100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting recht een inleiding $4.82   Add to cart

Summary

Samenvatting recht een inleiding

 101 views  15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het vak recht: een inleiding voor minor Recht aan Saxion Enschede. .

Preview 4 out of 33  pages

  • Unknown
  • January 19, 2019
  • 33
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting inleiding recht
Minor recht Saxion
Verheugt – Inleiding in het Nederlandse recht
2017-2018

Les 1
Hoofdstuk 1: Recht in het algemeen
1. Inleiding
Rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te ordenen en daarmee ook te
uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk van kracht zijn. Rechtsregels beogen dus een
zekere maatschappelijke ordening van menselijk gedrag.
 Dat gebeurt door het vaststellen van voorschriften waarin gedragingen worden benoemd in
termen van bevoegdheden en verplichtingen.

Naast het ordenen van menselijk gedrag door het stellen van rechtsregels heeft het recht nog een
tweede belangrijke functie: de regels moeten worden gehandhaafd.

 Samenvattend:
De vredestichtende en vredebewarende rol van het recht in de samenleving heeft twee
functies:
1. Het recht ordent menselijk gedrag door het stellen van regels.
2. Het recht zorgt dat die regels worden gehandhaafd door geschilbeslechting.

2. De rechtsbronnen
Recht = het geheel van geldende rechtsregels en een aan het objectieve recht ontleende, individuele
bevoegdheid.
Positief recht/objectief recht = alle nu in Nederland geldende rechtsregels.
Subjectief recht = de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van objectief recht
ontleent.
 De samenhang tussen de termen objectief en subjectief recht is dat iedere individuele
bevoegdheid die iemand jegens een ander of jegens alle anderen kan doen gelden, altijd moet
berusten op een algemene regel.

Rechtsbronnen zijn de bronnen waaruit het geldend recht als het ware voortvloeit. De rechtsbronnen
van het Nederlandse recht zijn:
1. De wet;
2. De jurisprudentie;
3. De gewoonte;
Gewoonten die niet in de wet zijn vastgelegd, maar die ergens wel als bindende rechtsregels
worden beschouwd en nageleefd.
4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties.

3. Nationaal en internationaal recht
Binnen zijn grondgebied bepaalt ieder land de omvang en inhoud van zijn nationale rechtsstelsel 
soevereiniteit. Dat staten naar binnen soeverein zijn, blijkt uit het feit dat de overheid in elk land in
beginsel de exclusieve bevoegdheid bezit tot wetgeving, bestuur en rechtspraak.

Naast het nationale recht geldt binnen staten ook recht van internationale oorsprong.
Verdrag = een schriftelijke, bindende regeling tussen staten onderling of tussen staten en
volkenrechtelijke organisaties.

, Een ander type verdragen grijpt meer in de soevereiniteit van staten in. Het gaat dan om verdragen
die rechtsregels bevatten die in een staat zonder tussenkomst van de wetgever rechtstreeks in het
nationale recht kunnen gelden (bv. EVRM).
 Monistisch systeem = rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van het nationale recht
zonder dat eerst omzetting in nationale recht nodig is.

In art. 94 Grondwet is bepaald dat een regel of besluit van internationale herkomst voorrang heeft
boven de nationale regel.

4. Materieel en formeel recht
Materieel recht = regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in hun
onderling verkeer. Zij zijn op de inhoud gericht.
Formeel recht = regels over de wijze van procederen bij de rechter.

5. De rechtsgebieden

Staatsrecht Bestuursrecht Strafrecht Burgerlijk recht Arbeidsrecht en
(privaatrecht) sociaal
zekerheidsrecht
Omschrijving Bevat de regels De juridische Het materiële strafrecht Heeft de juridische Arbeidsrecht = het
die betrekking bestuursactiviteit geeft aan welke betrekkingen tussen geheel van
hebben op de van de overheid. gedragingen strafbaar zijn, personen onderling rechtsregels dat
organisatie van de Regels over het wie dader is en welke tot onderwerp. betrekking heeft op
Staat en zijn optreden van de straffen kunnen worden de
organen en op de bestuursorganen opgelegd (Wetboek van arbeidsverhouding
bevoegdheden tegenover de Strafrecht, Sr). Het van personen die in
van die organen. burger. formele strafrecht bevat loondienst werkzaam
voorschriften omtrent de zijn.
gang van zaken bij de
opsporing van strafbare
feiten, het onderzoek ter
terechtzitting en de
tenuitvoerlegging van de
straf (Wetboek van
Strafvordering, Sv).
Wet Grondwet Algemene wet Sr, Sv, Wegenverkeerswet, Burgerlijk Wetboek BW
bestuursrecht Opiumwet, etc. (BW)
(Awb)
Good to De grondrechten Art. 1:1 Awb Art. 51 Sr In het materiële Sociale zekerheid =
know vormen een Art. 1:3 Awb Art. 9 Sr privaatrecht kan men bescherming van de
bijzondere Art. 16 Grondwet & art. 1 twee hoofdgroepen bestaanszekerheid
categorie rechten. lid 1 Sr. van relaties van werknemers.
Op een aantal onderscheiden: Collectieve
essentiële Het vervolgen en Regels betreffende voorzieningen voor
levensgebieden berechten van strafbare de persoon zieke, oudere of
moet de mens feiten is bij uitsluiting (personen- en werkloze
autonoom en in opgedragen aan de familierecht, werknemers en voor
vrijheid kunnen overheid. rechtspersonenrecht) hulpbehoevenden.
leven zonder dat en regels betreffende
de staat zich het vermogen van
daarmee een persoon
bemoeit. (vermogensrecht).

