Hierbij de volledige samenvatting van OWE 8, indiceren van zorg. De samenvatting is na het tentamen nog aangepast, zodat de vragen die gesteld worden ook in de samenvatting behandeld zijn.
Week 1 en 2: het zenuwstelsel
Leerdoelen
Na deze les kan de student:
- Uitleg geven over de volgende aspecten van een dwarslaesie: de definitie, de oorzaken, de
pathofysiologie, de etiologie en epidemiologie, de symptomen en signalen, diagnostische
onderzoek, behandeling, complicaties en prognose en verloop.
- De kennis over dwarslaesie toepassen in een patiënten situatie en gebruiken om collega-
verpleegkundigen te informeren.
- Beschrijft de verschillende etiologische factoren van MS.
- Beschrijft de symptomen van MS en het kenmerkende ziektebeloop.
- Beschrijft de verschillende diagnostische middelen omtrent MS.
, - Beschrijft de verschillende behandelingen van MS met de daarbij behorende bijwerkingen.
- Beschrijft de complicaties die als gevolg van MS kunnen optreden.
- Is in staat om de opgedane kennis over MS toe te passen bij het schrijven van een zorgadvies en in
het uitwerken van de verdiepingsopdrachten.
Het centraal zenuwstelsel (CZS) bestaat uit de hersenen, inclusief de hersenstam, en het ruggenmerg. Hier
vindt de verwerking en interpretatie plaats van elektrische prikkels die door de
sensorische neuronen worden aangevoerd. Het centraal zenuwstelsel stuurt via
de motorische neuronen alle processen in het lichaam aan.
Het ruggenmerg begint bij het foramen magnum in de schedelbasis en eindigt
bij de eerste lendenwervel. Het ruggenmerg wordt verdeeld in segmenten:
- 8 cervicale wervels,
- 12 thoracale wervels,
- 5 lumbale wervels en
- 5 sacrale wervels.
He ruggenwervel geeft stabiliteit aan het lichaam en tegelijkertijd maakt hij
bewegingen als buiten en draaien mogelijk. Je ruggenmerg geeft berichten door
van je lichaam naar je hersenen, en van je hersenen naar je lichaam toe.
In het ruggenmerg is de grijze substantie omgeven door witte substantie. Bij
de dwarsdoorsnede van het ruggenmerg is een
grijze H-vormige figuur te zien. De grijze stof bestaat uit voornamelijk
cellichamen en dendrieten, de witte stof bevat gemyeliniseerde axonen. Het
gaatje in het midden van de H-vormige figuur is het centrale kanaal: deze is
gevuld met hersenvocht.
Het ruggenmerg en alle hiermee verbonden structuren hebben een links-
rechtssymmetrie. Tussen elke 2 wervels treden links en rechts 2
ruggenmergzenuwen. Door het verschil in lengte van ruggenmerg en wervelkolom liggen de
ruggenmergsegmenten van craniaal naar caudaal steeds minder tegenover hun bijbehorende wervels.
Functies van het zenuwstelsel zijn:
- Registreren van prikkels
- Verwerken van prikkels
- Opwekken van prikkels
- Reageren op prikkels
- Coördineren van functies
Het centrale zenuwstelsel wordt omgeven door 3 dicht tegen elkaar aan liggende vliezen, deze worden
meninges genoemd. Bij het grote achterhoofdsgat, waar het ruggenmerg
begint, gaan de hersenvliezen over in de ruggenmergvliezen. Van buiten
naar binnen zijn dat de: dura mater, arachnoïdea mater en de Pia mater.
De dura mater (harde vlies) is een heel taai, dik en stevig vlies,
opgebouwd uit straf bindweefsel. Het harde vlies rond de hersenen
bekleedt de binnenkant van de schedelbeenderen en is daar vergroeid
met het beenvlies.
De arachnoïdea mater (spinnenwebvlies) is aan de ene kant vergroeid
met de dura mater. Aan de andere kant is het vlies met een talrijke
ragdunne bindweefselverbindingen verbonden met de pia mater. De
ruimte met de bindweefselverbindingen is de arachnoïdale ruimte, hierin
circuleert hersenvocht, dat de hersenen en het ruggenmerg nog extra
tegen schokken en stoten beschermt.
De pia mater (zachte vlies) is een heel dun laag bindweefsel, die elke winding en plooi van het
hersenoppervlak volgt. De pia mater voorziet het zenuwweefsel van voedingsstoffen en zuurstof.
