Volledige samenvatting van het gehele vak straf(proces)recht I aan de Radboud Universiteit. Bevat alle hoorcolleges, werkcolleges, kennisclips en jurisprudentie.
Schmidhäuser: het primaire doel van het strafproces is het herstellen van de rechtsvrede in
de samenleving. De inbreuk op de rechtsvrede die een strafaar feit maakt moet verefend
worden. Het gevolg van dit verefenen is dat de maatschappelijke onrust wordt
weggenomen. Het strafproces moet dus de rechtsvrede zo herstellen dat de maatschappij en
(in redelijkheid) het slachtofer en de verdachte zich bij de uitkomst kunnen neerleggen.
Secundaire doelen van het strafproces
Waarheidsvinding
Speciale prevente: door een sancte wordt de pleger van een strafaar feit
ontmoedigd nog een keer een strafaar feit te plegen.
Generale prevente: anderen worden door de sancte die de pleger van het strafare
feit krijgt ook ontmoedigd een strafaar feit te plegen.
Inrichting van het strafproces
Hoe het strafproces wordt ingericht is afankelijk van verschillende keuzes:
1. Is het doel van het strafproces criminaliteitsbestrijding of machtsbeheersing?
- Criminaliteitsbestrijding (crime control model): dit model gaat uit van de
gedachte dat de maatschappij het meest wordt bedreigd door criminaliteit en dit
ten koste gaat van de vrijheden van burgers. Er moet dus een efcicnt en efectef
strafsysteem zijn om deze criminaliteit zo snel mogelijk te onderdrukken. Het
strafproces is, in dit model, ingericht op het controleren van de criminaliteit.
Rechten van de verdediging zijn hieraan ondergeschikt.
- Machtsbeheersing (due process model): de macht van de overheid is enorm wat
de vrijheden van burgers bedreigd. Het strafproces moet daarom met de grootst
mogelijke zorgvuldigheid worden doorlopen en wanneer er enige twijfel bestaat
mag er geen veroordeling komen.
Deze twee modellen zijn uitersten en zijn in deze extreme vorm bijna nergens te
vinden. Maar bij de inrichtng van het strafprocesrecht moet wel een richtng worden
gekozen.
- EHRM: vanuit het due process model zijn mensenrechten geen doel maar een
middel (om bijv. willekeur te voorkomen). Maar vanuit het perspectef van de
mensenrechten zijn mensenrechten wel een doel. Ook wanneer 100% duidelijk is
dat iemand schuldig is moet toch een eerlijk proces worden gevoerd. Een eerlijk
proces gaat maatschappelijke onrust tegen. Dit wordt ook wel het autonome
belang van een eerlijk proces genoemd.
2. Is de insteek van het strafproces accusatoir (adversarieel) of inquisitoir?
- Accusatoir (adversarieel): het proces is van de partjen. De rechter heef een
ondergeschikte rol en de partjen zelf moeten met bewijsmateriaal komen. Het
idee hierachter is dat wanneer mensen die het meeste belang hebben bij de
, uitkomst van de zaak (de verdachten) hun eigen zaak bepleiten dit voor de beste
verdediging zorgt.
- Inquisitoir: het proces is van de overheid. De partjen dragen de zaak en zijn het
subject in de zaak. Maar de rechter en het OM doen onderzoek en de rechter
bekijkt zelfstandig of iemand schuldig is. Het idee hierachter is dat het beter is om
neutrale professionals het onderzoek te laten doen omdat dit voor een betere
kwaliteit zorgt dan wanneer amateurs (de verdachte/slachtofer) dit doen.
Of een proces accusatoir of inquisitoir is hangt van drie aspecten af:
I. Wie is verantwoordelijk voor de vervolging, wie klaagt de rechtsschender aan?
a. Iedere burger (syco-phant): ten tjde van de oude Grieken was dit de situate.