,Type grondrechten:
1. Vrijheidsrechten
Bv. vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, etc.
2. Politieke rechten
Geven de burger zeggenschap over de samenstelling van de overheidsinstellingen.
3. Sociale grondrechten
Als tegenhanger van de vrijheidsrechten te beschouwen omdat ze de overheid verplichten
zich in te spannen voor het algemene welzijn (onderwijs, gezondheidszorg, en sociale
zekerheid).

Organieke wetten = een wet die een uitwerking bevat van een bepaling in de Grondwet. Op een
aantal plaatsen in de Grondewet wordt namelijk aangegeven dat over een bepaald onderwerp
nadere regels moeten worden gemaakt in een wet.

6. Publiekrecht en privaatrecht
Publiekrecht = de rechtsverhoudingen tussen Staat en individu tot onderwerp heeft. Staatsrecht,
bestuursrecht, strafrecht en het volkenrecht.
Privaatrecht = rechtsverhoudingen tussen individuen onderling.

Les 2
Hoofdstuk 6: Burgerlijk recht – kernbegrippen
1. Het burgerlijk wetboek
Het burgerlijk recht kan op verschillende manieren worden ingedeeld. De belangrijkste indeling
onderscheidt drie rechtsgebieden: het personen- en familierecht (boek 1), het rechtspersonenrecht
(boek 2) en het vermogensrecht (overige boeken).

Vermogen = het geheel van op geld waardeerbare rechten en plichten dat op een bepaald moment
aan iemand toekomt. Het gehaal van zijn activa en passiva.

Het vermogensrecht valt uiteen in het:
1. Goederenrecht (boeken 3, 4 en 5)
Heeft betrekking op de verhouding tussen personen en goed.
2. Verbintenissenrecht (vanaf boek 6).
Heeft betrekking op de verhouding tussen twee of meer personen in de hoedanigheid van
schuldeiser en schuldenaar.

2. Het rechtssubject
De drager van rechten en plichten wordt rechtssubject genoemd. Het recht kent twee typen
rechtssubjecten:
1. Natuurlijke personen
Mensen van vlees en bloed. Bij de dood eindigt de rechtssubjectiviteit en gaan de rechten en
plichten of over op de erfgenamen of teniet.
 Art. 1:1 BW.
2. Rechtspersonen
De rechtspersoon is om redenen van doelmatigheid als juridische eenheid in het leven
geroepen en kan als gevolg daarvan zelfstandig drager zijn van rechten en plichten.
Rechtspersonen worden onderscheiden in:
a. Privaatrechtelijke rechtspersonen (vereniging, stichting, BV, NV).
b. Publiekrechtelijke rechtspersonen (staat, provincies, gemeenten en waterschappen)
 art. 2:1 BW.

, 3. Rechtsfeiten
Rechtsfeiten = een feit waaraan het recht een of meer rechtsgevolgen verbindt.
Rechtsfeiten worden onderscheiden in:
1. Blote rechtsfeiten
Dit type rechtsfeiten worden niet door menselijk gedrag veroorzaakt (bv. geboorte, dood,
tijdsverloop, ziekte, blikseminslag en overstroming).
2. Menselijke handelingen
Bijvoorbeeld koop of een aanrijding. De menselijke handelingen met rechtsgevolg worden op
hun beurt weer onderscheiden in twee groepen:
a. Rechtshandelingen
Een gedraging van een of meer rechtssubjecten waarbij een rechtsgevolg wordt
beoogd, terwijl het objectieve recht dat rechtsgevolg ook aan de gedraging verbindt.
 Rechtshandelingen zijn dus menselijke handelingen met een beoogd rechtsgevolg
(bv. koopovereenkomst).
Er moet dus een wil en een wilsverklaring zijn (art. 3:33 BW).
Rechtshandelingen worden weer onderscheiden in:
1. Eenzijdige rechtshandelingen
Als het beoogde rechtsgevolg door één persoon tot stand wordt gebracht
(bv. testament, opzegging van arbeidsovereenkomst).
2. Meerzijdige rechtshandelingen
Als voor de geldigheid van een rechtshandeling de op elkaar aansluitende wil
van twee of meer rechtssubjecten is vereist. Meerzijdig betekent dat er
wilsovereenstemming moet zijn tussen twee (of meer) rechtssubjecten.
b. Feitelijke handelingen
Menselijke handelingen waaraan het recht gevolgen verbindt zonder dat daarbij de
bedoeling van het rechtssubject van belang is  onrechtmatige daad. Dat is kortweg
de feitelijke handeling waarbij iemand aan een ander op onrechtmatige wijze schade
toebrengt (art. 6:162 BW).
Rechtmatige daad = feitelijke handeling die niet in strijd is met het recht. Drie
rechtmatige daden: zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en
ongerechtvaardigde verrijking.
Een feitelijke handeling kan ook bestaan in wanprestatie. Wanprestatie = het
toerekenbaar tekortkomen in de nakoming van een verbintenis.

Eenzijdig

Rechtshandelingen
Blote rechtsfeiten
Rechtsfeiten: Meerzijdig
feiten met
rechtsgevolg
Menselijke
handelingen Onrechtmatige
daad


Feitelijke
Rechtmatige daad
handelingen



Wanprestatie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hedybulten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67447 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  15x  sold
  • (0)
  Add to cart