Personality Psychology - A Conclusive Summary with visual aids that is easy to study
Personality Theory & Assessment - Exam Materials: Complete Book AND Lectures - BSc Psychology Y1, Period 5 - VU University Amsterdam
All for this textbook (5)
Written for
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Pedagogische Wetenschappen
De psychologische ontwikkeling (ESSBE1041)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
fleurvandenbroek1
Reviews received
Content preview
Persoonlijkheidsleer
Persoonlijkheid.
Persoonlijkheid: de set psychologische trekken en mechanismen binnen het individu die zijn
geordend en redelijk stabiel zijn over tijd.
De persoonlijkheid heeft invloed op interacties en aanpassingen aan de intrapsychische, fysieke en
sociale omgevingen.
Personality traits: de eigenschappen die beschrijven hoe mensen anders of gelijk zijn aan elkaar. Ze
geven de kans op het voorkomen van bepaald gedrag weer. Men stelt hierbij vier vragen:
1. Hoeveel trekken zijn er?
2. Hoe zijn deze trekken georganiseerd? Welke gaan er samen?
3. Hoe ontstaan trekken?
4. Hoe hangen trekken met elkaar samen?
De traits zijn behulpzaam om verschillende redenen.
- Describe: ze helpen mensen te beschrijven.
- Explain: ze helpen bepaald gedrag te verklaren.
- Predict: ze helpen bepaald gedrag te voorspellen.
De psychologische mechanismen zijn de processen van onze persoonlijkheid die volgen uit bepaalde
trekken. Ze zijn het gevolg. De meeste mechanismen bestaan uit drie componenten:
1. Input: de informatie vanuit de omgeving.
2. Desicion: de denkregels die worden toegepast.
3. Output: het gedrag dat hieruit resulteert.
Veel mechanismen worden alleen in speciale gevallen geactiveerd. Een trait als courage wordt alleen
actief in tijden van groot gevaar.
Persoonlijkheid psychologen: zijn geïnteresseerd in hoe onze persoonlijkheid ons handelen
beïnvloedt. Zij richten zich op interne factoren.
De traits die we bezitten zijn georganiseerd. Persoonlijkheid bestaat uit samenhangende en
georganiseerde trekken die niet altijd even actief zijn. Daarnaast zijn de trekken enduring: ze blijven
gelijk over de tijd.
De traits en mechanismen waaruit de persoonlijkheid bestaat beïnvloeden het leven. Ze bepalen hoe
we dingen zien, wat we zien en wat we geloven. Het is van invloed op hoe we ons leven vormgeven.
Person-environment interaction: de persoonlijkheid vormt de omgeving en andersom. Dit gebeurt
volgens vier manieren:
1. Perceptie: het bepaalt hoe we de omgeving interpreteren.
2. Selectie: het is een reflectie van de persoonlijkheid welke vrienden etc.
3. Evocaties: het bepaalt hoe anderen op ons reageren.
4. Manipulatie: het bepaalt hoe we anderen beïnvloeden.
Een kernaspect van de persoonlijkheid is dat het functioneel is. Ons gedrag heeft een reden. Zowel de
fysieke als de intrapsychische omgeving bepalen hoe je karakter gevormd wordt en wat je uit je
omgeving kunt halen dankzij je karakter.
1
,Persoonlijkheidsleer
De persoonlijkheid kan op drie niveaus onderzocht worden:
Human nature. Net als iedereen. De psychologische processen die iedereen bezit,
maar die niet per se gelijk hoeven te zijn.
Individuele- en Net als sommigen. Individuele verschillen: tot welke groep behoort
groepsverschillen. iemand?
Groepsverschillen: hoe verschillen
persoonlijkheden tussen groepen?
Individuele uniciteit. Net als iemand. Ieder mens heeft eigenschappen die niet
gedeeld worden met anderen.
Nomothemisch onderzoek: men vergelijkt een persoon met een statistische norm en bepaalde
karaktertrekken.
Ideografisch onderzoek: men onderzoekt slechts één persoon case studies.
Human nature.
Persoonlijkheidspsychologen houden zich met diverse zaken bezig. Ze kennen zes domeinen. Dit zijn
zes terreinen waarop gespecialiseerd kan worden. Binnen ieder domein wordt het volgende gedaan:
- Men ontwikkelt methoden om de juiste vragen te stellen.
- Men verzamelt feiten op basis van onderzoek.
- Men komt met theorieën op basis van die feiten.
Biologisch. De mens als biologisch systeem.
Gericht op genen, psychofysiologie en evolutie.
Intrapsychisch. Onbewuste motivatie: seks en agressie.
