100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges BS4 $7.07   Add to cart

Lecture notes

Aantekeningen hoorcolleges BS4

 1 view  0 purchase
  • Module
  • Institution

Als je geen zin hebt om de hoorcolleges te luisteren. In dit document staan de hoorcolleges 4.1 - 4.5 letterlijk overgenomen van wat de docent zegt

Preview 3 out of 21  pages

  • April 15, 2024
  • 21
  • 2022/2023
  • Lecture notes
  • Geen
  • 4.1 - 4.5
avatar-seller
Inhoud
Hoorcollege 4.1 CVA........................................................................................................................................................1
Hoorcollege 4.2 indiceren van zorg.................................................................................................................................5
Hoorcollege 4.3 circulatie................................................................................................................................................8
Hoorcollege 4.4 multidisciplinair en interprofessionele samenwerking........................................................................16
Hoorcollege 4.5 diabetes mellitus.................................................................................................................................18



Hoorcollege 4.1 CVA
Atherosclerose
word ook wel aderverkalking genoemd. Beetje rare naam, want er komt maar een beetje kalk voor. Het is vooral een vetophoping.
Het is een plakvorming die in de vaten kan plaatsvinden. Het kan ontstaan door verschillende factoren:
Cardiometabole risico: geld voor alle hart en vaatziekten, diabetes, hypertensie, chronische nierschade, obesitas, Dislipidemie, trombose
- Roken
- Hypertensie
- Dislipidemie (verstoorde verhouding van vetstoffen (cholesterol) in het bloed.
- Verhoogd glucose
- Overgewicht
- Gebrek aan lichaamsbeweging
Verder:
- Erfelijkheid
- Leeftijd
- Mannelijk geslacht: vrouwelijk geslachtshormonen werken beschermend en mannen hebben die minder en daarom lopen ze en verhoogd
risico. Bij vrouwen zie je dat na de overgang dat ze meer klachten krijgen.
Bij atherosclerose speelt vet ene rol. daar heb je het LDL cholesterol en het HDL cholesterol.
- Het LDL voert de cholesterol naar de cellen (niet goed)
- Het HDL zorgt ervoor dat het juist naar de lever wordt gestuurd en dat het daar word afgevoerd via het gal (goed)
HDL wil je dus juist hoog zodat het wordt afgevoerd.
Er speelt bij atherosclerose is meer dan aderverkalking: het is een ontstekingsproces en stollingsreacties.
Waarom is dit een probleem? Het kan ervoor zorgen dat bloedvaten gaan vernauwen of zelfs helemaal Dat kan op dicht gaan plekken gebeuren.
De bekendste plek is in het hart, waardoor je een hartinfarct kan krijgen. Het kan ook in de bloedvaten van de hersenen zitten en krijg je ene
herseninfarct. Het kan ook in de grote halsslagader zitten. Op het moment dat daar de boel vernauwt dat is aal gevaarlijk, maar er is ook een risico
dat er stolseltjes ontstaan en dat doorschiet naar de hersenen en daar weer een bloedvat dicht maakt en heb je ook een herseninfarct. Het kan ook
op een minder bekende plek zitten: bij de nier dan heb je een nier infarct. Het kan ook in de been, waardoor mensen etalagebenen krijgen. Zoals
we dat noemen.
Trombose en embolie
Trombose is het proces van ongewenste stolling in een bloedvat en op het moemnt dat je atherosclerose hebt heb je een verhoogde kans op
trombose. Daarnaast zijn er allerlei andere oorzaken waar je trombose van kan krijgen. Denk aan de 1 op de miljoen mensen die dat kunnen krijgen
door de vaccinatie.
Trombose is dus een ongewenste stolling in een bloedvat.
- Dat kan dus in een ader (venen) zijn. = (diep) veneuze trombose. (meestal in grote aderen, daarom diep)
- Het kan ook in de slagader (arteria) = arteriële trombose
Op het moment dat er een stolsel word gevormd en het blijft aan een bloedvatwand vastzitten noem je dat een trompus. Dat kan ook los raken dan
noem je het een embolus. Die kan ergens anders blijven steken. En kan het daar blijven zitten. Dan noem je het een embolie. Meest bekende plek
waar dat kan gebeuren is de longen. Dan heet dat een longembolie. Maar dit kan ook in de hersneen, waardoor je uiteindelijk toch een
herseninfarct hebt.
