Boek 2 samenvatting Inleiding tot het economisch recht (cursusdienst Ekonomika) - TEW & HIR(B) - 16/20 eerste zit
32 views 0 purchase
Course
Inleiding tot het economisch recht (D0H12A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
Inleiding tot het economisch recht
Gestructureerde en overzichtelijke samenvatting van Inleiding tot het economisch recht KU Leuven 2024, van het BOEK II binnen het boek "Inleiding tot het economisch recht D0T01A". Boek geschreven door proffen Veerle Colaert en Frederik De Leo. Samengevat door student handelsingenieur (in de beleids...
BOEK II: BEGINSELEN VAN BURGERLIJK RECHT
Hoofdstuk I: Verbintenissen
1. Begrip en bronnen
Verbintenis = een op het objectieve recht gesteunde rechtsband tussen twee of meer personen die aan één of meer
personen een aanspraak of vorderingsrecht verleent op een prestatie vanwege één of meer andere personen (art. 5.1)
Schuldeiser = crediteur = de persoon aan wie de aanspraak toekomt en dus het recht kan opeisen
Schuldenaar = debiteur = wie moet presteren
Prestatie waarop de verbintenis slaat:
- In geld waardeerbaar
- In rechte afdwingbaar
- Kan bestaan in:
o Een geven = overdracht van een zakelijk recht (bv eigendom) op een bepaald (on)roerend goed
o Een doen = leveren van een bepaalde prestatie (bv huis bouwen, patiënt verzorgen, …)
o Een niet-doen = verplichting voor de schuldenaar tot het niet-stellen van een bepaalde gedraging
Verbintenissen komen voort uit uiteenlopende bronnen (art. 5.3 BW)
- Uit rechtshandelingen (zowel overeenkomsten als eenzijdige rechtshandelingen)
- Uit rechtsfeiten (waaronder onrechtmatige daad)
➔ Wet / rechtspraak knoopt aan deze rechtshandelingen / gedragingen rechtsgevolgen vast
2. Modaliteiten van verbintenissen en soorten verbintenissen
1) Voorwaardelijke verbintenissen
Voorwaarde = een toekomstige en onzekere gebeurtenis waarvan de uitwerking of het tenietgaan van een verbintenis
afhangt (art. 5.139 BW)
Opschortende verbintenis = het uitwerking krijgen van de verbintenis hangt af van de realisatie van de voorwaarde
Soorten voorwaarden: (art. 5.140-141 BW)
- Ontbindende voorwaarde = voorwaarde waarbij de verbintenis tenietgaat bij de realisatie ervan
- Potestatieve voorwaarde = voorwaarde waarvan de verwezenlijking in zekere mate afhangt van de wil van één
der partijen
- Toevallige voorwaarde = voorwaarde waarbij geen der partijen enige invloed kan uitoefenen op haar realisatie
Geldigheid:
- Nietige verbintenissen
o verbintenissen die afhangen van een zuiver potestatieve opschortende voorwaarde (art. 5.141 lid 2 BW)
o verbintenis die afhangt van een onmogelijke of ongeoorloofde voorwaarde (art. 5.140 lid 2 BW)
▪ = niet-realiseerbare voorwaarde zonder inbreuk op wetten van openbare orde of goede zeden
- Principieel geldige verbintenissen
o verbintenis die afhangt van de wil van de schuldeiser
o verbintenis die afhangt van een zuiver potestatieve ontbindende voorwaarde (mogelijkheid tot
eenzijdige opzegging)
verbintenis onder (art. 5.147-148 BW)
- opschortende voorwaarde: heeft geen werking zolang de voorwaarde niet is verwezenlijkt
- ontbindende voorwaarde: onmiddellijke uitwerking en moet uitgevoerd worden zolang de voorwaarde niet
gerealiseerd worden
2) Verbintenissen met tijdsbepaling
Verbintenis op termijn = verbintenis met tijdsbepaling = verbintenis die afhangt van een toekomstige en zekere
gebeurtenis (art. 5.149 BW)
➔ Opeisbaarheidstermijn
➔ Tenietgaanstermijn
- Vaste tijdsbepaling = vaste datum
