In deze samenvatting worden alle doelstellingen van de lessen anatomie uitgewerkt van de vakken algemene chirurgie en KNO. Er staan diverse afbeeldingen bij om de anatomie beter te begrijpen. Verder staan er oefenvragen in het document per specialisme.
Doelstellingen TLP 3
Algemene chirurgie: Anatomie
KNO: Anatomie
-Je bent in staat om de anatomische taal te gebruiken
Er zijn diverse termen en benamingen die vaak worden gebruikt als het gaat om de anatomie en
geneeskunde. Het is belangrijk om dit te weten, zodat de Latijnse benamingen makkelijker zijn om
toe te passen. Verschillende termen in ons lichaam zijn vaak gecombineerd met de locatie en
vorm/structuur. Voorbeelden:
-Processus spinosus = uitsteeksel van de wervelkolom
-Foramen intervertebralen = gat tussen de wervels
-Articulatio sternoclavicularis = gewricht van het sternum (borstbeen) en clavicula
(sleutelbeen)
Veel voorkomende termen in de geneeskunde zijn:
-Angulus = hoek -Incissura = Inkeping
-Anulus = ring -Nucleus = kern
-Arcus = boog -Processus = uitsteeksel
-Caput = hoofd -Ramus = tak
-Condylus = knobbel/knokkel -Truncus = stam/wortel
-Corpus = lichaam -Os = bot
-Fasciculus = bundel/cluster -Musculus = spier
-Foramen = gat -Nervus = zenuw
-Fossa = geul/goot -Ligamentum = band
-Fovea = kuil -Articulus = gewricht
Verder zijn er diverse termen voor spieren, deze zijn gebaseerd op:
-Richting van de beweging: flexor of extensor
-Vorm van de spier: m. biceps brachii is tweekoppig, m. trapezius is in deze vorm
-Locatie
De arteriën zijn vaak vernoemd naar waar de arterie langs loopt of waar hij naartoe loopt.
Naast deze benamingen zijn er ook benamingen voor plaatsaanduidingen. Dit zijn:
-Craniaal (kop) / Caudaal (staart)
-Proximaal (dichtbij) / Distaal (ver weg)
-Anterior (voorkant) / Posterior (achterkant)
-Lateraal (zijkant) / Mediaal (midden)
-Ventraal (buikzijde) / Dorsaal (rugzijde)
-Superior (boven) / Inferior (onder)
Tot slot kan het lichaam verdeeld worden in drie vlakken, namelijk:
-Frontaal vlak (lichaam wordt in een voor en achter verdeeld)
-Sagitaal vlak (lichaam wordt in een links en rechts verdeeld)
à Mediaan vlak (lichaam wordt precies in het midden
verdeeld)
-Transversaal vlak (lichaam wordt in een boven en onder verdeeld)
1
,1.1 Hoofd/hals chirurgie: Anatomie
-Je kunt ten aanzien van het hoofdhalsgebied en de schildklier de onderdelen en
structuren benoemen en begrijpen hoe deze ten opzichte van elkaar liggen
Onderdelen
De schildklier bestaat uit een linker en rechter kwab/lob, een isthmus en
bijschildklieren. De isthmus is het middelste gedeelte van de
schildklier en kan soms een lobus pyramidalis hebben. Dit is een
uitsteeksel op de isthmus, wat een restant is van de indaling van
de schildklier in de embryonale fase. De glandula parathyroidea
horen officieel niet tot de schildklier, want het is ander soort
weefsel. De bijschildklieren zitten aan de achterzijde van de
schildklier.
Embryonale ontwikkeling
De schildklier migreert tijdens ontwikkeling van de tong naar caudaal. Als embryo
heb je allemaal kieuwen en kieuwbogen, waaruit het gezicht ontstaat. De
schildklier ligt achter een hoop spieren om de trachea heen en ligt niet voor het
grijpen.
