Begrippen 2
1.1 Dierenwelzijn 2
1.2 Gedrag bestuderen 2
1.3 Communicatie 2
1.4 Aangeboren of aangeleerd 2
1.5 Omgaan met elkaar 3
1.1 Dierenwelzijn 4
Functies van gedrag 4
Ontstaan van gedrag 4
Opbouw van gedrag 4
1.2 Gedrag bestuderen 4
Bestuderen van gedrag 4
Sleutelprikkel en supernormale prikkel 4
Dieren leren snel 4
1.3 Communicatie 5
Communicatie met soortgenoten 5
Ritueel gedrag 5
Conflictgedrag 5
1.4 Aangeboren of aangeleerd 5
Aangeboren of aangeleerd gedrag 5
Leren door gewenning en imitatie 5
Leren van elkaar 6
Klassiek en operant conditioneren 6
1.5 Omgaan met elkaar 6
Voordeel van leven in groepen 6
Cultuur en rolpatronen 6
Inzicht en inlevingsvermogen 6
Normen en waarden 6
1
, Biologie HFD 1 Samenvatting
Begrippen
1.1 Dierenwelzijn
Soort; een variatie van een dier of plant.
Inwendige prikkel; factor die binnen het lichaam is.
Uitwendige prikkel; factor die buiten het lichaam is.
Motivatie; een drijfveer om iets te doen.
Drempelwaarde; hoeveelheid motivatie die nodig is voor gedrag.
Gedragselementen; verschillende acties.
Gedragsketen; vaste volgorde van gedragselementen.
Fitness; voortplanting
1.2 Gedrag bestuderen
Ethogram; een lijst met gedragselementen.
Protocol; telling van gedragselementen.
Ethologie; wetenschap over gedrag bij dieren.
Sleutelprikkel; essentiële prikkel.
Supernormale prikkel; versterkte sleutelprikkel.
Inprenting; leren in een gevoelige periode.
Associatief leren; situaties aan elkaar koppelen.
1.3 Communicatie
Signalen; manier om te communiceren.
Ritueel gedrag; gedrag met een symbolische betekenis voor de soortgenoten.
Balts; manier om te laten zien dat je een goede toekomstige partner bent.
Conflictgedrag; gedrag wat optreedt bij meerdere tegenstrijdige prikkels.
Ambivalent gedrag; 2 gedragssystemen/typen wisselen elkaar af.
Omgericht gedrag; agressie door een innerlijk conflict.
Overspronggedrag; gedrag dat niet bij de situatie past.
Dreiggedrag; een agressieve houding naar een ander zonder direct aan te vallen.
Taakverdeling; elk individu heeft een eigen functie bij het voortbestaan van de kolonie.
1.4 Aangeboren of aangeleerd
Aangeboren gedrag; gedrag dat al bij de geboorte aanwezig is.
Aangeleerd gedrag; gedrag dat tijdens het leven verworven is.
Gewenning; het onderdrukken van een schrikreflex.
Imiteren; andere nadoen.
Sociaal gedrag; omgaan met groepsgenoten.
Rangorde; elkaars positie kennen en respecteren.
Pikorde; rangorde bij vogels
Klassieke conditionering; neutrale prikkel koppelen aan een andere prikkel.
Operante conditionering; verandering van gedrag door een gevolg, bijvoorbeeld straf
of een beloning.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ajhc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.