- Onzekere tijdsbepaling = zekere toekomstige gebeurtenis, waarvan het tijdstip nog niet gekend is
- Opschortend termijn: doet recht ontstaan, maar is niet opeisbaar vóór de datum of gebeurtenis er is
o Schuldenaar verliest voordeel van opschortend termijn indien: (art. 5.149 lid 2 BW)
▪ Hij zijn zekerheden vermindert
▪ Hij failliet gaat
- Uitdovend termijn: doet de overeenkomst tenietgaan
24
, 3) Verbintenissen met meerdere schuldenaars of schuldeisers
Één schuldeiser en schuldenaar => wat verschuldigd is, is ondeelbaar (art. 5.166 BW)
➔ Schuldeiser mag eisen dat de volledige prestatie wordt geleverd
Meerdere schuldenaars of schuldeisers => verdeling van de prestatie (art. 5.159 BW)
➔ Iedere schuldeiser kan slechts zijn aandeel vorderen
➔ Elke schuldenaar is slechts zijn aandeel verschuldigd
➔ Uitzonderingen: bv hoofdelijke en ondeelbare verbintenissen
a. Hoofdelijkheid
Hoofdelijkheid = wanneer ze meerdere subjecten (schuldenaars / schuldeisers) omvat die ieder tot het geheel
gehouden respectievelijk gerechtigd zijn
➔ Moet uitdrukkelijk worden bedongen of voortvloeien uit de wet/gewoonterechtelijke regel
➔ (art. 5.160 §2 BW) en (art. 5.170 §1 BW)
2 soorten:
- Actieve hoofdelijkheid (art. 5.170 BW)
= verscheidene schuldeisers kunnen de nakoming van de volledige verbintenis vorderen vanwege één
schuldenaar
indien één schuldeiser de volledige prestatie ontving, de schuldenaar t.o.v. allen bevrijd is
- Passieve hoofdelijkheid (art. 5.160 BW)
= de schuldeiser kan van elk van de verschillende schuldenaars de nakoming van de volledige prestatie
vorderen, die allen samen aan hem verschuldigd zijn
Indien één schuldenaar betaalt, zijn allen bevrijd
De schuldenaar die betaalde kan regres op zijn medeschuldenaars uitoefenen in de mate van ieders
gehoudenheid (art. 5.161 §2 BW)
Risico van insolvabiliteit wordt afgewenteld op de andere schuldenaars
Wordt vaak bedongen en vloeit soms voort uit de wet/een gewoonteregel
(art. 5.165 BW): hoofdelijkheid gaat niet over op de erfgenamen van de schuldenaar
(art. 5.160 §1, al. 2 BW) en (art. 5.163, al. BW): de zaak die het voorwerp uitmaakt van de prestatie gaat teniet, door fout
van hoofdelijke schuldenaar => overige medeschuldenaars niet bevrijd
b. Ondeelbaarheid (art. 5.166 BW)
Ondeelbaarheid wanneer: (art. 5.159 en 5.200 BW)
- zij onmogelijk voor een gedeelte kan worden gepresteerd (de aard van de verbintenis)
- gedeeltelijke prestatie mogelijk is, maar het geen praktisch nut oplevert
- gedeeltelijke prestatie mogelijk is, maar door de partijen als ondeelbaar wordt beschouwd
2 soorten: (met nagenoeg dezelfde gevolgen)
- actieve ondeelbaarheid
- passieve ondeelbaarheid
➔ gaat wel over op de erfgenamen (bij overlijden van één van de medeschuldenaars) -> kan voor het geheel
worden aangesproken omdat ondeelbaarheid vast hangt aan de schuld zelf
➔ verlies van de zaak, zorgt wel voor bevrijding van de overige medeschuldenaars: ondeelbaarheid is samen met
de zaak teniet gegaan
c. In solidum (art. 5.168 BW)
= vroeger ontwikkelde rechtspraak, nu wettelijk erkend in boek 5
➔ Buiten-contractuele verhoudingen: aansprakelijkheid
4) Resultaats- en inspanningsverbintenis
Onderscheid voor aansprakelijkheid:
- Resultaatsverbintenis = verplichting voor de schuldenaar om een bepaald resultaat te bereiken
o Principieel aansprakelijk indien het beloofde resultaat niet werd behaald
o Zal moeten bewijzen dat hij daar geen schuld aan heeft
- Inspanningsverbintenis = verplichting voor de schuldenaar om de nodige inspanningen te leveren met het oog