De trombose kan ontstaan door verschillende factoren:
- Een onregelmatige bloedvatwand: dat kan weer door:
o Roken
o Hoog cholesterolgehalte
o Hoge bloeddruk
- Een trage bloedstrom
o Bij iemand die langdurig in bed ligt
o Na een operatie. (die krijgen vaak iets hier tegen)
o Boezemfibrilleren: als de boezems van het hart onregelmatig gaat samentrekken, kan dat ervoor zorgen dat bloed onlogisch
gaat stromen en ook dat kan trombose veroorzaken
o Lange vluchten
- Een veranderde samenstelling van het bloed
o Tekort aan bepaalde remmers
o Teveel aan bloedcellen
o Factor V leiden: bepaalde stollingsfactor
o Hormonen kunnen een rol spelen bij een veranderde samenstelling van het bloed bijv. bij zwangerschap, anticonceptiepillen
Het risico dat je trombose krijgt van het vliegen is vele malen groten dan trombose van die vaccinatie
Bloedstroom, atherosclerose en trombose
Wat heeft dat nou allemaal met elkaar te maken?
1e filmpje zie je dat er atherosclerose is en dat er een vervolgens een trombus ene stolsel komt, eigenlijk een embolus, omdat die aan het
verplaatsen is. Die raakt vast in die atherosclerotische plak. Hier zie je dat de plak eigenlijk een risico vormt omdat zo’n stolsel er niet goed
doorheen kan komen. en gaat het afsluiten
Hier zie je nog een manier hoe een stolseltje kan ontstaan. Door de plakvorming gaat het bloed wervelen en het komt op een plek steeds rond te
draaien en ook dat kan leiden tot stolselvorming en ook dan kan een bloedvat zich gaan afsluiten. Je ziet hier de relatie tussen atherosclerose en
trombose. Dit 2e proces dat wervelen zie je dus bij boezemfibrilleren ook gebeuren.

,1e filmpje: Er is plak dat het bloedvat smaller maakt en vervolgens komt er een embolus dat ergens anders is los geraakt en dat blijft daar zitten.
Net als een knikker die door een trechter heen moet
Embolie
Is dus een stolseltjes dat ergens anders komt vast te zitten en daarbij is de route van het bloed van belang. Vervolgens komt dat vast te zitten op de
b=plek waar de bloedvaten smaller worden. dus je ziet vaak dat vanuit de bene asl daar stolsels vormen dat die vast komen te zitten in de longen
en dan is er dus sprake van een longembolie. Als er een stolsel zit in de boezems of in de arteria carotis (de halsslagader) die gaan naar het
hoofd toe omdat het bloed daar heen stroomt. Asl je de route kent van het bloed weet je waar de stolsels heen gaan en als eerste vast loopt.
Belangrijk om te weten is dat het in de benen om een ader gaat, want het gaat naar de longen en bij de arteria carotis is zuurstofrijk.
Beroerte/cerebrovasculair accident
Dat was eventjes dat je bij voorhand moest weten, want dit zijn eigenlijk de processen die geburen en uiteindelijk een beroerte kan ontstaan
2 benamingen voor hetzelfde. Het is een combinatie van alles wat valt onder herseninfarct, hersenbloedingen en tia’s. dat ga ik uitleggen vandaag
en alles wat daar dus onder valt noemen ze dat als verzamelen diagnose een beroete.
De prevalentie was in 2019 een half miljoen. Een half miljoen mensen had op enig moment last van een herseninfarct, hersenbloeding of tia. Dat
betekend niet dat ze allemaal dat jaar hebben gekregen, maar ook mensen die er nog steeds last van hebben.
