Vennootschappen- en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
Summary
Samenvatting Vennootschappen en rechtspersonen (RGBUPRV006) - week 3 t/m 7
5 views 0 purchase
Course
Vennootschappen- en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit is een samenvatting van alle stof die is behandeld in het tweede deel van het vak Vennootschappen en rechtspersonen (RGBUPRV006). Hoorcolleges, werkgroepen en jurisprudentie zijn allemaal samengevoegd in 1 logische samenvatting. Meer heb je niet nodig om het vak te halen!
Vennootschappen- en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
All documents for this subject (54)
Seller
Follow
SPlaisier3
Reviews received
Content preview
Samenvatting Vennootschappen en Rechtspersonen week 3 t/m 7 B2B3
Deze samenvatting bevat de basis van de stof die is behandeld tijdens deze cursus. Het zal niet ALLES
bevatten wat in de literatuur is besproken en sommige details zijn mogelijk niet opgenomen. Ik heb zoveel
mogelijk wel in deze samenvatting gezet, maar gebruik hem altijd naast de voorgeschreven literatuur.
Week 3
Verschillende rechtsvormen:
Nederlandse rechtsvormen:
Eenmanszaak
Personenvennootschappen (boek 7A BW en WvK) (zie week 1 & 2 van de cursus)
o Maatschap
o Vennootschap onder firma (VOF)
o Commanditaire vennootschap (CV)
Privaatrechtelijke rechtspersoon (boek 2 BW) (onderwerp van deze samenvatting)
o Vereniging
o Coöperatie
o Onderlinge waarborgmaatschappij (OWM)
o Stichting
o Besloten vennootschap (BV)
o Naamloze vennootschap (NV)
Europese rechtsvormen: vinden hun grondslag in EU-verordeningen
Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV): soort van personenvennootschap
Societas Europeae (SE): Europese NV (bv. Zalando)
Societas Cooperatieva Europeae (SCE): Europese coöperatie
De bedoeling was dat deze rechtspersonen overal in de EU hetzelfde zouden zijn. Dit is echter niet helemaal
gelukt, omdat ze nog wel steeds gebonden zijn aan de regelgeving van ieder lidstaat apart. Er namelijk veel
ruimte gelaten aan de lidstaten voor de invulling van de verordening die deze rechtspersonen in het leven
roepen.
De meeste wetgeving omtrent rechtspersonen staat in boek 2 BW. Dit boek heeft een gelaagde structuur:
1. Algemene bepalingen: op alle rechtspersonen van toepassing
2. Verenigingen (vanaf art. 2:26 BW)
3. Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschapij (OWM) (vanaf art. 2:53 BW)
4. Naamloze vennootschappen (vanaf art. 2:64 BW)
5. Besloten vennootschappen (vanaf art. 2:175 BW)
6. Stichtingen (vanaf art. 2:285 BW)
7. Fusie en splitsing (vanaf art. 2:308 BW)
8. Geschillenregeling en het recht van enquête (vanaf art. 2:335q BW)
9. De jaarrekening en het bestuursverslag (veel afgeleid uit Europese wetgeving) -> vaak een
wisselwerking tussen accountants en advocaten over de vraag wie verantwoordelijk is
De vereniging (vanaf art. 2:26 BW)
Er zijn 2 soorten verenigingen:
Formele vereniging: art. 2:27 BW, opgericht bij notariële akte, vereniging met volledige
rechtsbevoegdheid
Informele vereniging: art. 2:30 BW, niet opgericht bij notariële akte, vereniging met beperkte
rechtsbevoegdheid; vormvrij (art. 2:30 BW) -> kan geen registergoederen verkrijgen, kan geen
erfgenaam zijn (arrest Bandidos)
,Een vereniging heeft een ledenbestand en is een organisatorisch verband voor een bepaald doel, dat als
eenheid deelneemt aan het rechtsverkeer. Het organisatorische verband kan uit verschillende dingen
worden afgeleid, zoals een bankrekening, een gezamenlijk naam of een algemene ledenvergadering (ALV)
De organen bestaan uit het bestuur en de algemene ledenvergadering. Er kan ook een raad van
commissarissen zijn. Deze houdt toezicht op het bestuur en kan ingrijpen wanneer het bestuur fouten
maakt. Ze kunnen ook advies leveren. (De wettelijke regeling betreffende raden van commissarissen voor
verenigingen is er pas sinds 2021).
