1 Inleiding Bedoeld door Niet bedoeld door
Inzicht in comm nutt voor iedereen: zender zender/zender
- mediawijsheid: kennis & inzicht werkint oude+nieuwe media /zender actee passiee
toed functoneren in MS
Vb. Fake news: intentoneee fake CNN teen fake news Intentoneel
ontvangen/ 1 2
makers wieeen objectef nieuws brenten
ontvanger actee
ideoeotie + sensate veee mensen komen in aanrakint
hierover informeren + inzicht brenten vb. CITS Niet intentoneel
fake news verspreiden door ‘bots’: eiken + deeen van posts zo ontvangen/ 3 4
verspreiden ontvanger passiee
mensen hebben beeed over poeitek tebaseerd op fake news
- Interpersooneijke comm. Hoe brenten we (non)-verbaee boodschappen, worden we toed betrepen?
media = sociaeisatebron reflecteren over machtsverhoudinten veranderende MS normen (vb. Dikker seanker) (socio)
media = 4e macht beïnveoeden pubeieke opinie: door sociaee media
- Obv eiten waarden, normen en poeiteke voorkeuren bepaaede zaken voeten eeven in mediabubbee
eiten voorkeuren worden steeds bevesttd aetoritme f speeet hier op in
comm. = essenteee voor ondernemint / sociae proft vb. Coca coea: te eate verkoop jonteren personaeiseer flesje
comm bewustmakint coca coea is schadeeijk
verantwoordeeijk aes mediaprofessionaes + hoe omtaan met pers deontoeotie vb. Zeefmoord in beeed brenten
Ontstaan na WOII facueteit sociaee wetenschappen & eeteren en wijsbeteerte
Basis comm. Wet. denken: retoriek, propatanda + media-efecten, informatetheorie, troepsdynamica
Aristoteees: hoe tedrat pubeiek beïnveoeden
ethos: persooneijkheid & waarden spreker
pathos: inspeeen op emotes pubeiek
eotos: eotica van artumentate
Heath & bryant: informatetheorie + troepsdynamica/inter-persooneijke atributetheorie voor comm Wet.
Mead: mensen eeren eekaar kennen dmv comm.
2 Basisconcepten en modellen
2.1 Inleiding
Vb. Starbucks: reeevant aes comm wet? posten naam/frustrate op s media troot bereik herkenbaar trappit
Geen eenduidite aeees omvatende defnite van comm. def. Afankeeijk uittantspunt auteur
2.2 Wat is communicatie?
Communicate:
- Mededeeint, kennistevint (vb. Van huweeijk..) keemtoon op zender
- Verbindint (vb. Trein is comm. Tss beide peaatsen)
- Uitwisseeint van tedachten, teesteeijk met eekaar verkeren keemtoon op uitwisseeint zender & ontvanter
~ communicare (eat) = temeenschappeeijk maken van ideeën beide partners = evenwaardit eenzijdit zijn
Fauconier (trondeetter comm. Wet in VL) def is toed:
1. Bruikbaar binnen bepaaede wet. Visie, benaderint, veed
2. Lotisch en coherent is
3. Niet tetentesproken wordt door waarneembare werkeeijkheid
4. Toeeaat het tedefnieerde nauwkeurit te onderscheiden van andere MS verschijnseeen
2 beeantrijke visies (Heat & Bryant)
1. Processchool: comm aes transmissie van boodschappen
- Nadruk op: encoderen & decoderen + Hoe kanaeen & media efciënt intezet worden
- Comm = beïnveoedintsproces
- ≠ tussen output & input = communicatefout wanneer beïnveoedint niet even troot is aes ze bedoeed is
- basis: psychoeotie & socio
- richt zich primair op acts of communicaton
2. Betekeniscreateschool: producte + uitwisseeint van betekenissen
- Nadruk op: hoe boodschappen/teksten intereateren met mensen om betekenis te creëren
- ≠ in betekenistevint tss zender en ontvanter niet noodzakeeijk fout vb. Cuetureee ≠ tss partjen