Filmpje:
Elke dag krijgen ongeveer 125 mensen een beroerte. De gevolgen lopen sterk uiteen. De een hersteld snel, de ander word het zijn dood of hebben
de rest van hun leven hulp nodog bij de dagelijkse dingen, zoals douchen en aankleden
Wat is het nu precies? Het is een verzamelnaam voor een herseninfarct/hersenbloeding.
- Bij een herseninfarct blokkeert een bloedpropje een bloedvat in de hersenen. Deze kan ontstaan door het scheuren van een stukje
slagaderverkalking of mee komen met de bloedstroom vanuit het hart. Een deel van de hersenen krijgt hierdoor te weinig zuurstof.
- Bij een tia gebeurd hetzelfde, alleen lost het bloedstolseltje lost zelf weer op. de hersenen hebben dan tijdelijk te weinig zuurstof.
- Bij een hersenbloeding barst een zwakke plek in een bloedvaatje open. De bloeduitstorting beschadigd een deel van de hersenen
Welke klachten een beroerte precies veroorzaakt hangt af van de plek.
- Een beroerte in een plek die spier aanstuurt kan verlammingen ij een arm of been veroorzaken, of een scheve mond
- Als het spraakgebied is getroffen kom je niet meer uit je woorden
- Als je kleine hersenen zijn getroffen heeft invloed op je coördinatie en evenwicht
Soms zien mensen plotseling dubbel of zien ze maar 1 helft van het gezichtsveld. Ze kunnen ook opeens blind zijn aan 1 oog.
Al deze signalen kunne voorkomen, maar de meeste patiënten merken iets aan hun mond, spraak of arm. Dus zie je een scherv mond, spreekt
iemand wartaal of kan iemand zijn arm niet meer optillen bel dan direct 112. In het ziekenhuis kunne mensen onderzoeken of iemand ene
herseninfarct of hersenbloeding heeft. Dit doen ze meestal met een CT-scan. Er zijn steeds betere behandelingen om zo’n herseninfarct of
hersenbloeding te stoppen. Hoe eerder zo’n belhandeling begint hoe groter de kans dat de patiënt het overleeft en geen blijvende klachten
overhoud.
symptomen
Het is eigenlijk ook een vaatziekte en daar richt de hartstichting zich open
De fast test: face, arm, speech en time. Het is heel belangrijk om die te onthouden, want daarmee kan je levens redden.
Face: een scheef hangende mond, soms zie je het ook bij de ogen
Arm: die niet meer omhoog gaat
Speech: iemand die onduidelijk praat
De t die staat voor time: want tijd verlies staat voor hersenverlies. Het is belangrijk dat zulke mensen op tijd worden geholpen
Je moet het direct herkennen.
Transient ischemic attack (TIA)
Ischemisch is chemisch en dat wil zeggen dat er geen bloed ergens meer naar toe kan. eigenlijk is er dus een tijdelijke herseninfarct aan de hand
en het lichaam lost die stolseltjes weer op, waardoor de hersenfunctie ook weer terug komt
De incidentie was in 2019 59 000. Dat is best veel. Na een tia heb je een verhoogd risico op een herseninfarct. Namelijk zo’n 5,2 % in de eerste 7
dagen en zo’n 17,3% na 90 dagen. Ligt eraan welke bron je gebruikt, maar in ieder geval is het risico sterk verhoogd en is het belangrijk om er
aandacht aan te geven als iemand zegt ja ik kon gewoon een uurtje me arm niet omhoog krijgen. Dat je net denkt het zal wel, maar met tde huisarts
gaat overleggen, zeker als iemand een hart en vaat ziekte heeft of een verhoogd Cardiometabole risico.
Het risico dat iemand een infarct krijgt na een tia hangt af van een aantal factoren:
- De leeftijd (>60 jaar)
- De bloeddruk (systolisch >140 of diastolisch >90)
- De symptomen (of iemand een spraakstoornis heeft zonder dat iemand uitval heeft in die laterale zwakte: 1. Aan een kant of met die
laterale zwakte, het is erger als iemand dat heeft: 2)
- De duur (10-59 minuten: 1, 1 uur: 2)
- Diabetes mellitus (1)
Herseninfarct of hersenbloeding
Het is heel belangrijk om te weten of er sprake is van een infarct of een bloeding.
