100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen Hoorcolleges BS5 $5.98   Add to cart

Class notes

Aantekeningen Hoorcolleges BS5

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcolleges van BS5 zijn hier uitgeschreven. De hoorcolleges hoef je daardoor niet meer te kijken

Preview 4 out of 39  pages

  • April 15, 2024
  • 39
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Geen
  • All classes
avatar-seller
Inhoud
Hoorcollege 5.1 MB zenuwstelsel...................................................................................................................................1
Hoorcollege 5.2 interculturalisatie..................................................................................................................................8
Hoorcollege 5.3 MB biologische benadering psychiatrie en psychotische stoornissen.................................................10
Hoorcollege 5.4 verbandleer/wonden...........................................................................................................................16
Hoorcollege 5.5 MB stemmingsstoornissen..................................................................................................................20
Hoorcollege 5.6 coördineren van zorg...........................................................................................................................24
Hoorcollege 5.7 MB zintuigen en waarneming, zintuigstoornissen...............................................................................28
Hoorcollege 5.8 recht....................................................................................................................................................35




Hoorcollege 5.1 MB zenuwstelsel
Hipocratus: mensen dachten dat er verstoring in lichaamssappen is dat je dan ziek word en die
lichaamssappen: zwarte gal, gele gal, bloed en slijm. Bij depressie dachten ze dat zwarte gal een rol
speelde. Melancholie.
5 belangrijkste neurotransmitters weet je
Zenuwweefsel
Zenuwstelsel bestaat ui tze nwuwweefsel en dat bestaat uit neruonen, dat zijn zenuwcellen. Dhet is de
basis eenheden van het zenuwstelsel. En neuroglia dat zijn de ondersteudnenede cellen. Glia betekdn lijm.
Niet alllen lijm, ook cellen.
3 balngrijskte onderdelen van een zenuwen: die staat hier links onder. Paars en gele lica. Aan het einde
van het zenuwcel staan de dendrieten. Die vertakken zich hier. Onder dendrieten staat het cellichaam.
Celkern is groenig. Dan heb je het axon. Die lange uitsteek. En dan de axonuiteinde. Helemaal aan het
einde van het axonuiteinde zijn de synapsknoppen, waar de overdracht plaats vind. aan de rechter kant zie
je het doorgeven van een stimulus. Als je iets heet aan raakt word dat waargenomen door een receptor en
doorgeven naar een cel. Die cel is een sensorische cel.het v oelt iets en hetstuurd het signaal naar het
ruggenmerg. En die heeft een schakelcel en die scheklet die sensorische impuls naar een mtorsche
pimpusl een geeft die door naar een motorische neuron die het vervolgens het maakt dat wij ons ahnd snel
weghalen.
Membraanpotentiaal
Hier hebben wij te maken met elektrische ladingen. Dat blauwe gedeelte. Is als een cellulaire ruimte: ruimte
in een cel. Daar buiten is het exxacellurlaire ruimte. Binnen de cel is er alrijd een negatieve lading en buiten
is het positieve lading. He is amaar een klein verschil, maar wel belanrgrijk. Als die negativee lading
binnenkant is en positief buitenkant is het in rust. Dit heeft te maken niet alleen met de lading, maar ook
met de ionen di ebuiten en binnen de cel zich bevinden en hierbuiten zie je de natrium en kalium ionen.
Natrium zijn postief en choorionen zijn negatief geladen. De binnekant zijn meer alium in-oenen die ook
postief zijn en die proteen die sterk negatief geladen zijn. in rust (rustpotentiaal) is de lading van de cel -70
Mv. die postief en negatieve lading worden door het membraan uit elkaar gehouden en daarom noemen we
het membraanpotentiaal. Dat hij het verschil in stand houd. En omn dat te veranderen hangt dat fa van de
doorlaatbaarheid van het membraan. Rechtsboven zie je het zelfde. Blauwe is de exxacellulaire ruimte en
die rode is de intracelleuralire ruimte. In die membraan zitten kananalen. Kaliumkanalen , natiriumjalenem
chloorkanale.
1

