100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting klinische neuropsychologie deeltenamen 1 en 2 $9.76   Add to cart

Summary

samenvatting klinische neuropsychologie deeltenamen 1 en 2

 7 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting klinische neuropsychologie deeltentamen 1 en 2, samenvatting van hoorcolleges, boek. inclusief begrippen lijst. Dingen die in het boek staan maar niet in de hoorcolleges benoemd worden. Zelf 2x hele goeie cijfers mee gehaald!

Preview 4 out of 46  pages

  • No
  • Unknown
  • April 10, 2024
  • 46
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Klinische neuropsychologie

COLLEGE 1
Functie domeinen
- Geheugen
- Waarneming
- Motoriek en lichaamsrepresentatie
- Intelligentie
- Taal
- Aandacht en executieve functies
- Emoties en sociale cognitie

 Hippocrates: hersenen spelen belangrijkste rol

 Artisoteles: hart is zetel van de ziel

 Celtheorie= nieuwe cellen worden gevormd uit reeds bestaande cellen

 Decartes (1596-1650): ziel in pijnappelklier/epifyse

 Gall (1758-1828): buitenzijde van hersenen (cortex)

 Phineas Gage (1848)

 Broca (1824-1880): patiënt “Tan”

 Wernicke (1848-1905): zag tegenovergesteld beeld

 Neiging naar meer holistische visie

 Vooral gericht op voorspellen schoolsucces of geschiktheid voor militaire dienst

 Binet (1857-1911): ontwikkeling intelligentietest  Uitgangspunt voor ontwikkeling
neuropsychologische tests

 Luria: integratie van zowel holistische als lokalisatietherorieen

 Hersenen zijn als geheel verantwoordelijk voor gedrag, maar er zijn wel
gelokaliseerde deelfuncties te onderscheiden

 Ontwikkeling eerste neuropsychologische tests o.a. door Benton en Warrington

 Vanaf 1980; locatie van hersenbeschadiging kan worden vastgesteld

 Neuropsychologisch onderzoek belangrijk om de gevolgen van de
hersenbeschadiging in kaart te brengen

,  Indivuele patient is een n=1 studie

Dissociatie= een verstoring en/of onderbreking van het normale psychisch functioneren
treedt op wanneer een patiënt een stoornis vertoont in taak A, maar normaal presteert in
taak B. Dit suggereert dat de twee taken door verschillende hersengebieden worden
uitgevoerd.
Dubbele dissociatie= gaat het om het aantonen van twee (min of meer) onafhankelijke
cognitieve processen waarvan men aanvankelijk dacht dat het om een samenhangend
proces gingtreedt op wanneer twee patiënten verschillende stoornissen vertonen. Patiënt
1 heeft een stoornis in taak A, maar presteert normaal in taak B, terwijl patiënt 2 een
stoornis heeft in taak B, maar normaal presteert in taak A. Dit biedt sterker bewijs dat de
twee taken door verschillende hersengebieden worden uitgevoerd.
Amnamnese= is wat een patiënt met betrekking tot de voorgeschiedenis en relevante
omstandigheden van zijn ziekte of aandoening aan een zorgverlener kan vertellen.
Heteroanamnese= Als er informatie over de medische voorgeschiedenis en achtergrond van
een patiënt ingewonnen wordt bij een andere persoon dan de patiënt zelf
COLLEGE 2
Methoden (Experimenteel, Neuroanatomie)

Gesprekken/ gedrag begrijpen, is enorm complex
 methoden staan in dienst van de neuropsycholoog
(verantwoordelijkheid om deze (deels) te begrijpen)
 Dit maakt een psycholoog anders dan een luisterende
buurvrouw

Hypothesen!  Empirische cyclus

Inductief redeneren: bij
explorerend onderzoek,
nog geen theorie/
kennis over iets.
Deductief redeneren:
als je wel deze kennis
bezit




Statistiek/wetenschap/methoden: doen we allemaal om de toeval kans te beperken, je
moet je ervan bewust zijn dat deze kans nooit 0 is.

,Type 1: 0 hypothese die waar is ten onrechte verworpen false positive
Type 2: 0 hypothese niet verworpen, terwijl deze niet waar is false negative
Power: 1- beta (correct positief)  afhankelijk van de groepsgrootte
Significatie: 1-alfa (terecht negatief)


Operationaliseren: Omzetten van theorie naar experiment
 Ethiek
- IC (informed consent): patiënten moet je vragen of je van hen mag leren
- METC (medische ethische toetsingscommissie): afweging tussen type 1 en type 2
fout in lijn met de risico’s die mensen lopen
- AVG (algemene verordening gegevensbescherming)
- WMO (wet medisch-wetenschappelijk onderzoek bij mensen):
- GCP (good clinical practice): je bent je bewust van wat je doet

Statistiek
Je wil weten of iets puur toeval is en wanneer niet. Statistiek helpt je om te beslissen wat bij
toeval hoort en wat niet  stellen van de juiste vraag is het meest belangrijk
Vraagstelling dicteert de statistiek

Test-paralleltest: vaak hertest effecten  mensen herkennen
(parallel)testen
 Reliable change index (RCI): Wil je echt kunnen zeggen dat er
verandering is opgetreden tussen meetmoment 1 en
meetmoment 2 (meer dan toeval en meer dan toeval in beide
metingen) moet je de reliable change index gebruiken

Enkele dissociatie: je kan wel taak A goed, maar niet taak B (het zijn verschillende taken)
Dubbele dissociatie: je kan wel taak B goed, maar niet taak A (de relatie tussen de taken is
onafhankelijk)
 Je moet wel altijd kijken of het verschil tussen taak 1 en 2 significant is, niet alleen naar
de absolute relatie kijken

Diversiteit en generaliseerbaarheid
FAIR data: Findable, Accessible, interoperable, Reusable

PICO methode (voor klinisch onderzoek):
- Patiënt (welke groep)
- Interventie (wat ga je doen)
- Comparison (waarmee vergelijk je mee, placebo bvb)
- Outcome (uitkomstmaat, effectgrootte)

P-waarde: 0,05 belangrijk in de context, Is niet noodzakelijk
heilig Bvb hoe anders is 0.049 t.o.v. 0.051. Een kans is nooit 0

Typen onderzoek: Beschrijven/ experiment/ correlationeel

, Anatomie van de hersenen
Frontaal, temporaal, parietaal, occipitaal kwab
Dorsaal= naar boven
Ventraal= naar beneden
Anterior/rostraal= naar buik kant
Posterior/caudaal=naar rug kant
Mediaal= in het midden
Lateraal= naar buiten (links of rechts)
Bilateraal= beide zijden van het lichaam

Horizontaal= horizontale doorsnee
Sagittaal= doorsnee van neus tot achterhoofd
Coronaal= doorsnee van oor tot oor




Diencefalon= centraal midden in het brein.
Thalamus en hypothalamus.
Limbisch systeem= betrokken zijn bij
emotie, emotieregulering, emotioneel
geheugen, genot en motivatie.
Basale ganglia= het evenwicht, de houding.
planning van bewegingen

Hersenstam= medulla oblangate, pons,
midbrain. Basic needs circulation
breathing. Important in filtering and
sending the sensory and motor information
to the right place.
Cerebellum= coordination, motor/motion memory

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evahaanen2003. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73243 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.76  1x  sold
  • (0)
  Add to cart