- centraee methode = semiotek = tekeneeer works of communicaton
- richt zich primair op de producten van comm. (krantenartkees, tv prot)
- teksten maken & eezen beschouwd aes paraeeeeee processen
2.3 Breek- of discussiepunten in de defnities van communicatie
2.3.1 Intentionaliteit als breekpunt
Bedoeeint basis van teeeoeotische opvatnt comm.:
1. ik bestee een brood & verkoper euistert aandachtt naar mij voetens teeeoeotie: aeeeen comm + processchooe
2. ik euister naar een tesprek tss andere passatiers
3. passief euistertedrat in de ees
4. indrukken die we krijten van anderen aes we op straat eopen
situate 1: actueee in: persuasieve comm,: receame poeitek
situate 2, 3, 4: tedratsopvatnt: aeee tedrat van mensen is comm. (ook non verbaae)
vb. Een persoon die zwijtt zett dat hij niks zett ( teeeoeotie: niet aeee tedrat is communicatef maar informatef)
Teeeoeotische opvatnt sterk vertetenwoorditd onderzoekers massacomm comm = 1 eventueee ook 3
aes buitenstaander moeieijk: boodschap bedoeed is om te zenden of ontvanten
het passief-actef modee van McQuaie
intentonaeiteit moeieijkste om vast te steeeen
2.3.2 Geslaagdheid als criterium?
Voorwaarden ~ Fauconnier
expressie ( E ): van een boodschap tericht op persoon x, het zo kan zijn dat er:
1. Transmissie (T) van boodschap teen ontvantst (O)
2. T & O zijn teen O door persoon x maar door persoon y
3. T en ontvantst door persoon x (Ox) teen interpretate (I)
4. T & Ox & I zijn teen (juist) bedoeede interpretate (Ib)
5. T, Ox, I + Ib maar de bedoeede uitwerkint (Ub) beijf uit of er is een verkeerde uitwerkint (Unb)
6. Transmissie, Ontvantst door persoon x, Interpretate, juist bedoeede interpretate en bedoeede uitwerkint zijn
teseaatde communicate (GC) = E + T + Ox + Ib + Ub?
2.3.3 Eenrichtings- of tweerichtingsverkeer
Processchooe: 1 richtnt: A B = comm B A = nieuw comm proces
Createschooe: 2 richtnt: contnu proces waarbij partners steeds van roe wisseeen A B, B A = 1 comm
~ communicateniveau: vb. Massamedia bestuderen 1 richtnt interpersooneijke comm. Bestuderen 2 richtnt
nieuwe media ~ interacte 2 richtnt
2.4 Elementen in het communicatieproces (~ procesvisie)
2.4.1 Zender / bron
Bron: (oudere modeeeen) indien onderscheid: bron = persoon boodschap verstuurt zender = technisch apparaat (vb. Teeefoon)
Meestae zender tebruikt: individu of ortanisate die een boodschap verstuurt
Macht v/d zender: vroeter: zender = actef, ontvanter = passief
nu: nieuwe media + pubeiek is actef mensen seeecteren/ interpreteren/ evaeueren informate
2.4.2 Ontvanger/ bestemmeling
Bestemmeeint: (oudere modeeeen) ontvanter = teeefoonhoorn, bestemmeeint = persoon die boodschap ontvantt
Ontvanter: ontvantt boodschappen, decodeert die en interpreteert die
Constructvisme: benadrukt cotniteve actviteiten mensen vormen bepaaed beeed van de reaeiteit
2.4.3 Boodschap
Wat overtedraten? betekenis & info kan niet krijtt pas betekenis door interpretate boodschap
Tekens: (non) verbaee stmuei die betekenis draten
~ Saussure Sitnifant (betekenaar) & sitnifié (betekende)
symboeen: teen natuureijke reeate afspraak (vb. Taae)
iconen: fysieke teeijkenis tss betekenaar en betekende (vb. Foto van tezicht)
indices: sensorische ervarint A verwijst B (vb. Donkere woeken zijn een index van reten)