Het vegetatieve zenuwstelsel bestaat uit 2 delen, die een
antagonistische werking hebben. Dit zijn het sympathische en
parasympatische zenuwstelsel. Het sympathische zenuwstelsel is actief
wanneer de mens ook echt actief is, wanneer je bijvoorbeeld aan het
fietsen of rennen bent. Het stimuleert de hartactiviteit en de ademhaling,
en het verhoogt de bloedsuikerspiegel en de spanning in de
skeletspieren. De spijvertering wordt daarentegen geremd. Het
parasympatische zenuwstelsel is juist actief als je niks doet, zoals rustig
, zitten na het eten. Het stimuleert juist de spijsvertering, maar vertraagt weer de hart- en
ademhalingsactiviteit. Ook remt het de spieractiviteit. Vrijwel alle organen zijn verbonden met beide
zenuwstelsels.
Het neuron (zenuwcel) is de functionele eenheid van het zenuwstelsel. De cel heeft
een groot cellichaam en bevat behalve de kern veel celorganellen, waaronder een
uitgebreid endoplasmatisch reticulum en veel golgicomplexen. De cel heeft 2 of meer
draadvormige uitlopers, zenuwvezels genoemd. Je hebt 2 typen zenuwvezels;
axonen en dendrieten.
Het axon vervoert impulsen van het cellichaam af. Een neuron heeft altijd maar 1
axon. De meeste axonen zijn omgeven door een vetlaagje, de myelineschede. De
myelineschede is regelmatig onderbroken, deze onderbrekingen heten insnoeringen
van Ranvier. Het uiteinde van het axon is vertakt en het uiterste puntje van elke tak
is iets verbreed. Met die verbredingen maakt het axon contact met andere
(zenuw)cellen.
Dendrieten zijn meestal vrij kort, zij
ontvangen impulsen van andere
zenuwcellen en vervoeren dei naar het eigen cellichaam toe. Een
neuron kan heel veel dendrieten hebben. Op basis van functie
zijn er 3 verschillende soorten neuronen:
- Sensibele neuronen (afferent): zij vervoeren impulsen
vanaf de sensoren in het lichaam naar het CZS. Een
sensibel neuron heeft maar 1 zenuwvezels, die ter hoogte
van het cellichaam in 2en splitst. Beide takken lopen in
tegengestelde richting. De ene tak staat in verbinding van
met zintuigcel (sensor) in bijvoorbeeld de huid, de
inwendige organen, spieren, pezen en gewrichten. De andere tak loopt naar het ruggenmerg, waar
de informatie van de andere tak wordt overgedragen.
- Schakelneuronen: dit zijn zenuwcellen die in het CZS liggen. Hun taak is om impulsen van de ene
op de andere zenuwcel over te dragen. De meeste neuronen in het CZS zijn schakelneuronen.
- Motorische neuronen (efferente): deze vervoeren impulsen vanuit het CZS naar de spieren en de
kieren.
Je hersenen zijn opgebouwd uit: de grote hersenen, de hersenstam en de
kleine hersenen.
Het cerebrum (groter hersenen) bestaan uit 2 hemisferen. Ook hebben de
grote hersenen een aantal hersenkwabben:
- Frontale kwab (voorhoofd): motorisch en gedrag
- Partiële kwab (slaapbeen): sensorisch en taal
- Occipitale kwab (wandbeen): zien
- Temporale kwab (achterhoofd): geheugen, taal en gehoor.
De hemisferen in je hersenen bestaan uit grijze en witte stof. De grijze
substantie vormt de buitenste laag en ligt als een schil over de hemisfeer en wordt de hersenschors
genoemd. De witte substantie van de hersenen bestaat grotendeels uit de uitlopers van de neuronen, de
zenuwvezels of axonen. Bij de zenuwvezels in de grote hersenen kan er onderscheid gemaakt worden
tussen:
- Associatievezels; deze verbinden verschillende delen van de cortex samen.
- Commissuurvezels; deze verbinden de overeenkomstige delen van de cortex van de beide
hemisferen onderling samen.
- Projectievezels; verbinden delen van de cortex met grijze substantie elders in het centraal
zenuwstelsel.
De hersenstam is de verbinding tussen de grote hersenen en het ruggenmerg. Een belangrijk deel van de
hersenstam is de hypothalamus, hier liggen zenuwcellen die een belangrijke rol spelen bij de hormonale
functies. De hersenstam is verantwoordelijk voor de vitale functies.
Het cerebellum (kleine hersenen) zijn verantwoordelijk voor de motoriek. Het zorgt voor de coördinatie van
beweging, maar ook evenwicht en fijne motoriek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jadevanderberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.04. You're not tied to anything after your purchase.