Dis positioneel. Hoe mensen van elkaar verschillen.
Gericht op statistiek.
Cognitief. Subjectieve ervaring van onze omgeving en onszelf.
Self-concept: hoe zien wij onszelf?
Sociaal en cultureel. Hoe beïnvloedt cultuur onze sociale omgeving en onze persoonlijkheid?
Hoe beïnvloedt onze persoonlijkheid onze sociale omgeving?
Aanpassing. Loopt door alle domeinen heen.
Hoe passen we ons aan op aanpassingen?
Coping en adaptatie.
2
,Persoonlijkheidsleer
Psychoanalytische benadering van persoonlijkheid.
Freud: merkte dat mensen een unconscious mind bezaten en dat daarmee het gedrag van mensen
verklaard kon worden.
Psychoanalyse: theorie van Freud. Kenmerkend voor deze theorie:
- Instincten: basis instincten libido en thanathos.
- Motivatie: onbewuste motivatie.
- Structuur: een verdeling van de geest in een Id, Ego en Superego.
- Anxiety: spanning als gevolg van conflicten tussen elementen van de geest.
- Defense: verdedigingsmechanismen die de conflicten afschermen van het bewustzijn.
- Development: de ontwikkeling van de persoonlijkheid.
Instincten: de mens kent psychische energieën die in ons rondkolken.
Libido: deze lust wordt gezien als alles wat plezierig is. Deze drift komt overeen met de seksuele
selectie die door Darwin benoemd werd.
Thanathos: de dooddrift of het verlangen om te sterven. Dit instinct zet aan tot agressief en
vernietigend gedrag. Deze drift komt overeen met de natuurlijke selectie die door Darwin benoemd
werd.
De geest bestaat volgens Freud uit drie delen:
Conscious mind. Onze bewuste gedachten.
Pre conscious mind. Zaken waar je niet over nadenkt, maar die wel opgehaald kunnen
worden.
Unconscious mind. Onbewuste zaken, waar je niets vanaf weet.
Motivated unconscious: de driften in het onderbewustzijn leiden tot gedrag, gedachten en
gevoelens. Dit leidt ertoe dat niets dat we doen zomaar gebeurt. Alles heeft een reden die te vinden
is in het onderbewustzijn psychic determinism.
Structuur van de persoonlijkheid: de geest wordt gezien als bestaande uit drie delen:
1. Id: primitieve en onbewuste deel van de persoonlijkheid.
2. Ego: het bewuste deel van de persoonlijkheid.
3. Superego: deel van de persoonlijkheid dat onze normen en waarden bevat.
Id: kent geen realiteitsgevoel en logische regels. Het opereert op grond van het pleasure principe: als
het maar lekker is.
Wish fulfilment: wanneer een behoefte van het Id niet vervuld kan worden, wordt er een fantasie
gecreëerd die tijdelijk voldoende is.
Ego: probeert de druk van het Id onder controle te houden. Het ego werkt via het realiteitsprincipe:
het leert om driften te beheersen en aan te passen aan de verwachting van anderen. Dit wordt
gevormd door de cultuur en de opvoeding.
3
, Persoonlijkheidsleer
Secondair proces thinking: het uitdenken van strategieën om aan behoeften te voldoen.
Superego: moraalridder van de geest. Het internaliseert de sociale waarden en normen van de
omgeving. Het wilt het liefst alle driften volledig uitsluiten. Het bepaalt wat goed of fout is en kan
daarbij ver doorschieten.
Ego
Superego
Id
Het Id, het ego en het superego zijn constant met elkaar in conflict. Het ego wenst de controle te
behouden over een situatie, dit kan op drie manieren bedreigd worden.
1. Door realiteit.
2. Id: wanneer het Id controle dreigt te krijgen.
3. Superego: wanneer het superego controle dreigt te krijgen.
Alle manieren veroorzaken anxiety, maar het hangt af van de vorm van bedreiging:
Objectieve anxiety. De controle wordt bedreigd door een externe factor.
Neurotische anxiety. De controle wordt bedreigd door het Id.
Morele anxiety. De controle wordt bedreigd door het superego.
Meestal worden vormen van anxiety voorkomen door middel van defense mechanismen, maar soms
kunnen ze ook naar voren komen bij projectieve tests. De defense mechanismen helpen niet altijd. Ze
vereisen psychische energie die ook voor andere dingen gebruikt kan worden.
Mechanismen worden maladatief wanneer ze:
- Productief: als ze de productiviteit verhinderen of verlagen.
- Relaties: als ze het moeilijk maken om relaties te onderhouden.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvandenbroek1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.