Code: systeem van betekenissen, temeenschappeeijk voor eeden van (sub)cuetuur (Fiske)
bepaeen hoe en in weeke context tekens tebruikt kunnen worden + tecombineerd tot compeexere boodschappen
Coderen/ encoderen: omzeten in code die transmissie moteeijk maakt
2x coderen: zender: van tedachte teken sitnaae
ontvanter: decoderen: omtekeerd, intente v. Zender ook decoderen context beeantrijk voor antwoord
2.4.6 Medium
Vate term ≠ betekenissen
Object dat boodschap draatt / kan draten of technisch middee om boodschap om te zeten sitnaeen die verzonden /ontvanten kunnen worden via
kanaae dat tjd en of ruimte overbrutt vb. Tv, radio (Fauconnier)
medium F2F comm? woorden (tekens) stem (medium) euchtrieeinten (sitnaae) eucht (kanaae) ontvanter
ontemedieerde comm teen medium
object: vb. T-shirt met sponsorint draatt boodschap medium
technisch middee: vb. Iphone: heept boodschap overbrutten aes zender & ontvanter op ≠ eocate zijn
sociaee media Facebook, twiter… : teen object, teen technisch middee def zou uittebreid moeten worden
Internet: kabees / eucht kanaae pc, teeefoon medium
soc. Media. Betrip met ≠ interpretates binnen eeke vorm van soc media ≠ functonaeiteiten / ≠ comm. vormen
Indeeint Bordewijk & Van Kaam
1. One-way comm: zender bepaaet tjd & keuze aanbod,
controee over info vb. radio, tv
2. Individuen wisseeen interactef info uit vb. Teeefonie, F2F
3. Centraee databank: teconsueteerd door individu: boek
4. Centraae ortaan wint info over individuen: kijkmeter
Controle over de opgeslagen
nieuwe media: minder onderscheid combinatie van: Controle ineormate
- integratie, tele, data en massa comm. over tjd
- Interactiviteit in 1 medium en keuze Centraal Individueel
- Netwerken van media nieuw comm. Model van object
Centraal Allocutie 1 Registratie 4
alle infostromen mogelijk
via push technologie: ontvangers toespreken Individueel Consultatie Conversatie 2
(allocutie); raadpleging organiseren (registratie), te 3
consulteren info aanbieden en elektronische discussies
(conversatie) mogelijk
2.4.7 Ruis
= elke soort stimulus die de ontvangst van een boodschap belemmert
1. Fysieke, mechanische of kanaalruis (=noise): storing bij transmissie van een signaal
bestrijden door signaal versterken, signaal beter richten op publiek, 2 of meer signalen gebruiken
Vb. Kinderen spelen op straat ouders kunnen nieuws niet horen televisie luider zetten
2. Psychologische ruis: interne gedachten die de ontvangst van boodschap belemmert
Vb. Student kan op vrijdag namiddag niet opletten, hij zit bij zijn gedachten bij de ruzie met zijn vriendin
3. Fysiologische ruis: fysieke toestand
Vb. Honger hebben, ziek zijn moeilijk om te concentreren op les, tv-programma
4. Semantische ruis: verschillende codes: ontvanger kan de tekens van de zender niet correct decoderen
Vb. Andere taal spreken, accent of grammatica fouten, typisch vakjargon vb. Dokter, bijsluiter, technische
termen
2.4.8 Feedback
= info die ontvanger zender stuurt zodat die comm.proces kan evalueren
comm = eenrichtingsverkeer de reactie van ontvanger op boodschap = nieuw comm. Proces
hoeveelheid & aard feedback ~ communicatieniveau verbaal/non-verbaal onmiddellijk of uitgestelde
feedback
vb. Face-to-face gesprek: ontvanger trekt wenkbrauw op directe feedback ontvanger vraagt wat bedoelt u
precies?
