100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Cijfer 7.9 Eindverslag Smartphonegebruik 2024: Onderzoekspracticum experimenteel onderzoek (PB0422) -(bewijs cijfer toegevoegd) $9.44   Add to cart

Essay

Cijfer 7.9 Eindverslag Smartphonegebruik 2024: Onderzoekspracticum experimenteel onderzoek (PB0422) -(bewijs cijfer toegevoegd)

 57 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Verslag van de eindopdracht van het onderzoekspracticum experimenteel onderzoek: "Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de smartphone". Het verslag is beoordeeld met een 7,9!

Preview 6 out of 23  pages

  • April 13, 2024
  • 23
  • 2023/2024
  • Essay
  • Unknown
  • 7-8
avatar-seller
Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone




EINDCIJFER 7,9!




Naam: Sevde Dogan
Studentnummer: 852598128
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0422)

Examinatoren: Dr. Ron Pat-El en Dr. Natascha de Hoog
Inleverdatum: 02-04-2024

, Samenvatting


Iedereen maakt gebruik van een smartphone, maar een overgrote deel gebruikt het overmatig. In het
huidige onderzoek zijn de effecten van twee interventies namelijk sweet-spot en onthouding
onderzocht en de invloed van alternatieve digitale apparatuur daarop. De mensen die het gebruik
van smartphone als onprettig ervaren en overmatig smartphone gebruik willen verminderen, hebben
deelgenomen aan het onderzoek om te ontdekken welke interventie effectief is. De hoofdvraag legt
de nadruk op de twee interventievormen met en zonder alternatieve digitale apparatuur tijdens het
bieden van de instructies. Bij het doen van dit onderzoek is de primaire verwachting dat de
interventie ‘sweet-spot’ meer effect laat zien dan de interventie ‘onthouding’ en dat alternatieve
digitale apparatuur het effect op de interventies doet afnemen. Voorafgaand aan de manipulatie in
het experimenteel onderzoek is de Brief Self-Control Scale ingevuld door de deelnemers voor inzicht
in zelfcontrole (Tangney et al., 2004). Dit onderzoek heeft een posttest-only control design met 3x2
condities, omdat voormeting niet is gedaan op ontgrendelingen. Hierbij gaat het om 540 deelnemers
van 18 tot en met 51 jaar, die uit een onderzoeksgroep van 900 deelnemers zijn getrokken.
Uit de resultaten blijkt dat ‘sweet spot’- interventie effectiever is in het verminderen van het
gemiddeld aantal ontgrendelingen dan de onthoudingsinterventie. Dit effect wordt verzwakt
als deelnemers zich onthouden van alternatieve digitale apparatuur.
Met behulp van de resultaten kan stil worden gestaan welke interventievorm kan bijdragen voor het
verminderen van smartphonegebruik. Zo kunnen beleidsmakers de interventies in de praktijk inzetten
voor mensen die hun smartphonegebruik als problematisch ervaren met als doel het verminderen
van gebruik.

