= Een wilsovereenstemming/ overeenkomst tussen 2 of meer lidstaten of internationale
organisaties met de bedoeling rechtsgevolgen teweeg te brengen en dat wordt beheerst door de
regels van het internationaal recht.
Verdragsrecht neergelegd in het Weens Verdragenverdrag van ’69 (WVV)
1.1. SOORTEN
Bilateriale verdragen Multilaterale verdragen
Gesloten verdragen Open verdragen
Verdragen gesloten binnen internationale Verdragen gesloten buiten internationale
organisaties organisaties
Verschil open – gesloten verdragen:
Gesloten verdrag staat niet meer open voor nieuwkomers, een open verdrag wel (er kunnen nog
lidstaten toetreden).
Wat is een gemengd verdrag?
Verdrag dat bevoegdheden van verschillende niveaus omvat, zowel gemeenschappen als
federale bevoegdheden.
1.2. BEKENDMAKING
- Elk verdrag moet worden geregistreerd bij het VN-secretariaat
- Publicatie bij UNTS
1.3. TOTSTANDKOMING
(1) Diplomatieke lobby
(2) Onderhandelingen over de tekst
Internationaal niveau
(3) Aanneming van de verdragstekst
(4) Ondertekening van de tekst
(5) Parlementaire goedkeuring Nationaal niveau
(6) Ratificatie (gebonden)
(7) Inwerkingtreding Internationaal niveau
(8) (inwerkingtreding
- Ondertekening gebeurt vaak “onder voorbehoud van ratificatie”
- Parlementaire goedkeuring:
Vereist voor uitwerking in nationale rechtsorde
Voor alle verdragen (zowel federaal als voor gemeenschap/ gewest)
Hoe? Regering dienst wetsontwerp in. Parlement stem
instemmingswet. Kan inhoud niet wijzigen. Instemmingswet wordt
bekrachtigd en afgekondigd en bekendgemaakt in BS.
1
, Reservaties/ interpretatieve verklaringen (art. 19-23 WVV)
Als een staat het slechts gedeeltelijk eens is met de inhoud van het verdrag, dan zal deze staat
bij de toetreding tot het verdrag een reserve kunnen formuleren. Een staat is dan niet gebonden
door dat bepaalde artikel.
Een staat kan ook verklaren dat hij een bepaald artikel op die bepaalde wijze gaat interpreteren.
Status of Treaties
1.4. NALEVING
- Een verdrag is binden – “Pacta sum servanda” (art. 26 WVV)
- Een verdrag heeft geen terugwerkende kracht (art. 28 WVV)
- Een verdrag heeft territoriale gelding (art. 29 WVV)
- Een verdrag heeft een relatief karakter (art. 34 WVV)
- Indien een verdragsregel onduidelijk is moet die worden geïnterpreteerd (via bepaalde regels)
(art. 31 WVV)
$2. GEWOONTERECHT
De vorming van een gewoonterechtelijke regel vereist 2 elementen:
- Een objectief element: de statenpraktijk: voldoende staten gedragen zich gedurende
een zekere periode op een bepaalde manier in een bepaalde situatie
- Een subjectief element: de overtuiging van de Staten dat deze gedragingen in deze
aangelegenheid een verplichtend karakter hebben en dus door het internationaal recht
worden vereist (= rechtsovertuiging of opinio juris)
Voorbeelden:
WEL NIET
Verbod op gebruik van geweld Vlag halfstok hangen bij het overlijden van
Feit dat verdragen moeten worden staatshoofd van een ander land
geratificeerd Alfabetische orde van staten op
Ruimte is niet vatbaar voor internationale conferenties
soevereiniteitsaanspraken Toestaan van foltering
Geldt wereldwijd, ten aanzien van alle staten (objectief recht)
Een staat kan zich aan het gewoonterecht onttrekken door, gedurende de periode waarin de
regel zich ontwikkelt, regelmatig te kennen te geven dat hij deze regel niet als gewoonterecht
aanvaardt (“persistent objector”)
1.2. JUS COGENS
= Een beperkte categorie van regels die als zo fundamenteel worden beschouwd voor de
internationale rechtsorde dat zij voorrang hebben boven enige andere regel en voor elke Staat
dwingend zijn. Hiervan is geen afwijking mogelijk.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtspraktijkvivesstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.