is
bewezen.
3. De Dow Jones-industrial en de Dow Jones-transportaton geven niet helemaal meer
een getrouw beeld van het huidige landschap van ondernemingen.
Ralph Elliot ontdekte dat er achter de steeds veranderende koers een structuur schuilging
die overeenkwam met de basisharmonieën in de natuur. Elliot nam steeds een patroon van
vijf opgaande en drie neergaande golven Elliot Wave-principe (Hoofdstuk 8).
Hoofdstuk 2 Kritiek op de technische analyse
2.1 De efficiënte-markttheorie
Efeiciënnte-marktheorie: Zegt dat beleggers ratonele beslissingen nemen en dat
vrijgekomen informate direct in de koersen wordt verwerkt.
Volgens deze theorie heee het geen zin om op basis van vrijgekomen informate te gaan
handelen, omdat:
1. Deze informate al direct in de koersen is verwerkt, zodat de meeste beleggers per
saldo te laat zijn.
2. De vrijgekomen informate op een ratonele manier in de koers wordt verwerkt.
Beleggers beoordelen de informate puur op het economische of fundamentele nut.
De efciënte-marktheorie klopt niet, omdat:
1. Informate niet direct in de koersen wordt verwerkt. Informate wordt juist gelijdelijk
bekend bij verschillende groepen beleggers. Beleggers met inside informaton zouden
allang hebben gehandeld en een professionele handelaar die de markt nauwkeurig
volgt zal eerder zijn dan de partculiere belegger.
2. Beleggers zijn niet ratoneel, maar worden vaak door emotes beïnvloedt.
2.2 De fundamentele analyse
De fundamentele analist (bestudeert jaarverslagen, bedrijfstakrapporten,
bedrijfsinnovateprocessen, managementstjlen, etv.) belicht slechts één van de
prijsbepalende factoren. Het verschil tussen de werkelijke koers en de fundamentele koers
wordt door de fundamentele analist gerechtvaardigd door te beweren dat dit verschil van
tjdelijke aard is en de fundamentele koersontwikkeling uiteindelijk zal bepalen.
Fundamentele analyse is een langetermijnbeleggingsmethode en bevat veel subjecteve
elementen. (Jaarverslagen zijn voor meerdere uitleg vatbaar, cijfers worden opgepoetst).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cnicolec. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.