De vereniging heeft een winstuitkeringsverbod (art. 2:26 lid 3 BW). Bij ontbinding van de vereniging mag de
overige winst wel uitgedeeld worden aan de leden, tenzij anders is bepaald in de statuten.
De coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) (vanaf art. 2:53 BW)
Coöperatie (art. 2:53 lid 1 BW): bv. Campina (met boeren als leden)
Een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging
Doel: in stoffelijke behoeften van haar leden voorzien, door bedrijfsuitoefening (juist niet op
verzekering)
Men is lid van de coöperatie en heeft daarnaast ook nog een overeenkomst met de coöperatie. Dus zowel
een lidmaatschapsverhouding en een contractuele verhouding.
Onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) (art. 2:53 lid 2 BW)
Een bij notariële akte als owm opgerichte vereniging
Doel: verzekeringsovereenkomst aangaan met haar leden (alleen verzekering en dit is dus het
verschil met de coöperatie)
Art. 2:53a lid 1 BW is erg belangrijk! Dit is de schakelbepaling die bepaalt dat bijna al de bepalingen over
verenigingen ook van toepassing zijn op de coöperatie en de OWM.
Het is wel belangrijk om te weten dat hier het winstuitkeringsverbod van uitgesloten is. De coöperatie en
OWM kunnen dus wel winst aan hun leden uitkeren.
Stichting (vanaf art. 2:285 BW)
Vroeger had je voor de oprichting van een stichting een vrij hoog startkapitaal nodig. Die is tegenwoordig
lager.
De oprichting van een stichting gaat via notariële akte (art. 2:286 lid 1 BW) en vereist geen meerzijdige
rechtshandeling. De oprichting kan zelfs geschieden via een testament (art. 4:135 BW).
Een stichting heeft een bestuur (dit mag uit 1 persoon bestaan (hoeft natuurlijk niet)). Een raad van
commissarissen is mogelijk, maar niet noodzakelijk.
Er geldt voor de stichting een ledenverbod en dus heeft een stichting nooit leden.
Het doen van uitkeringen is beperkt mogelijk. Volgens art. 2:285 lid 3 BW mag het namelijk niet aan de
oprichters of aan mensen die deel uitmaken van de organen van de stichting. Het mag ook niet aan anderen,
tenzij de uitkeringen een ideële of sociale strekking hebben. In het wetsartikel staat dat het uitkeren niet
het doel van de stichting mag zijn, maar hieruit wordt ook geïnterpreteerd dat de feitelijke handeling van het
uitkeren ook niet is toegestaan. Kortom, tenzij er aan de tenzij-clausule wordt voldaan, geldt er voor de
stichting ook een (winst)uitkeringsverbod.
,Naamloze en besloten vennootschappen (NV & BV)
De NV en de BV lijken erg op elkaar.
Oprichting:
Via notariele akte:
NV: art. 2:64 BW
BV: art. 2:175 lid 2 BW
De organen zijn het bestuur, een algemene vergadering van aandeelhouders en eventueel een raad van
commissarissen.
Aandelen
Een NV en BV geven aandelen uit om aan kapitaal te komen (zie week 4). Er zijn daarom verschillende
soorten aandelen:
Preferente aandelen: art. 2:96a BW/art. 206a lid 2 BW, als er winst uitgekeerd wordt, komen deze
aandeelhouders als eerste
Prioriteitsaandelen: art. 2:92 BW/art. 201 lid 3 BW, aandelen waaraan een bijzonder
zeggenschapsrecht aan is verbonden
Winstrechtloze aandelen: art. 2:216 lid 7 BW, alleen bij BV, moet wel altijd stemrecht hebben
Stemrechtloze aandelen: art. 2:228 lid 5 BW, alleen bij de BV, moet wel altijd winstrecht hebben
Girale aandelen: Wet giraal effectenverkeer, aandelen die op de beurs worden verhandeld
Aandelen zijn overdraagbaar (via een specifieke bepaling van de bv en nv jo. art. 3:83 BW)
Vereisten voor overdragen aandelen: art. 3:84 lid 1 BW
Levering:
o Aandelen op naam: notariele akte (NV: art. 2:86 BW, BV: art. 2:196 BW)
o Aandelen aan toonder (altijd NV): levering ogv Wet giraal effectenverkeer
Geldige titel
Beschikkingsbevoegd over aandeel (recherche notaris)
De overdraagbaarheid van aandelen kan bij de NV statuten zijn beperkt. Voor de bv bevat de wet zelfs als
uitgangspunt een overdraagbaarheidsbeperking. Het doel van een blokkeringsregling is om het
aandeelhoudersbestand besloten te houden.
