Dit oefententamen bevat 40 meerkeuzevragen over de stof van het vak Diagnostiek en Assessment. De vragen vormen een goede afspiegeling van het tentamen en zijn op hetzelfde niveau. Daarom kun jij je hiermee goed voorbereiden op het tentamen!
💡 Deze vragen zijn op eigen inzicht bedacht en ontwikkeld op basis van de
tentamenstof. Verspreiden aan derden is uiteraard verboden.
Succes met oefenen! 🖤
1. Meester Jasper maakt een rekentoets en analyseert zijn vragen aan de hand
van de Item Response Theory. Hieronder zie je een figuur met daarin
informatie over drie van de items op de toets. Welk item is het moeilijkst? En
welk item onderscheidt het beste?
a. het item met de doorgetrokken lijn is het moeilijkst, het item met de kleine
streepjes onderscheidt het beste
b. het item met de kleine streepsjes is het moeilijkst, het item met de
doorgetrokken lijn onderscheidt het beste
Oefentoets Diagnostiek & Assessment 1
, c. het item met de doorgetrokken lijn is het moeilijkst, alle items
onderscheiden even goed
d. alle items zijn even moeilijk, het item met de kleine streepjes onderscheidt
het beste
e. alle items zijn even moeilijk, het item met de doorgetrokken lijn
onderscheidt het beste
f. alle items zijn even moeilijk, het item met de grote streepjes onderscheidt
het beste
2. Jennifer doet onderzoek naar een nieuw instrument om faalangst te meten:
de Testing Without Fear (TWF). Ze heeft hiervoor haar eigen ontwikkelde
instrument afgenomen bij een groep scholieren, daarnaast heeft ze ook de al
bestaande Test Anxiety Scale (TAS) afgenomen. Hieronder zie je een tabel
met de gemeten constructen per test.
TAS - prestatieangst TAS - actieve faalangst
TWF - actieve faalangst A B
TWF - passieve faalangst C D
TWF - sociale faalangst E F
Jennifer analyseert deze tabel aan de hand van de MultiTrait-MultiMethod
Matrix. Welke elementen uit deze Matrix represeteren de letters A, B en C?
a. A = HH, B = MH, C = HM
b. A = HM, B = MM, C = MH
c. A = MH, B = HM, C = HH
d. A = HH, B = MH, C = HH
3. Wat is waar over criterion-referenced en norm-referenced interpretaties?
I: Als je CITO-score met een criterion-referenced referentiekader wilt
interpreteren, dan interpreteer je de vaardigheidsscores.
II: Als je CITO-score met een norm-referenced referentiekader wil
interpreteren, dan interpreteer je de vaardigheidsscores.
III: Als je CITO-score met een criterion-referenced referentiekader wilt
interpreteren, dan interpreteer je de vaardigheidsniveaus.
IV: Als je CITO-score met een norm-referenced referentiekader wil
interpreteren, dan interpreteer je de vaardigheidsniveaus.
a. I en II zijn waar
Oefentoets Diagnostiek & Assessment 2
, b. I en IV zijn waar
c. II en III zijn waar
d. Allemaal niet waar
4. De leerkracht van Jayden merkt dat Jayden moeite heeft met zich te
concentreren. Daarop schakelt de leerkracht een orthopedagoog in. De
orthopedagoog neemt een test af om het gedrag van Jayden te beoordelen.
Uit de test komen de volgende scores: overbeweeglijkheid: 53;
aandachtsproblemen: 89; impulsiviteit: 35
Welke term past het best bij deze situatie?
a. aptitude test
b. maximum performance test
c. measurement
d. assessment
5. Welke stelling of stellingen is/zijn waar?
I: Betrouwbaarheid gaat over de mate van consistentie van testscores
II: Validiteit gaat over de mate waarin een test geïnterpreteerd kan worden
voor het bedoelde testgebruik.
a. I is onjuist, II is juist
b. I is juist, II is onjuist
c. I en II zijn juist
d. I en II zijn onjuist
6. Er zijn twee factoren die een bedreiging vormen voor inhoudsgerelateerd
validiteitsbewijs. Bij welke situatie is er sprake van welke bedreiging?
Situatie 1: Een leerkracht maakt een toets waarbij hij rekenvaardigheid wil
meten, maar waarbij de items alleen optellen en aftrekken bevatten, en geen
keersommen
Situatie 2: Een leerkracht maakt een toets waarbij hij rekenvaardigheid wil
meten, maar de toets bevat ingewikkelde verhaaltjessommen, waarvoor
veel gelezen moet worden.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janineverheij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.