Iedere burger die een strafaar feit waarnam kon vervolging instellen.
b. Het slachtofer (accusato): dit kent men in Frankrijk en Belgic. Het slachtofer
kan de vervolging inzetten, maar het OM pakt het wel later op.
c. Magistraat (bijv. OvJ): het Nederlandse systeem. Dit systeem is ontstaan
omdat bleek dat (vooral arme) burgers vaak niet in staat waren vervolging in
te stellen.
II. Wie is verantwoordelijk voor de waarheidsvinding?
a. De verdediging en het OM (accusatoir): bijv. in de VS en Engeland. Ook hier
doet de polite onderzoek maar om een andere reden dan we in Nederland
kennen. In Engeland is de polite er omdat de burgers niet goed onderzoek
kunnen doen, in Nederland is de polite van de autoriteiten.
b. De rechter (inquisitoir): de rechter is verantwoordelijk voor de
waarheidsvinding op basis van actef onderzoek ter terechtzitng en
vooronderzoek door de autoriteiten.
III. Wie is verantwoordelijk voor eerlijke rechtspleging?
a. De verdediging zelf (accusatoir): de verdediging heef veel rechten, maar is
ook zelf verantwoordelijk voor de naleving van deze rechten (bijv. de caute).
De rechter gaat hier niet actef achteraan.
b. De autoriteiten (inquisitoir): er zijn minder rechten voor de verdediging
omdat de rechter verantwoordelijk is voor de eerlijkheid van het proces.
c. De gemeenschap: juryrechtspraak. De jury is er gedeeltelijk om
tekortkomingen van de verdediging te compenseren en gedeeltelijk om de
macht van de rechter tegen te gaan.
In Nederland is het vooronderzoek meer inquisitoir en de zitng meer accusatoir.
Procesdeelnemers
De rechter
De rechter is onpartjdig jegens de procespartjen en onafankelijk jegens de autoriteiten.
Tijdens het vooronderzoek heef de rechter (dan rechter-commissaris genoemd)
enkele bevoegdheden zoals het verlenen van machtgingen of verrichten van
onderzoeksfunctes. Maar bij het vooronderzoek ligt de macht desalniettemin bij het
openbaar ministerie.
Ter terechtzitng heef de rechter het volledig voor het zeggen. Hij speelt een acteve
rol.
,De ofcier van justte
De ofcier heef de leiding over de opsporing en bepaald de rol van de polite in de
opsporing. Ook gaat de OvJ over tot vervolging. Hij bepaald of er vervolgd wordt
(opportuniteitsbeginsel) en wat er ten laste wordt gelegd. De rechter kan alleen beslissen
over feiten die op de tenlastelegging staan, dus hiermee beslist de ofcier over de meest
bepalende factor van het strafproces. Ook houdt de ofcier toezicht op de tenuitvoerlegging
van sanctes en maatregelen.
De OvJ is in Nederland zowel een magistraat als een crimefghter. Hij moet de wet
handhaven en dus rekening houden met mensenrechten, maar criminaliteitsbestrijding is
het voornaamste doel van de OvJ.
De raadsman
De raadsman is principieel partjdig, hij is bij het strafproces om het belang van de verdachte
te verdedigen. De verdediging heef in Nederland veel rechten, maar hierbij horen ook veel
verantwoordelijkheden. Zo moeten de rechten van de verdediging (bijv. het oproepen van
getuigen) goed worden ingezet want er is geen herkansing.
De verdachte
Het belangrijkste recht van de verdachte is het onschuldspresumpte. Dit bestaat uit drie
onderdelen:
1. Bewijsregel: bij redelijke twijfel over de schuld (onvoldoende bewijs) moet vrijspraak
volgen.
2. De verdachte hoef nooit zijn onschuld te bewijzen, de autoriteiten moeten zijn
schuld bewijzen.
3. De verdachte dient voor onschuldig te worden gehouden zolang zijn schuld niet in
rechte is komen vast te staan.
