Deze samenvatting is gebaseerd op de officiële powerpoints van het vak Inleiding tot het Recht gegeven op Karel de Grote Hogeschool en zijn verder aangevuld met het handboek geschreven door Mark Van Hoecke & Boudewijn Bouckaert. In het document staan ook enkele voorbeelden uit de les. Ikzelf ben d...
Inleiding tot het recht
DEEL I Wat is recht?
1. Kenmerken en definitie van het recht
Recht = het geheel van afdwingbare regels
→ die het menselijk handelen in de samenleving ordenen
→ opgelegd door eigen vertegenwoordigers
Kenmerken van het recht
• Ordening van de samenleving
• Opgelegd door de samenleving
• Naleving afgedwongen door de samenleving
Soorten rechtsregels:
• Gedragsregels (= regels die gedrag van de mensen ordenen)
• Toepassingsregels en -structuren (rechtsbescherming) (=regels en structuren waarmee
toepassing van gedragsregels kan worden afgedwongen)
• Regels voor maken en wijzigen van het recht
Objectief recht ➔
= rechtsregels die los staan van de concrete personen en situaties
• Zegt gewoon als er iets voorkomt gaan we dat zo oplossen
• Staat los van elke concrete situatie.
• Abstracte regel
• Staat neutraal
• Niet op 1 bepaalde persoon of situatie bedoelt
Objectieve rechten ingedeeld
• Volgens inhoud
➔ Privaatrecht
➔ Publiekrecht
• Volgens territorium
➔ Nationaal recht
➔ Internationaal recht
Rechtssubject versus rechtsobject
Rechtssubject = personen die subjectieve rechten en juridische plichten kunnen hebben
• 2 soorten
Natuurlijke personen = mensen van vlees en bloed
Rechtspersonen = groeperingen, instellingen en stichtingen die zoals natuurlijke personen bepaalde
rechten en juridische plichten hebben. Ze werden gecreëerd met een bepaald doel en met specifiek
aan dit doel gekoppelde rechten en plichten
Rechtsobject = voorwerp waarover rechtssubjecten hun subjectieve rechten kunnen uitoefenen
1
, lOMoAR cPSD| 2786608
Rechtsmisbruik
= de uitoefening van een recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale
uitoefening van dat recht door een voorzichtig en bezorgd persoon
• 3 manieren
Oogmerk te schaden = subjectieve rechten gebruiken alleen maar om ander te schaden
Afwezigheid van belang = manier kiezen die schadelijkste is voor een ander, zonder ander belang
Abnormale rechtsuitoefening = vb mens eist dat buurman huis afbreekt omdat die enkele cm op zijn
grond komt → abnormale redenering
2. Subjectieve rechten ingedeeld
Subjectief recht ➔
• Bevoegdheid om iets te mogen doen of bezitten zoals jij dat wilt
• Recht bij concrete situatie
• Persoonlijke rechten, rechten zijn op jou van toepassing
Subjectieve rechten ingedeeld
Politieke rechten & burgerlijke rechten
Politieke rechten
Burger - overheid
• Politieke vrijheden: onaantastbare vrijheid (vrijheid van meningsuiting, vrijheid van school)
• Participatierechten: mogelijkheid deelnemen aan overheidsbeleid (kandidaat bij
verkiezingen)
• Sociaal-economische rechten: recht om aan de overheid bepaalde diensten te vragen
(werkeloosheidsuitkering)
Burgerlijke rechten
= civiele rechten
Burger - Burger
Patrimoniale rechten
= betrekking op economische, in geld waardeerbare goederen die verhandelbaar zijn
• Zakelijke rechten: heerschappij over een goed (gedeeltelijk/ volledig)
• Vorderingsrechten: bevoegdheid die je hebt om de uitvoering van een verbintenis te
vragen van iemand anders (overeenkomst met iemand, bv: aannemer, geen lawaai maken
na 10u)
• Intellectuele rechten: verlenen van een exclusieve heerschappij over een intellectuele
creatie vb. een boek, een idee
Extra-patrimoniale rechten
= niks met centen te maken, niet economisch, kan je niet verkopen.
• Persoonlijkheidsrechten: recht op eigen lichaam, naam, eer, privacy..
• Familierechten: rechten die voortvloeien uit huwelijk, afstamming, ouderschap, voogdij
2
, lOMoAR cPSD| 2786608
Oefening: politiek of burgerlijk recht?
Jan wil gemeenteraadslid worden en heeft zich op de lijst gezet van “GROEN”. ➔
politiek
In het strafproces van Eric, was de onderzoeksrechter bevriend met de vader van het slachtoffer.