,Het effect van tijdelijke onthouding versus tijdelijke vermindering op het gewoontegebruik van de
smartphone
Smartphones zijn tegenwoordig voor veel mensen een essentieel onderdeel van het dagelijks
leven. In 2019 gebruikte 82,5% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder een smartphone om te
internetten en in 2022 verstuurde meer dan 88% van diezelfde bevolkingsgroep berichten via
Whatsapp (CBS, 2019, 2022). De toegang tot mobiel internet heeft geleid tot de ontwikkeling van
verschillende applicaties en functies voor mobiele telefoons. Naast bellen, kun je met smartphones
foto’s en video’s maken, e-mails verzenden, bankzaken regelen en het nieuws bekijken. Mensen
hebben via hun smartphone toegang tot sociale media en kunnen er spellen op spelen. Ondanks de
positieve aspecten van smartphones is er een groeiende groep gebruikers die hun eigen gebruik als
storend, ongezond, overmatig en/of problematisch ervaren (Radtke et al., 2022). Om een gezonde
balans te vinden tussen smartphonegebruik en het offline leven, zoeken sommige gebruikers naar
strategieën en hulpmiddelen om hun smartphonegebruik te minderen. Deze strategieën variëren van
het gebruik van mobiele applicaties die helpen bij het controleren van gebruik en zelfhulpboeken tot
de jaarlijkse ‘National Day of Unplugging’ en zelfs digitale detoxreizen (Radtke et al., 2022; Syvertsen,
2017).
De vraag naar initiatieven om smartphonegebruik te minderen, suggereert dat het gedrag
moeilijk te veranderen is. Dit is in lijn met de bevinding dat overmatig gebruik zichzelf lijkt te
versterken (Montag et al., 2015). Een ander, gerelateerd perspectief op overmatig
smartphonegebruik stelt dat het een vorm van gewoontegedrag is dat vrijwel automatisch en
onbewust wordt uitgevoerd (Shaw et al., 2018). Dit wordt verder ondersteund door de observatie dat
bepaalde gedragingen, zoals automatisch naar de telefoon grijpen of meldingen controleren, deels
onbewust van aard lijken te zijn (Billieux et al., 2008; Brailovskaia et al., 2023). Als smartphonegebruik
inderdaad voornamelijk gewoontegedrag is, dan ondersteunt de wetenschappelijke literatuur indirect
de stelling dat het niet gemakkelijk te veranderen is. Het is algemeen aanvaard dat onbewuste
gedragspatronen die voortkomen uit gewoonte niet eenvoudig te doorbreken zijn (Montag et al.,
2015).
Op basis van dit uitgangspunt is onderzoek gedaan naar interventies om smartphonegebruik
aanhoudend te verminderen. Veel van deze interventies zijn gedragsgericht en behelzen een tijdelijke
onderbreking van het smartphonegebruik (Radtke et al., 2022). Hoewel gedragsgerichte interventies
over het algemeen potentie hebben om smartphonegebruik te veranderen, is het de vraag welke
interventievorm het meest effectief is (Elhai et al., 2016; Kent et al., 2021; Radtke et al., 2022). Met
name is het van belang om te onderzoeken of volledige onthouding van smartphonegebruik ook na
afloop van de interventie tot blijvende gedragsverandering leidt bij gebruikers (zie Radtke et al., 2022,

,voor een aantal voorbeelden). De meeste gebruikers willen namelijk niet helemaal stoppen met hun
smartphone gebruiken, maar willen leren hun smartphone beheerst te gebruiken of willen hun
gebruik consistent minderen. Op dit moment is het nog niet duidelijk genoeg of een periode van
volledige onthouding effectiever is dan een interventie die gericht is op het gecontroleerd
verminderen van gewoontegedrag. Hoewel volledige onthouding effectief kan zijn bij het doorbreken
van gewoonte- of verslavingsgedrag, wordt het vaak als intensief ervaren door gebruikers
(Brailovskaia et al., 2020).
Een interventie gericht op het aanleren van gewenst gedrag lijkt een effectief alternatief (He
& Luo, 2017). Recente literatuur wijst op het belang van zogenaamde ‘sweet spot’-interventies.
‘Sweet spot’-interventies richten zich op het vinden van een gebalanceerd gebruik (He & Luo, 2017;
Radtke et al., 2022). De sweet spot verwijst naar het punt waarop de gebruiker de voordelen van de
smartphone ervaart zonder last te hebben van nadelige gevolgen. Een recent veldexperiment van
Brailovskaia et al. (2023) ondersteunt de waarde van ‘sweet spot’-interventies: in vergelijking met
volledige onthouding had een interventie gericht op het verminderen van smartphonegebruik meer
en langduriger positieve effecten op het psychologisch en fysiek welzijn, evenals op het
zelfgerapporteerde smartphonegebruik van gebruikers die gemotiveerd zijn om het gebruik te
verminderen.
De bevindingen van Brailovskaia et al. (2023) zijn veelbelovend en vormen een uitgangspunt
om de huidige inzichten te verfijnen. Het onderzoek dat we in dit artikel beschrijven, draagt bij aan de
huidige literatuur door zich te richten op een aantal verdiepende aspecten. Ten eerste is het
onduidelijk hoe effectief de ‘sweet-spot’-interventie en de onthoudingsinterventie zijn in het
veranderen van het (onbewuste) gewoontegedrag van de gebruiker na afloop van de interventie.
Door specifiek te kijken naar gewoontegedrag kunnen we inzicht krijgen in het mogelijke proces van
gedragsverandering.
Daarnaast is het de vraag of smartphonegebruik voldoende effectief veranderd kan worden
als de interventie zich niet ook richt op het verminderen van digitaal gebruik in het algemeen. Veel
interventies laten ruimte om smartphonegebruik deels te vervangen door alternatieve digitale
apparatuur, zoals laptops, tablets of gamecomputers (Brailovskaia et al., 2023; Meier & Reinecke,
2020; Radtke et al., 2022). Om effectieve interventies te ontwikkelen is het noodzakelijk om te
bepalen of het voldoende is om deze alleen te richten op het smartphonegebruik of dat ook de
bredere digitale omgeving moet worden meegenomen om gewoontes te doorbreken. In de huidige
studie onderzoeken we daarom of het gebruik van dergelijke alternatieve digitale apparatuur het
effect van een interventie gericht op smartphonegebruik versterkt of verzwakt. Om die reden
manipuleren we in dit onderzoek niet alleen het gebruik van smartphones, maar ook het gebruik van