Het slachtofer
Sinds de millenniumwisseling zijn steeds meer rechten voor slachtofers vastgelegd in het
wetboek van Strafvordering, onder andere het adviesrecht en het recht op informate. Op
het adviesrecht is veel kritek. Het slachtofer gaat dan op een formele manier van volledige
schuld uit en geef aan wat volgens hem een rechtvaardige straf is. Dit zou het geding op een
negateve manier voor de verdachte kunnen beïnvloeden.
Getuigen
Getuigen moeten tjdens de terechtzitng of het vooronderzoek verklaren. Deze verklaring
kan als bewijs worden gebruikt.
Deskundigen
Wanneer een zaak erg ingewikkeld is zal een rechter niet genoeg van een onderwerp weten
om er een oordeel over te kunnen vellen. Dat kunnen deskundigen worden ingezet.
,Week 2: mensenrechten & opsporing
Hoorcollege: mensenrechten
Waarom mensenrechten
Mensenrechten zijn in Nederland en de Europese Unie van groot belang bij het
strafprocesrecht. Dit omdat het strafrecht het zwaarste middel is dat de staat in handen
heef en de staat kan door middel van het strafrecht mensen van hun vrijheid beroven. Zelfs
in gevallen waar 100% vaststaat dat een beestachtge misdaad is begaan blijven
mensenrechten van belang.
Humaniteit: een mens is nooit een middel maar altjd een doel. Wat een mens heef
gedaan, het blijf een mens.
Moraliteit: als wij als maatschappij vinden dat bepaald gedrag afeuringswaardig is
moet wel gezorgd worden dat de maatschappij moreel hoogstaand handelt. Anders
wordt afgezakt naar hetzelfde niveau als de persoon die juist veroordeeld wordt om
zijn daden.
Rechtsstaat: een fatsoenlijk land gaat fatsoenlijk om met haar misdadigers.
Kwaliteitsverhoging: mensenrechten zorgen voor kwaliteitsverhoging in het
strafproces.
Mensenrechten zijn o.a. te vinden in het EVRM, het IVBPR en in veel relevante ‘sof laww
regelingen.
EVRM
Het EVRM heef als primair doel het begrenzen en beheersen van de staatsmacht
Art. 2 EVRM: het recht op leven
Dit artkel kan zowel procedureel (de staat doet geen onderzoek wanneer iemand van zijn
leven is beroofd) of materieel (iemand wordt onrechtmatg van het leven beroofd) worden
geschonden.
Art. 3 EVRM: het folterverbod.
Dit verbod verbiedt foltering en onmenselijke behandeling. In Nederland hebben we als
aanvulling hierop ook nog het pressieverbod (art. 29 Sv). Dit is belangrijker dan art. 3 EVRM
voor de Nederlandse rechtsorde, omdat het een stuk ruimer is dan art. 3 EVRM.
Art. 5 EVRM: het recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid.
Ingevolge art. 5 EVRM zijn er door het EHRM vier gronden geformuleerd waarbij het toe is
gestaan een verdachte in voorlopige hechtenis te plaatsen (vrijheid te ontnemen):
1. Vluchtrisico
2. Collusiegevaar (de verdachte bewerkt getuigen/bewijs)
3. Onmiddellijk recidiverisico
4. Verstoring van de rechtsorde (actueel en recel vast te stellen)
Art. 6 EVRM: recht op een eerlijk proces
,Vaak wordt als kritek op het EHRM geuit dat het eisen aan de deelnemende staten oplegt
die niet kenbaar waren op het moment dat het EVRM werd gesloten. Hier zit een kern van
waarheid in (zo leidde het EHRM de cauteplicht uit art. 6 af), maar het EHRM probeert art. 6
altjd zo ruim mogelijk uit te leggen. Hierin kan bijv. het Nederlandse strafproces blijven
bestaan. Er gebeurt in Nederland ontzettend veel in het vooronderzoek, terwijl dit eigenlijk
op terechtzitng moet gebeuren.