Erik gaat in hoger beroep omdat er belangenvermenging was tijdens het onderzoek➔ politiek(recht
op eerlijk proces)
Jan heeft een fiets gekocht op het internet, na 13 dagen niet geleverd. Stuurt een aanmaning naar
de winkel om de fiets nog te krijgen. ➔ burgerlijk (eisen om iets te doen)
Roger aanspraak op een werkeloosheidsuitkering ➔ politiek
Oefening: persoonlijkheidsrecht of familierecht
Jan wil een orgaandonatie doen voor zijn broer➔ persoonlijk recht
Naar de notaris om te horen of ze kunnen trouwen➔ familie recht
Spamberichten in mailbox, wil klacht indienen➔ persoonlijk (recht op privacy)
E is 18 en wordt het huis uitgezet, ze dagvaard haar ouders omdat ze nog wil gaan studeren➔
familierecht
S. is meerderjarig en wil graag een kind erkennen➔ familierecht
3. Het objectief recht ingedeeld
Volgens inhoud
• Privaatrecht: recht dat geldt tussen burgers onderling.
• Publiekrecht: recht dat geldt tussen burger en overheid
Volgens territorium
• Nationaal recht: geldt binnen het grondgebied van 1 enkele staat
• Internationaal recht: grensoverschrijdend
3
, lOMoAR cPSD| 2786608
Nationaal recht
Nationaal privaat recht
Relaties tussen burgers onderling:
• Welke subjectieve rechten?
• Hoe deze rechten verwerven?
• Hoe deze rechten afdwingen?
Contractsvrijheid = vrij om te bepalen welke afspraken er tussen hen gelden
Aanvullend recht (= suplletief recht) = er zijn nog regels die als een vangnet dienen wanneer partijen
over een bepaald iets niets concreet hebben afgesproken
Dwingend recht (= imperatief recht) = contractuele vrijheid van burgers wordt beperkt door dwingend
recht. Dwingend recht is altijd het doorslaggevende
A. Burgerlijk recht
• Regelt de meest elementaire relaties tussen burgers
→ basisrelaties zoals huwelijk, relatie ouder-kind.
• Wordt ook ‘gemeen recht’ genoemd omdat het een algemeen geldend recht is.
B. Handels-en economisch recht
• Handelsrecht geëvolueerd naar economisch recht
• Recht van toepassing op handelaars, die daden van koophandel stellen.
(handelsdaad = je produceert iets om te verkopen)
• Terug te vinden in het wetboek van koophandel en diverse wetten
• Economisch recht = de manier waarop de overheid zich inmengt in ons economisch leven
om concurrent en consument te beschermen → vb. als de overheid legt max prijs
4
, lOMoAR cPSD| 2786608
• Ondernemingsrecht = omvat vennootschapsrecht en regels voor ondernemen in
moeilijkheden
• Vennootschapsrecht = omvat de regels over de oprichting, organisatie en werking van
vennootschappen
• Beide partijen moeten handelaars zijn → anders is het burgerlijk recht
C. Arbeidsrecht
• Arbeidsrecht = regelt de regels die van toepassing zijn tussen een werkgever en een
werknemer (tussen 2 burgers en daarom privaatrecht)
• Individueel arbeidsrecht = regelt de wetten/regels die van toepassing zijn op individuele
werknemer in zijn relatie met zijn werkgever.
• Collectief arbeidsrecht = geldt voor de hele sector
→ komt tot stand door onderhandelingen met vakbonden die leiden tot CAO’s (= collectieve
arbeidsovereenkomsten)
• Sociaal recht = arbeidsrecht + sociaalzekerheidsrecht
• Terug te vinden in verschillende wetten o.a. de arbeidsovereenkomstenwet en in tal van
CAO’s (collectieve arbeidsovereenkomsten per beroepssoort)
D. Privaatrechtelijk procesrecht:
• Regelt de organisatie en bevoegdheid van de privaatrechtelijke rechtscolleges
• Regelt de privaatrechtelijke procedure
• Terug te vinden in het Gerechtelijk Wetboek
Nationaal publiekrecht
• Publiekrecht regelt:
▪ Verhoudingen tussen burgers en overheid
▪ Bevoegdheden en organisatie van de overheid
• Overheid heeft bevoorrechte positie (“geweldmonopolie”):
▪ Algemeen geldende regels uitvaardigen → rechten en plichten opleggen
▪ Beslissingen opdringen aan burgers (vb. boete, onteigening)
▪ Strafrechtelijke vervolging en vrijheidsberoving
➔ zolang de overheid meer mag als ons is het publiek recht
• Overheid treed dan op als behoeder van algemeen belang van de samenleving
• Overheid kan ook privaatrechtelijk optreden!!
• Privaatrecht = als de overheid gelijk staat met jou, en dus niet meer is dan jou. (bv: overheid
komt contract niet na➔ je sleurt de overheid voor de rechter➔ privaatrecht want de overheid
staat nu niet boven jou)
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvannueten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.