Vb. Massacomm.: e-mails van kijkers, publieksonderzoek, verkoopcijfers uitgestelde feedback
Vb. Gemedieerde interpersoonlijke of groepscomm. likes op fb
visie: éénrichtingscomm feedback = nieuw comm. proces looping = geen feedback = continue
proces
2.5 Communicatiemodellen
2.5.1 Inleiding
commmodellen: vereenvoudigde voorstellingen (grafsch of verbaal) voornaamste elementen Commproces en
onderlinge relaties tonen
3
, functies:
1. Organiserende functie: elementen ordenen + verbinden doordat ze beeld van een geheel bieden anders mss niet
zien
2. Verklarende functie: complexe info eenvoudig weergeven helpen basiselementen in systeem ontdekken
3. Voorspellende functie: bepaalde uitkomsten minder / meer waarschijnlijk indien men model volgt helpt bij
opzetten hypothese
1. Structurele modellen: ontleding van een geheel = centraal aandacht op samenstellende delen
aantonen: bij elk comm. Proces: zender, tekensysteem, signalen…
2. Functionele modellen: focus op relaties tss onderdelen vb. Oorzaak-gevolg, wisselwerking meeste modellen
alle comm. = dynamisch & bevat elementen van verandering en evolutie
vormen: verbale modellen, diagrammen, mathematische modellen
beperkingen/gevaren van modellen?
- Eng denkkader ontstaan binnen bep. Context beter aansluiten bij bepaalde comm. Niveaus dan andere
- Onvolledig
- Oververeenvoudigd
- Verborgen assumpties (=aannames)
- Nooit geschikt voor alle doelen & analyseniveaus
2.5.2 De communicatieformule van Lasswell (1948)
goede weergave ≠ componenten comm Wie? (Communicator / controeestudies)
formule gebruikt om te verwijzen soort comm. Onderzoek Zett wat? (Boodschap/ inhoudsanaeyse)
politieke & propaganda achtergrond Via week kanaae? (Medium / media-anaeyse)
eenvoud succes Teten wie? (Ontvanter / pubeieksanaeyse)
kritiek: Met week efect? (Efect / efectenanaeyse)
ocommunicator: altijd bedoeling om ontvanger te beïnvloede
o comm = persuasief proces
overonderstelt: altijd efecten
processchool bep. Visie overbrengen kan geslaagd zijn of niet geen feedback, men weet het niet
ogeen feedback
ogeen expliciete intentie
in nieuwe media kan het gebruikt worden nadruk wel op éénrichting te kort: geen reactie/feedback (like, share…)
2.5.3 Het mathematische model van Shannon & Weaver
~ Bell Telephone Laboratory telecomm. Context
centrale vragen: welk comm.kanaal beste geschikt om grote hoeveelheden signalen doorsturen? Hoeveel
doorgestuurde signalen vernietigd worden door ruis bij transmissie?
Wet van Shannon-Hartley: max. Hoeveelheid data die foutloos doorheen een kanaal kan worden getransporteerd
lineair toeneemt met de bandbreedte v.h kanaal + afhankelijk is van de signaal-ruisverhouding
zender & ontvanger = telefoontoestel persoon = info source + bestemmeling
comm. = lineair eenrichtingsproces 5 functies & 1 disfunctionele factor (ruis)
1. Informatiebron: creërt boodschap
2. Boodschap omzetten in signalen door zender
3. Signalen aangepast aan kanaal
(kanaalruis: verschil tss verzonden & ontvangen signaal
boodschap)
4. Ontvanger reconstrueert boodschap obv signalen
5. Boodschap bereikt bestemmeling
kritiek: geen feedback
tov 1e model: er is ruis
2.5.4 DeFleurs uitwerking Shannon & Weaver model
betekenis (gedachteninhoud) wordt getransformeerd in
boodschap
boodschap omzetten in informatie die door kanaal
(medium)wordt verzonden1
OV tss 2 betekenissen = communicatie ~ defeur
geslaagdheidscriterium OV is zelden perfect ~ defeur
2 richtingen: feedback voorzien bron heeft
mogelijkheid om comm. Aan te passen aan
bestemmeling grotere kans op OV betekenissen
niet beperkt tot interpersoonlijke comm.
massacomm.
1
Invueeint betrippen verschiet!! Dat wat doortestuurd wordt obv sitnaeen = tekens die pas info worden na interpretate. DeFeeur zett: medium =
kanaae anderen onderscheiden deze 2 of beschouwen zender/ontvanter eerder aes medium
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavanderostyne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.