Art. 8 EVRM: het recht op eerbiediging van het privéleven, correspondente, enz.
Dit artkel is vooral van belang tjdens de opsporingsfase van het vooronderzoek. Dit recht is
erg ruim geformuleerd waardoor eigenlijk alle opsporing inbreuk maakt op dit recht. Daarom
zijn in lid 2 enkele beperkingsmogelijkheden geformuleerd op het recht op privacy.
Kennisclip
Inzet van bestuurlijke bevoegdheden in het strafproces
Sfeerovergang: er wordt een overgang gemaakt tussen gebruik van een bestuursrechtelijke
bevoegdheid (gericht op controle) naar een strafvorderlijke bevoegdheid (gericht op
opsporing). Hierin zijn drie categoriecn:
1. Zuivere sfeerovergang: er wordt eerst een bestuursrechtelijke bevoegdheid
uitgeoefend en daarna een strafvorderlijke bevoegdheid. Deze bevoegdheden
berusten beide op dezelfde wet. Dit is in beginsel niet problematsch, omdat de
controlebevoegdheid er is om toepassing van de strafvorderlijke bevoegdheid
mogelijk te maken.
- Voorwaarde: de ambtenaar moet bevoegd zijn tot het inzetten van de
strafvorderlijke bevoegdheid en de controlebevoegdheid.
2. Voortgezette toepassing: er wordt weer van de controlebevoegdheid naar de
strafvorderlijke bevoegdheid overgegaan, maar de bevoegdheden berusten op
verschillende wetten.
In het Geweer-arrest heef de Hoge Raad twee criteria gesteld aan voortgezette
toepassing:
- De ambtenaar moet bevoegd zijn tot de inzet van de controlebevoegdheid en de
strafvorderlijke bevoegdheid.
- Er mag geen détournement de pouvoir zijn: de bevoegdheid mag niet worden
ingezet om een ander doel te bewerkstelligen dan waartoe hij bedoeld is. Dit
houdt in de praktjk in dat de strafvorderlijke bevoegdheid vooral per toeval
wordt ingezet.
3. Sfeercumulate: de bestuursrechtelijke bevoegdheid wordt ingezet om op te sporen.
De Hoge Raad heef in het Controle versus opsporing-arrest bepaald dat dit is
toegestaan onder bepaalde voorwaarden:
- De ambtenaar moet bevoegd zijn tot de inzet van de controlebevoegdheid en de
strafvorderlijke bevoegdheid.
- De controle mag niet uitsluitend ten behoeve van de opsporing worden ingezet.
Dit is een redelijk ruim criteria (Dynamische verkeerscontrole-arrest).
- De waarborgen van de verdachte moeten in acht worden genomen (in
bestuursrecht geldt medewerkingsplicht, in strafrecht nemo tenetur-beginsel).
,Rechtsmiddelen tegen een beschikking
Beschikkingen (art. 138 Sv) zijn alle beslissingen van een rechter die niet op de terechtzitng
worden gegeven.
Soorten rechtsmiddelen:
1. Gewone rechtsmiddelen
- Hoger beroep
- Beroep in cassate
2. Buitengewone rechtsmiddelen
- Herziening
- Cassate in het belang der wet
3. Rechtsmiddelen tegen beschikkingen
Het doel van rechtsmiddelen het is het mogelijk herstel van een onjuist oordeel en het
bewaken van de rechtseenheid (de vraag komt bij een hogere rechter terecht waardoor het
recht op een meer uniforme manier wordt geïnterpreteerd).
In Nederland kennen we een gesloten stelsel van rechtsmiddelen, er kan alleen gebruik
worden gemaakt van de rechtsmiddelen die uitdrukkelijk in de wet vermeld zijn.
Art. 445 Sv: de verdachte mag in beroep tegen beschikkingen waarbij dit uitdrukkelijk
in het Wetboek van Strafvordering is bepaald.