Belangrijke onderdelen hals
Als je een incisie maakt in de huid om bij de schildklier te komen, kom je
achtereenvolgens tegen:
-Huid
-Onderhuids bindweefsel met de m. platysma (houdt de keel/nek strak
en loopt van kaak tot aan de clavicula)
-Fascia cervicalis (halsfascie): hierin zit de m. sternocleidomastoideus
-Infrahyoide spieren (onderste tongbeenspieren): deze spieren kunnen
opgeofferd worden tijdens de operatie. De functie is het naar beneden
trekken van de het hyoid aan het einde van de slikbeweging (niet heel
erg nodig à zwaartekracht)
-Fascia pretrachealis: bestaat uit de glandula thyroidea, trachea en
oesophagus
-Carotis schede: bevat de a. carotis communis, v. jugularis interna en n. vagus
Schildklierhormoon
De schildklier maakt T3 en T4 hormonen aan in de binnenzijde van de schildklierblaasjes. Voor het
aanmaken van dit hormoon heb je tyrosine en jodium nodig. Jodium komt binnen via het eten van
zout. Jodium wordt gebonden aan tyrosine, die twee jodiumdeeltjes kan binden. Als er twee
jodiumdeeltjes aan een tyrosine zit, heet dit een DIT. Twee DIT-deeltjes vormen T4 hormonen. Als er
een jodiumdeeltje aan een tyrosine zit, heet dit een MIT. Een DIT + MIT vormen samen een T3-
hormoon. Deze hormonen worden in de schildklierblaasjes opgeslagen totdat ze in het lichaam nodig
zijn voor gebruik.
De hypothalamus in de hersenen zorgt ervoor dat de hypofyse ThyroidStimulerendHormoon
aanmaakt. TSH zorgt voor de afgifte van T4 en T3 in het lichaam. Als er voldoende in het lichaam is
afgegeven, krijgen de hersenen een seintje dat ze kunnen stoppen met de aanmaak van TSH.
De schildklier maakt naast deze hormonen ook calcitonine (C-cellen) aan. Dit zorgt ervoor dat
calcium uit het bloed wordt onttrokken en in de botten gaat zitten. De bijschildklier maakt PTH
(parathyroidhormoon) aan. Dit hormoon werkt tegen calcitonine in en zorgt er dus voor dat calcium
in het bloed blijft zitten, hier worden de botten minder sterk van. Deze twee hormonen werken
tegen elkaar in (antagonisten).
2
,Klachten
Een schildklier kan verschillende klachten geven, dit zijn:
-Struma
-Hyperthyreoïdie
-Hypothyreoïdie
Een struma is een vergrote schildklier, wat kan komen doordat de schildklier niet goed werkt.
Hierdoor gaat de schildklier meer weefsel aanmaken om beter te kunnen werken. Verder kan er een
struma ontstaan bij een jodiumtekort. Bij een struma hoeft er niet per se sprake te zijn van een
snelwerkende of een traag werkende schildklier.
Ziektebeeld
Een thyroglossal duct cyst is een cyste die tussen de tong en de schildklier kan ontstaan. Dit komt
door de embryonale ontwikkeling en de weg die de schildklier aflegt tijdens het naar beneden
zakken. Het is een los thyroideaal lobje dat onderweg tijdens het indalen is achtergebleven.
-Je kunt ten aanzien van het hoofdhalsgebied en de schildklier de innervatie en vascularisatie van de
schildklier beschrijven
De vascularisatie van de schildklier verloopt via de volgende
arteriën:
- A. subclavia à a. thyroidea inferior
à a. thyroidea ima
-A. carotis externa à a. thyroidea superior
De oorsprong van de a. thyroidea ima kan verschillen per
persoon. Deze kan ook uit de truncus brachiocephalia, a.
carotis communis of de arcus aortae komen. De afvoer van
het bloed verloopt via de volgende venen:
-V. jugularis interna ß v. thyroidea superior
ß v. thyroidea media
-V. brachiocephalica ß v. thyroidea inferior
De nervus vagus is onderdeel van autonome zenuwstelsel en
zorgt onder andere voor het verlagen van de hartslag en
stimuleren van de spijsvertering. De nervus vagus heeft dus invloed op het parasympatische
(rest/digest) zenuwstelsel.
Vanuit de nervus vagus lopen verschillende aftakkingen. De aftakking die van belang is voor de
schildklier, zijn de n. laryngeus recurrens sinister (onder aortagboog) en n. laryngeus recurrens
dexter (onder a. subclavia). De nervus laryngeus zorgt voor het openen en sluiten van de
stembanden.
3
, -Je kunt ten aanzien van het hoofdhalsgebied en de schildklier uitleggen wat de functies zijn
Onderdeel Functie
Thyroid Aanmaak schildklierhormoon T4 en T3
Parathyroidea Aanmaak PTH
Nervus vagus Invloed op het parasympathische zenuwstelsel (verlagen hartslag o.a.)
Nervus laryngeus recurrens Openen en sluiten van de stembanden
TSH Stimuleren van de aanmaak van thyroid hormonen (T3 en T4)
T3-hormoon -Verhogen stofwisseling en energieverbruik
-Verhogen hartslag, bloeddruk en ademhaling
-Stimuleren lengtegroei en groei hersenen
Parathyroidhormoon Zorgt ervoor dat calcium in het bloed blijft zitten
Calcitonine Onttrekt calcium uit het bloed naar de botten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thessak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.