Overdraagbaarheidsbeperking aandelen op naam: NV
NV-aandelen: mogelijkheden van beperking via de wet
Geen blokkering
Goedkeuring door orgaan of derde
Aanbieding aan medeaandeelhouders
Een overdracht in strijd met de regels is ongeldig, zie art. 2:87 lid 1 sub slot BW.
Overdraagbaarheidsbeperking aandelen op naam: BV
BV-aandelen:
Wettelijke aanbiedingsregeling, tenzij statuten anders bepalen (art. 2:195 lid 1 BW)
o De wettelijke regeling houdt in dat iemand zijn aandelen eerst voor 3 maanden aan
medeaandeelhouders moet aanbieden, daarna is hij vrij om ze aan een ieder te verkopen
Overige beperkingen overdraagbaarheid (art. 2:195 lid 4 BW)
, o Goedkeuring orgaan of derde
o Aanbieding
o Combinatie van goedkeuring & aanbieding
o Ect.
Prijsbepalingsregeling
o Wettelijk; waardering deskundigen/statutaire afwijking (art. 2:195 lid 1/4 BW)
Wanneer een blokkeringsregeling niet wordt nageleefd, wordt het aandeel onoverdraagbaar. Het heeft geen
invloed op de beschikkingsbevoegdheid. Dit kan gevolgen hebben de voor de derdenbescherming door
verkrijging ter goede trouw. De enige manier van derdenbescherming is dan art. 3:36 BW. Wanneer de
(niet-)verkrijgende derde het aandeel weer doorverkoopt (en dus wel beschikkingsonbevoegd is), kan de
vierde zich wel weer op derdenbescherming beroepen (art. 3:88 BW).
Tijdelijke uitsluiting overdraagbaarheid (BV)
Een bijzondere blokkeringsregeling is de lock-up regeling.
Lock-up (art. 2:195 lid 3 BW):
Onoverdraagbaar gedurende bepaalde termijn
Statutaire regeling
Wordt vaak gebruikt bij samenwerkingsvennootschappen, zoals joint-ventures.
Er is in de wet geen maximum aan de bepaalde termijn vastgesteld. Uit de parlementaire geschiedenis volgt
dat 5 jaar als redelijk wordt gezien, maar langer kan dus wel.
In de praktijk controleert de notaris of aan de blokkeringsregeling is voldaan.
Uitoefenen rechten door verkrijger van aandelen op naam
Als de nieuwe verkrijger van een aandeel, de rechten daarvan wil gaan uitoefenen (bv. stemrecht), moet er
eerst 1 van de volgende dingen gebeuren:
Erkenning door de vennootschap (NV: art. 2:86a BW, BV: art. 2:196a BW)
o De akte van levering
o Spontane erkenning in register van aandeelhouders
Betekening leveringsakte aan vennootschap door deurwaarder
In de praktijk is de vennootschap vrijwel altijd partij bij de akte van levering van de aandelen en erkent zij in
die akte de overdracht.
Wijzigingen in het aandeelhouderschap, moeten worden aangetekend in het register van aandeelhouders,
zie NV: art. 2:85 BW, BV: art. 2:194 BW.
Aandelen op de effectenbeurs
Het voorgaande geldt niet voor beursaandelen
Via effectenrekening ben je medegerechtigde tot een gemeenschap waartoe aandelen van bv.
Philips behoren
Levering van beursaandelen gaat via een giraal systeem, op grond van de Wet giraal effectenverkeer
Ook als het om een beurs-BV gaat!
De overdracht van beursaandelen gaat niet zoals hierboven is besproken. Zij zijn ondergedeeld in hun eigen
systeem. Dat is gereguleerd in de Wet giraal effectenverkeer. Als aandeelhouder hou je een effectenrekening
aan bij een bank. En via die rekening ben jij medegerechtigde tot een gemeenschap waar alle aandelen van
bv. Philips toebehoren. Levering van beursaandelen is geregeld in diezelfde wet en komt neer op een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SPlaisier3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.