Grondslag van IB: draagkrachtbeginsel IB van natuurlijke personen wordt geheven naar rato van
ieders financiële draagkracht.
Overheersende mening in de literatuur is dat de forfaitaire vermogensrendementsheffing van box 3 een
te grote inbreuk maakt op het draagkrachtbeginsel;
- Niet de werkelijk genoten inkomsten worden belast maar een forfaitair bepaald inkomen
- Wordt geen tegenbewijs toegelaten, zodat afwijkingen van het werkelijk genoten rendement niet in
aanmerking worden genomen
Andere inbreuk op het draagkrachtbeginsel is de instrumentalisering van de IB. Hiermee wordt bedoeld
dat de IB niet alleen gebruikt wordt als financieringsbron van de overheid, maar ook wordt ingezet voor
“het bevorderen van de economie, werkgelegenheid en milieukwaliteit” (nevendoelen). Zijn in de IB
een aantal maatregelen die zijn gericht op het laatste:
- Er is een willekeurige afschrijving mogelijk op bedrijfsmiddelen die in het belang zijn van de
bescherming van het Nederlandse milieu (3.31 IB)
- Er bestaat er een energie-investeringsaftrek (3.42 IB) en een milieu-investeringsaftrek (3.42a IB)
- Er bestaan vrijstellingen voor groene beleggingen (5.14 IB)
Ook door afwenteling wordt inbreuk gemaakt op het draagkrachtbeginsel: indien de IB niet wordt
gedragen door de natuurlijke persoon die de belasting is verschuldigd, komt het beginsel dat de IB wordt
geheven naar rato van de draagkracht immers niet goed tot zijn recht.
Voor bijna alle inkomenscategorieën geldt dat voor de belastingheffing de met de inkomensverwerving
causaal verband houdende kosten in mindering op de inkomsten kunnen worden gebracht
uitzondering: loon, kosten die zijn gemaakt voor het verwerven van loon zijn niet aftrekbaar.
Box 1: inkomen uit werk en woning: progressief tarief van maximaal 52% (2.10 IB)
Box 2: inkomen uit AB: vast tarief van 25% (2.12 IB)
Box 3: inkomen uit sparen en beleggen: forfaitair bepaalde rendement van 4% wordt belast tegen vast
tarief van 30% niet hoger dan 30% omdat dit te hoog zou zijn i.v.m. buitenland en kapitaalvlucht zou
kunnen veroorzaken (2.13 IB)
Tussen de boxen is geen onderlinge verliesverrekening mogelijk.
Belastingontwijking
Voorbeeld van anti-arbitrage regelingen:
- Terbeschikkingstellingsregeling binnen het resultaat uit overige werkzaamheid is gericht tegen
arbitrage tussen box 1 en box 3 (3.91 en 3.92 IB)
- Commanditaire vennoten, die als belegger worden gezien, worden belast in box 1 in plaats van box 3
(3.3 lid 1 IB)
- 2.14 IB: probeert tegen te gaan dat belastingplichtigen hun vermogen tijdelijk in box 1 of 2
manoeuvreren met het doel hun box 3 vermogen laag te houden op de voor de rendementsheffing van
belang zijnde peildata
Ook door belastingontwijking en belastingontduiking komt het draagkrachtbeginsel niet volledig tot zijn
recht: de belasting drukt extra zwaar op hen die niet zwart willen of kunnen werken.
1
, Armoedeval: soms is het financieel nadelig om een dienstbetrekking te aanvaarden of meer uren te
gaan werken, omdat dan allerlei subsidies komen te vervallen.
Inkomenstheorieën:
- Verbruikstheorie: inkomen is hetgeen voor consumptie kan worden aangewend zonder het
basisvermogen aan te tasten
- Periodiciteitstheorie: inkomen is wat aan de genieter periodiek toevloeit
- Bronnentheorie: inkomen is al hetgeen uit een permanente bron van inkomen toevloeit
- Opbrengsttheorie: inkomen is al hetgeen door het deelnemen aan de productie wordt genoten
- Vermogensvergelijkingstheorie: inkomen is de algebraïsche som van alle vermogensmutaties over een
jaar, vermeerderd met de privéonttrekkingen
Voorwaarden inkomensbron:
- Deelname aan economische verkeer
- Voordeel beoogd of redelijkerwijs te verwachten
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
1.0.2 Partner
Op grond van 5a lid 1 AWR worden gehuwden en gelijkgestelde geregistreerde partners in beginsel als
elkaar partner aangemerkt. Ongehuwd samenwonenden komen alleen voor fiscale partnerschap in
aanmerking als ze door een notaris een samenlevingscontract hebben laten opmaken.
Ongehuwden samenwonende die op hetzelfde woonadres staan ingeschreven en geen notarieel
samenlevingscontract hebben afgesloten, worden voor IB toch als partners aangemerkt als o.a. (1.2 IB):
- Uit de relatie een kind is geboren
- Een kind van de ene partner door de andere partner is erkend
Hoofdstuk 2: Raamwerk
2.3.1 De verschuldigde inkomstenbelasting
Objectieve draagkracht: uit het inkomen van een individu voortvloeiende draagkracht, zonder rekening
te houden met de behoeften en inkomens van de personen waarmee hij in gezinsverband of andere
zorgrelatie is verbonden. Vindt zijn weerspiegeling in het progressieve tarief.
Subjectieve draagkracht: uit de bestedingsruimte van een individu blijkende draagkracht, beïnvloed door
diens persoonlijke omstandigheden, zoals het hebben van hoge zorguitgaven.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mcoppen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.