- Infarct = ischemisch (afbeelding 2)
- Bloeding = Hemorragisch (afbeelding 1)
Vocht kleurt op een CT scan wit, dus daar zie je dus een bloedding. Een herseninfacrt gaat op den duur kleuren als dood weefsel en dan word het
zwart. Het duurd dus even voor je iets kan zien. Ze leggen iemand direct onder een CT-scan om te kijken of er geen bloedding is, want bij een
infarct geven ze direct antistolling en dat wil je bij een bloeding niet geven.
Herseninfarct
Is het meest voorkomend van de samengenomen herseninfarct en beroertes. Voor 80% verantwoordelijk. 20% daarvan word veroorzaakt door
atriumfibrilleren (doordat die boezems zo onregelmatig samnetrekken) en 20% door stenose in de arteria carotis (vernauwing), waar vervolgens
een stolseltjes ontstaat wat losschiet. Dan heb je eigenlijk een hersenembolie, maar dat noem je gewoon een herseninfarct. De andere 60% daarbij
is er sprake van atherosclerose in de hersenen.
Behandeling herseninfarct
- Intravenuze trombolyse is het meest belabgrijk om te geven. des te eerder iemand het krijgt des te griter de kasn is dat de klachten
minder worden. het moet in ieder geval binne 4,5 uur worden toegediend. Ze geven eiegnlijk emdicijn dat ervoor zorgt dat de stolseltjes
worden opgelost zodat het bleod weer kan gaan stromen
- Endovasculair: kan soms ook. Niet alle ziekenhuizen. Ze gaan in het bloedvat en dat ze verveolgens het stolseltjes uit het bloedvat van
de hernsen trekken. Dat moet in ieder geval binnen 6 uur gedaan worden
Medijcijne zijn bij een herseninfarct ook belangrijk om een volgend infacrt te voorkoken. Meestal krijgen ze een combinatie van verschillende
medicijnen
- Clopidogrel: trombocytenaggregatieremmers. Het plakken van de bleodblaadjes aan elkaar word geremd
- Simvastatine: cholesterolverlager
- etoprolol: bètablokker: eindigen vaak op lol
- Perindopril: ACE-remmer
Dit zijn medijcijnen die beta blokker en ace remmers die bloeddruk verlagen.
De medicijnen staan in de medicatielijst. Je moet weten wat doen betablokkers: verlagen de bloeddruk doordat het hart onder andere vwat
langzamer gaat kloppen en metaprolol is daar een voorbeeld van.
Revalideren is ook heel belangrijk. Bij een infarct of bloedding is ook heel belangrijk dat dat snel gebeurd, omdat je aan het begin de meeste
fucnties nog terug kan halen. De winst word minder.

, Stenose is officieël een verharding, maar vaak is het ook een vernauwing di eplaats vind. dat kan van een bloedvat zijn, maar ook van een
hartklepje.
Filmpje: bij een acuut herseninfarct is een snelle behandeling van belang, alleen dan kan invaliditeit wordne voorkomen. Dit begint in de
ambulance. Onderweg word er een voorankonidging worden gedaan naar de bahendelaars. Alles en iedereeen staat klaar om zo goed mogelijk op
te vangen en te behandelen. Eerst naar de spoedeisende hulp. Daar word snel gecheckt of de symptomen inderdaad passen bij een herseninfarct.
