Week 1:
Ontleden van een artikel
Voorbeeld:
ART.3:84 bw
RV1- Levering (overdragen)
RV2- Geldige titel (overeenkomst gesloten) (reden)
RV3- Overdracht door iemand die bevoegd is om over het goed te beschikken
Rechtsgevolg: Het goed kan in eigendom worden overgebracht
De wet kent 4 functies:
- Normatieve
- Geschil oplossende
- Additionele
- Instrumentele
Rangorde tussen wetten:
- Hoog boven laag
- Jong boven oud
- Bijzonder boven algemeen
Privaatrecht = Burger-Burger (incl. bedrijven)
- Arbeidsrecht
- Vermogensrecht
- Familierecht
Als de overheid een koop doet is dit ook privaatrecht (de overheid sluit een
koopovereenkomst die elk ander ook mag sluiten)
Materiaal recht heeft betrekking op datgene wat men mag en niet mag, welke rechten en
plichten men heeft. (inhoudelijk) Ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een
onbepaald aantal personen
Formeel recht houdt in dat de regels die men moet volgen om het materiële recht te
effectueren. Het geeft aan waar men moet produceren, hoe men moet produceren en welke
termijnen men in acht moet nemen.Wet is tot stand gekomen tussen samenwerkingen
tussen regering en Staten-Generaal.
(burgerlijk procesrecht, strafprocesrecht, bestuursprocesrecht)
,Rechtsbronnen
- De wet
- Het verdrag
- De jurisprudentie (rechtspraak)
- De gewoonte
Objectief recht is het geldende/positieve recht. Het zijn de regels die in algemene
bewoordingen aangeven wat rechtens is. Het geheel van regels
Subjectief recht is een recht dat een individu in concreto bezit omdat het recht met veel
woorden spreekt.
Natuurlijk persoon = mensen
Rechtspersonen = Bv of Nv
Dwingend recht is het recht waarvan de burgers niet mogen afwijken. Je mag niet van de
wet/wetartikel afwijken ook niet in bepaalde omstandigheden.
(In Art. 7:271 BW is dwingend voorgeschreven dat de verhuurder de huur altijd schriftelijk
moet opzeggen als de overeenkomst van woonruimte voor langer dan 2 jaar is aangegaan,)
Het werkwoord moeten geeft aan dat het dwingend recht is.
Aanvullend recht kan je van afwijken. Enige voorwaarde is dat beide partijen akkoord gaan.
(Bijvoorbeeld als iets verloren gaat tijdens de postzending, hierbij zal de rechter relevante
wetsbepaling toepassen)
Het werkwoord kunnen geeft aan dat het aanvullend recht is.
Week 2:
Obligatoire/verbintenisscheppende overeenkomst is een overeenkomst die door 2 partijen
is gesloten met daarbij het doel dat er rechten en plichten uit voortvloeien. Er wordt een
afspraak gemaakt die moet worden nagekomen.
Een wederkerige overeenkomst is een overeenkomst die meebrengt dat beide partijen ten
minstens zowel een recht verkrijgen als een plicht op zich nemen
Verkoop van 5 broodjes bij de bakker aan de koper
Koopovereenkomst, huurovereenkomst
Een eenzijdige overeenkomst zijn afspraken waaruit slecht 1 verbintenis voortvloeit.
1 partij is verplicht de ringen te geven en de andere partij heeft daar recht op (schenking)
Werkkleding van je werkgever, hij is je verplicht die te geven en jij hebt daar recht op
Overeenkomst komt tot stand doordat een aanbod en de aanvaarding. Als het aanbod
aanvaard is (wilt u dit voor mij inpakken) hebben de betrokkenen een overeenkomst
gesloten (Art. 6:217 BW)
, Je kunt een bod intrekken door:
- Het aanbod nog niet aanvaard is
- De aanbieder mag zijn bod niet onherroepelijk hebben gemaakt (als hij bijv. een
termijn heeft gesteld waarbinnen de aanvaarding moet plaatsvinden)
Bij een wilsdefect wordt gesteld; wat ik verklaard heb, wilde ik eigenlijk niet. Daarom kan er
geen overeenkomst zijn ontstaan. Als dat gebeurt is er van de kant van een van de partijen
een discrepantie tussen wil en verklaring (Art. 3:33 BW). De verklaring is niet
overeenkomstig hun wil geweest en dus is er geen overeenkomst tot stand gekomen.
Bij een wilsgebrek betoogt een partij dat de verklaring wel strookte met de wil, maar dat de
wil op een gebrekkige wijze tot stand is gekomen.
- Dwaling (wanneer iemand een overeenkomst heeft gesloten terwijl hij, als die van de
situatie op de hoogte was, de overeenkomst zeker niet had gesloten) Art. 6:228 BW
- Bedrog (sprake als iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde
rechtshandeling beweegt door opzettelijk onjuiste ,ededelingen te doen)
- Bedreiging (iemand met een ongewone pressiemiddelen een ander beweegt tot het
aangaan van een rechtshandeling)
- Misbruik van omstandigheden (iemand behendig gebruikmaakt van een bijzondere
situatie waarin een ander verkeert)
Een overeenkomst tot stand gekomen als gevolg van een wilsgebrek is vernietigbaar.
Nietigheid = overeenkomst geacht wordt nooit te hebben bestaan
Vernietigbare overeenkomst is een overeenkomst die rechtskracht bezit tot het moment
waarop de partij die wordt beschermd, de vernietiging uitroept.
Handelsbekwaamheid (Art. 3:31 lid 1 BW) houdt in de mogelijkheid om onaantastbare
rechtshandelingen te verrichten.
- Rechtshandeling is een rechtsfeit, met een gewild gevolg. De wil staat centraal bij de
handeling. (overeenkosmt)
- Feitelijke handeling ontstaat uit een rechtsgevolg waarbij volkomen onverschillig is
of dit rechtsgevolg wel of niet gewild is. (onrechtmatige daad)
- Blote rechtsfeit is een feit waaruit rechtsgevolgen kunnen voortkomen zonder dat de
betrokkene in staat is daarop wezenlijk invloed uit te oefenen. (geboorte, overlijden,
AOW-leeftijd bereiken)
Handels-onbekwamenmensen zijn;
- Als je onder curatele bent gesteld (geestelijke stoornis, drank/drugs misbruik)
o Curator houdt de onder curatele gestelde in de gaten
- Minderjarig zijn (art. 1:233 BW)
De inhoud van een overeenkomst luidt als volg (Art 6:248 Lid 1 BW); een overeenkomst
heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke naar
de aard van de overeenkomst uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en
billijkheid voortvloeien.
- Aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid doet zich voor als partijen een
geschil hebben gemaakt terwijl de wet en de gewoonte ook geen uitsluitsel geven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pienvannunen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.