,alternatieve digitale apparatuur. Daarmee kan worden verduidelijkt of gewoontegebruik van de
smartphone effectief veranderd kan worden zonder ook het digitaal gebruik in het algemeen aan te
pakken.
Ten slotte verschillen mensen in hoe gemakkelijk ze gewoontegedrag kunnen doorbreken.
Het persoonlijkheidskenmerk zelfcontrole lijkt nauw samen te hangen met gewoontegedrag. Een
gebrek aan zelfcontrole hangt samen met het willen vervullen van korte-termijn behoeftes in plaats
van lange-termijn doelen en met gewoontegedrag dat zonder inspanning gebeurt (Baumeister et al.,
2007). Zo blijkt uit onderzoek dat zelfcontrole negatief samenhangt met het aanhouden van
ongezond gewoontegedrag, zoals het eten van ongezonde snacks (Adriaanse et al., 2014) en positief
samenhangt met het aanhouden van gezond gewoontegedrag, zoals sporten (Gillebaart & Adriaanse,
2017). Het is aannemelijk dat zelfcontrole ook een rol speelt bij het in stand houden van
gewoontegedrag omtrent smartphonegebruik. Om de effecten van de interventie nauwkeuriger te
kunnen bepalen is het belangrijk om rekening te houden met individuele verschillen in zelfcontrole.


Doelstelling
Dit onderzoek bestudeert de relatie tussen interventie-effecten die een rol spelen bij het
doorbreken van gedragspatronen. Het doel van het onderzoek is om de effectiviteit van
zowel sweet-spot interventie als onthoudingsinterventie in kaart te brengen rondom het
veranderen van (onbewuste) gewoontegedrag. In de huidige stand van kennis is eerder
besproken dat sweet-spot interventie effectiever is dan onthoudingsinterventie, omdat er
minder intensieve instructies worden aangeboden. Er is noodzaak voor meer inzicht in dit
onderwerp, omdat het onbekend is hoe effectief beide interventievormen zijn als het gaat
om ontgrendeling.
Op basis van deze resultaten kan er advies worden gegeven op welke manier de effectiviteit
voldoet aan de gedragsverandering na afloop van de interventie. Dit onderzoek zal leiden
tot inzichten in welke interventie een effect laat zien met betrekking tot het verminderen
van smartphonegebruik bij volwassenen. Dit is een belangrijke opbrengst voor het
onderzoek zodat de meest effectieve vorm van interventie ook door anderen toegepast
kan worden voor ontgrendeling ofwel veranderen van gewoontegedrag. Een ander
alternatief is om de interventie verder te laten ontwikkelen door anderen voor een
verbeterde uitvoering van de instructies zodat mensen minder last hebben van overmatig
gebruik van een smartphone.

, Onderzoeksvraag
Wat is het effect van sweet-spot interventie en onthoudingsinterventie op
gewoontegedrag bij volwassen smartphonegebruikers en wordt dit beïnvloed
door het gebruik van alternatieve digitale apparatuur?


Hypotheses
Hieronder staan de hypotheses beschreven die gebaseerd zijn op de onderzoeksvraag
over de relatie tussen interventie-effecten en gewoontegedrag.


1. De smartphone interventies hebben een positief effect op ontgrendelingen.
Deelnemers in de sweet-spot interventie vertonen een lager aantal
ontgrendelingen ten opzichte van deelnemers in de onthoudingsinterventie en
controlegroep.
2. Instructies voor het gebruik van alternatieve digitale apparatuur hebben effect op
het aantal ontgrendelingen. Waarbij deelnemers die geen gebruik mochten
maken van alternatieve digitale apparatuur een lager aantal ontgrendelingen
hebben ten opzichte van de deelnemers die daar wel gebruik van hebben
gemaakt.
3. Het effect van de smartphone interventies wordt versterkt door geen gebruik te
laten maken van alternatieve digitale apparatuur op ontgrendeling.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sevde-live. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62491 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.44  1x  sold
  • (0)
  Add to cart