Dan met spoed naar de afdeling radiologie voor een ct scan van de hersenen. Als een hersenbloeding is uitgesloten, word er een sterke
bloedverdunner: anteplaze via een infuus toegediend. Dit kan alleen als de klachten niet langer dan 4,5 uur bestaan en er geen contra indictaies
zijn. hierna owrd direct een CT angiografie en een ct perfusie onderzoek gemaakt zodat de doorgankelijkheid van de hersenbleodvaten en de
doorbloeding van de hersnen op weefselniveau zichtbaar word. Het perfusie odnezoek geeft een indruk van de omvang van de weefselschade en
de mate van de levensvatbaarheid van dit weefsel. Als er sprake i svan een afsluiting van een groter bloedvat in de hersen en. Blijkt antiplaze niet
goed in staat het stolsel op te lossen en etreed er herstel op bij slcets 1 op de 10 atoeinteh, in dien geen neurologisch herstel optreed kan er een
aanvullende behandeling worden uitgevoerd. De patient word hiervoor direct na de ct onderzoeken naar de angiografie kamer gebracht voor een
intra arteriële behandeling. De behandeling kan op verschillende manier worden uitgeveord. Meestal word gekozen voor de mechanische
trombectomie: hirbij word het stolsel met behulo van een katheter uit de hersnen worden verwijderd. Via de liesslagader word de kather tot nabij het
afgesloten bleodvat in de hersnen gebracht. Er word een stent terplaatse van het stolsel gelegd. Het stolsel verankerd zich in het buisje en wanneer
de stent word verwijders trekt deze het stolsel mee. de doorbloeding komt weer op gang. Deze behandeling verkleint de kans op invaliditeit bij deze
patineten groep aanzienlijk en kan worden uitgevoerd in tertiaire beroertecentra zoals het LUMC als de klachten niet langer dna 6 uur bestaan.
Zeggen: Je zag daar de behandeling waarbij ze jet solseltjes eruit trekken. Anteplaze is het medicijn dat ze geburiken bij die intraveneuze
Hersenbloedingen
Daar wil je die antiplaze niet toedienen, daarom zijn die CT scans zo belangrijk. Bij een hersenbleoding hebben we het ook over een hemorragisch
CVA: dat betekend bloederig CVA
Dat kan intracerebraal: in het hersenweefsel
Extracerebraal: ergens tussen cranium (schedel) en het cerebrum (hersenweefsel) in
Intracerebrale bloedingen
Hebben eigenlijk dezelfde oorzaken/risicofactoren als infarcten. Vaak is het zo dat er een bleodvat zwakkeer is geworden door de atherosclerose
daardoor komen er makkelijker scheurtjes in zon bloedvat en als er dan ook nog sprake is van een hoge bleoddruk kan het dat er ene bleodvat
knapt en kan er een bleoding ontstaan. De symptomen zijn hetzelfde als bij een infarct, dsuje kan op basis van het klinsch beeld niet onderscheiden
of er sprake is van een infarct of bloeding.
Als er een bloeding is kan je niet makkelijk behandelen. Afwachten, kijken wat er gebeurd en onder controle houden en en symptomatsch
behandelen. Wat wel gedana kan worden: antistollings of plaatjes remmers stoppen of couperen (dat wil zeggen omkeren; dat ze niet meer werken.
 Veel medicijnen die mensen krijgen als bloedverdunners zijn viatmine K antagonisten en als je dat geeft dan werkt dat die anti
stollingsmedicijnen tegen. En cofact kan worden gegeven en dat is een mix aan stollingsfactoren dat word toegediend in het bloed en dat
zorgte ervoor dat die stollingsreactie die moet plaats vinden om dt bloedvat dicht te rkijgen eerder gebeurd.
Verder is het vooral een kwestie van afwachten
Meninges – hersenvliezen
Om de extracerebrale bloedingen te moeten begrijpen zul je eerst moeten weten waar de hersenvliezen zitten. De meninges en hoe de ruimtes
daartussen heten. Want als jedat zweet weeet je ook waar de bleoding zit, wnat die hebben dezelfde naam:
- Je hebt de dura mater = harde hersenvlies. Zit helemaal aan de buitenkant. Bijna tegen de schedel aan
- Arachnoidea = spinnenwebvlies. Ligt daar onder. Rood weefsels
- Pia meter = zachte vlies. Ligt echt pal op het weefsel van de hersenen en kan je op de plaayjes ook niet zien
Hersenvliezen
Tussen die vliezen zit dus ruimte.