Art. 446 lid 1 Sv: het OM mag tegen alle beschikkingen in beroep als het gaat om een
vordering van het OM die is afgewezen. Uitzonderingen hierop moeten in het
Wetboek van Strafvordering staan.
Inverzekeringstellin Bewaring Gevangenneming
g /- houding
Verdacht Geen rechtsmiddel (art. Geen rechtsmiddel Er moet een beschikking zijn
e 445 Sv) (art. 445 Sv) (art. 138 Sv)
Tegen bevel tot hoger beroep
bij het hof (art. 71 lid 1 Sv)
Tegen bevel verlenging van
hoger beroep bij Hof art. 71 lid
2 Sv.
Let op: er is slechts een keer
hoger beroep toegestaan (lid 2).
Openbaa Tegen invrijheidsstelling Bij afwijzende Bij afwijzende beschikking
r (art. 59a lid 5 Sv) hoger beschikking hoger Hoger beroep bij de rechtbank
ministeri beroep bij rechtbank beroep bij rechtbank (art. 446 lid 1 Sv)
e (art. 59c lid 1 Sv). (art. 446 lid 1 Sv) en Cassate bij de Hoge Raad (art.
cassate bij Hoge Raad 446 lid 2 Sv)
(art. 446 lid 2 Sv)
Tegen
invrijheidsstelling (art.
64 lid 2 Sv) hoger
beroep bij de
rechtbank (art. 64 lid 3
, Sv)
Ook bestaan er enkele verkapte rechtsmiddelen tegen de voorlopige hechtenis (bewaring +
gevangenhouding/-neming).
Verdachte Verzoek tot ophefng (art. 69 lid 1 Sv)
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot ophefng bij hof (art. 71 lid 3 Sv)
Verzoek tot schorsing (art. 80 Sv)
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot schorsing bij rechtbank/hof (art.
87 lid 2 Sv).
Openbaar Tegen beslissing op verkapte rechtsmiddelen ingesteld door de verdachte
ministerie Beslissing tot ophefng
Hoger beroep bij hof (art. 71 lid 3 Sv)
Beslissing tot schorsing
Hoger beroep bij rechtbank/hof (art. 87 lid 1 Sv)
Ook bij de verkapte rechtsmiddelen geldt dat de verdachte slechts een keer in hoger beroep
tegen een afwijzende beslissing op een verzoek tot schorsing of ophefng kan gaan (art. 87
lid 2 Sv). Als dit wordt afgewezen kan er niet opnieuw hoger beroep worden ingesteld tegen
een afwijzende beslissing op een dergelijk verzoek.
Werkcollege
Opsporing
Art. 132a Sv:
Onderzoek in verband met strafare feiten
Onder gezag van de ofcier van justte (burgers en toezichthouders vallen hier dus
niet onder)
Met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen
Het defnicren van opsporing is erg belangrijk omdat bij opsporing bepaalde waarborgen en
rechten van de verdachte een rol gaan spelen (waarborgkant van opsporing). Ook krijgt de
ofcier van justte toegang tot opsporingsbevoegdheden (instrumentele kant van
opsporing).
Controlebevoegdheden
Controlebevoegdheden hoeven niet strafrechtelijk te zijn, er wordt gecontroleerd of de wet
wordt nageleefd. Controlebevoegdheden kunnen tegen eenieder worden ingezet,
opsporingsbevoegdheden alleen tegen de verdachte (art. 27 Sv). Bij controlebevoegdheden
is er ook een medewerkingsplicht, bij opsporingsbevoegdheden geldt het nemo tenetur-
beginsel.
Jurisprudentie
HR Geweer (p. 41 Wolters Kluwer jurisprudentebundel)
Voortgezette toepassing
Feiten: een agent is in een kroeg aan het controleren of de eigenaar zich aan de Drankwet
houdt. Hij trekt een keukenkastje open en ziet daar een vuurwapen wat hij in beslag neemt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marevisser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.