op het te behalen resultaat (art. 5.72 BW)
o Slechts aansprakelijk indien hij onvoldoende inspanning leverde
o Zal moeten bewijzen dat hij voldoende inspanning leverde
25
, 4. Tenietgaan van verbintenissen (art. 5.244 BW)
1) Betaling
Betaling = nakoming = de normale manier waarop een verbintenis tenietgaat (art. 5.244 BW)
betaling in rechte afdwingen, veronderstelt dat de schuldeiser de schuldenaar in gebreke stelt (art. 5.231 BW)
o = de schuldenaar werd aangemaand om zijn verplichtingen na te komen
1. Schuldeiser kan proberen teen vonnis te bekomen waarin de schuldenaar wordt veroordeeld tot het
uitvoeren van de verbintenis = uitvoerbare titel
2. Wanneer de schuldenaar de verbintenis alsnog niet nakomt, kan de schuldeiser dwanguitvoering
van de uitvoerbare titel nastreven, maar niet onbeperkt:
▪ het uitoefenen van de fysieke dwang op de persoon van de schuldenaar kan niet
▪ maatregelen die toelaten om toch dwanguitvoering in natura te bekomen (art. 5.85 BW)
• betaling van een geldsom: gedwongen uitvoering door beslag te leggen op goederen die
aan de schuldenaar toebehoren
• leveren van een goed: rechter kan afgifte van de zaak bevelen
• iets doen: rechter kan de schuldeiser de bevoegdheid geven om de prestatie te laten
verrichten door een derde op koste van de debiteur
2) Schuldvernieuwing
Schuldvernieuwing = uitdoving van de oude verbintenis, maar deze wordt vervangen door een ‘vernieuwende’
verbintenis doordat het voorwerp, de schuldenaar of de schuldeiser wordt vervangen (art. 5.245 BW)
3) Schuldvergelijking
Schuldvergelijking = compensatie = een rechtsfiguur die met zich meebrengt dat wanneer 2 personen elkaars
wederzijdse schuldenaars zijn, beide schulden onder bepaalde voorwaarden tenietgaan ten belope van het laagste
bedrag (art. 5.254 BW)
➔ Het over en weer betalen van gelden tussen dezelfde partijen vermeiden
➔ Belangrijke zekerheidsfunctie (zie faillissement)
➔ Onderscheid:
o Wettelijke schuldvergelijking (art. 5.255 BW)
▪ Uit kracht van de wet
▪ Zelfs buiten het weten van de schuldenaars
▪ Voorwaarden:
• Wederzijdse schuldvordering
• Schuldvordering tussen dezelfde personen die zich in eigen naam hebben verbonden
• Schuldvordering met als voorwerp een geldsom of een zekere hoeveelheid
vervangbare zaken van dezelfde soort
• Opeisbare schulden (geen termijnschulden of schulden onder voorwaarden)
• Effen schuld (= vaste schulden, zonder ernstig te worden betwist)
▪ Geldt vanaf het ogenblik dat de voorwaarden vervuld zijn
o Conventionele schuldvergelijking (art. 5.263 BW)
▪ = vorm van compensatie waarbij de partijen bepalen onder welke voorwaarden hun
schuldvorderingen, ongeacht de kenmerken, geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd
o Gerechtelijke schuldvergelijking (art. 5.264 BW)
▪ Rechter staat compensatie toe
▪ Gewoonlijk op tegeneis van de verweerder
▪ Een van de schuldeisers dagvaard, de andere vraagt dat de rechter ook zijn vordering erkent en
de schuldvergelijking uitspreekt
▪ Voorwaarden:
• Zie wettelijke schuldvergelijking, zonder ‘effen schuld’
▪ Geldt vanaf het vonnis
4) Schuldvermenging
Schuldvermenging (art. 5.268 BW) = schuldeiser en schuldenaar worden 1 persoon die in dezelfde hoedanigheid
optreed
➔ Verbintenis kan niet meer worden uitgevoerd (art. 5.269 BW)
➔ Kan plaatsvinden wanneer 2 vermogens samengevoegd worden (bv erfopvolging)
26
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaatcommeine. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.