- je hebt de epidurale ruimte: die zit op de dura meter: dus tussen de dura mater en schedel in. (in het plaatje rood)
- subdurale ruimte: ruimte tussen het spinnenwebvlies en het dura mater. Die subdurale ruimte is op het plaatje blauw
- subarachnoïdale ruimte: de ruimte tussen het spinnenwebvlies zelf in. Dat bestaat uit 2 laagjes met tussen in alleemaal
spinnenwebdraadjes. Daartussen lopen bloedvaatje en die kunnen dus knappen en dan heb je een bloeding in de subarachnoÏdale
bloeding
subarachnoïdaal, subduraal, epiduraal
- subarachnoïdaal bloeding: de bloeding zit in dat spinnenwebvlies
- subdurale bloeding: zit tussen het spinnenwebvlies en het harde vlies zit
- epidurale bloeding: bloeding tussen het schedel en het harde vlies.
Je ziet dus op de ct scan ook duidelijk het verschil tussen een subdurale of epidurale bloeding zoals het bovenste plaatje of een intramurale
bloeding. Die intacerubrale bloeding vinden vaak plaats door dat cardiometabole risico. En die subduraal en epidurale vloedingen treden vaak op bij
trauma’’s. bijv een ongeluk
Epiduraal en subduraal hematoom
Hematoom is een bloeding (een blauwe plek is dat eigenlijk ook). Daarbij is het grootste risioc dat de druk in de schedel heel erg hoog is. Omdat
het bloed lekt. Alleen het kan nergens heen en daardoor verhoogt de druk. het is belangrijk dat die druk word opgeheven. Dat kan door te operenre:
stuk van schedel weg te halen. De bloeding te stoppen om er oook voor te zorgn dat het overtollige vocht word weggehaald. Soms word er ook een
drain aangelegd
Subarachnoïde bloeding (SAB)
Bloeding in het spinnenwebvlies. Dat gebeurd meestal door een aneurysma (uitstulping van een bloedvat. Bloedvat heeft een zwakkee plek en dat
pult uit alsogf het een baloonnnetje is dat opblaast.) En dat kan knappen. Op het moment dat dit knapt heb je een bloeding in het spinnenwebvlies.
Dit is een relatief zeldzame vorm van ene bloeding. 900 mensen per jaar. Meestal heb je hier aanleg voor dat je sledhte bloedvaten hebben. tussen
de leeftijd 40 tot 60 jaar komt het vaak voor. Heftoge bloeding. 40% overlijd. 20% direct en 20% door complicaties). De overlevenden heeft een
groot deel een beperkt kwaliteit van leven.
Intracraniële drukverhoging
Een risico van CVA is is dat de druk in de hersenplan verhoogd raakt, maar er zijn ook andere oorzaken waardoro de hersendruk verhoogd kan
raken:
- bloeding
- oedeem (hersenkneuzing):
- hydrocefalie: waarbij iemand een waterhoofd heeft. Kan bij kinderen zijn als het niet goed is in de aanleg. Je ziet vaak dat het hoofdje
gaat groien omdat nog niet alles aan elkaar vast zit. En bij volwassenen is het zo bij hydrocefalie: bijv door een tumor die de vochtafvoer
van het hersenvocht afsluit. Dat de druk hierdoor oploopt
- ruimte innemend proces
het zijn allemaal oorzaken waardoor er minder ruimte in de hersenpan en dat zorgt ervoor dat de druk hoger word en de hersenen in knel komen
als de druk hoger word gaat er minder bloed naar de hersenen stormn . word de cerebrale perfusie minder zoals je dat noemt minder. Delen van de
hersenen krijgen daardoor te weinig zuurstof, weinig bloed. Cerebrale ischemie noem je dat en er is sprake van inklemming doordat als er
verhoogde druk is worden de heresnene naar beneden geduwd en darddoor kan de hersenstam ook in de verdrukking komen
dit is natuurlijk ernstig.
De klinicshe verschijnselen zijn in 1e instantie vaak:
- hoofdpijn
- misselijkheid en braken
dit herken je wss wel van een hersenkneuzing, maar op de duur krijgt iemand ook heftigere neurologische vershcijnselen:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophiedeGraaf1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$7.07
  • (0)
  Add to cart