, - Kanlaen die alrijd open staan
- en kanalen die niet openstaan: gated channels: . die kanalen gaan alleen open op een chemische
stimulatie.
Rechtsonder zie je een natrium, kalium pomp. Die gebruitk ATP. Werkt op nergie. Stuurt ionen naar buiten
en brengt ze naar binnen om die rustpotentiaal in orde te brengen.
Actiepotentiaal
Hoe begint die? Dus hoe gaat die lading binnen en buiten die cel veranderen? Dat gebeurd met een
actiepotentiaal, maar die moet sterk genoeg zijn om een impuls door te geven. dat gebeird bij een
prikkeling. Als die impuls van een warme pan naar binnen krijgt en heel sterk gebeurd er een
actiepotentiaal. Het gebeurd altijd om een impuls te krijgen door de dendrieten. Die gevene de impusen
doro aan het cellichaam en die is sterk genoeg om een actieotentiaal te beginnen. Er begeint langzaam
natrium naar binnen te stroen en positief en neagtief trekt erlkaar en positief en posiftief stoot elkaar af. Cie
natriumionene worden getrokken naar binnnen, mar door doordat die kanalen en chemische stoffen niet
meewerken komt narium heel moeilijk naar binnen. Als die langzaam naar binnen aan het stromen is.
Rustpotentiaal is altijd – en als het natrium begint in te stromen in de cel dan moet dit de drempelwaarde
bereiken om een actiepotentiaal te beginnen. De drempelwaarde ligt tussen -50 en -60 mVolt. Als die de
drempelwaarde niet bereikt dan is er geen actiepotentiaal.dan word er geen impuls doorgegeven. Asl die
de drempelwaarde heeft bereikt dan openen die gated channels. Die gaan helemaal wijd open en dan
stroomt natrium helemaal binnen. Dit heeft ook te maken dat natrium meer buiten zit dan binnen. De
concentratie gardient. Veel stof gaat naar waar minder stof ligt door diffusie. Dus als die kanalen helemaal
opengaan dan gaan natriumionen masaal binnen, waardoor depolarisatie van de cel begint. Dus het
doorgeven van een impuls. Het impuls word dan de binnekant van de cel word positief geladen. En dat
beriekt het +30 mVolt. Als dat is beriekt gaan de kanalen natrium dicht. En ook kalium gaan open,
waardoor er meer kalium naar buiten gaat dan begint de depolarisatie. Dan gaan de positeive ionen naar
buiten waardoor de binnekant minder positief worden. die kaliumkanalen zijn alrijd wat trager. Gaan trager
open en dicht. Totdat die kanalen helemaal dicht zijn gebeurd er hyperpolarisatie: dat betkeend dat de
lading in de cel word nog meer negatief die word tot -90 mVolt. Uiteindelijk gaan diekalium kanalen ook
dicht en gaat het wweer terug naar de rustpotentiaal van -70. En hier helpt ook die kliunatriumpop. Die gaat
3 natriumionen naar buiten sturen en 2 kaliumionene naar binnen om zo de rustpotentiaal terug te laten
keren. Hij brengt het in evenwicht.
Saltatoire geleiding
Heel veel zenuwcellen zijn gewikkeld met myeline. Met swann cellen. Dat gele gedeelte is het axon
(binnekant) en die blauwe is de swann cell (buitenkant) die wikkeld zich er helemaal om, maar niet
helemaal, maar met sigmenten (bolletjes). Hier linksonder zie je een celkern van de swann cel. die hebben
een isolerende werking waardoor de impuls niet geleidelijk gaat, maar springt nar het volgende segment.
Dat noemen wij saltatoire geleiding. Italiaanse woord saltare: springen van 1 naar de volgende. Rechts in
het begin zie je rood daar is die actiepotentiaal begonnen. Die positief geladen ionen trekken niet elkaar,
maar duwen elkaar. Omdat hier waar een islotaie zit, myoline, komt geen natrium naar binnen. Dan gaan
die natrium ionene letterlijk elkaar duwen naar voren. Dat gaat heel snel. In cellen waar geen isolatie zit
gaat de impuls 1 meter per seconde. Waar ze geisoleerd zijn gaat 120 meter per seconden. Dan komt di
ebij de volgende segment dna zien jullie de 3e balk. Doordat die natriumionen meer worden gaan die
natriumkanalen open en komt er meer natrium binnen. En dus gaat er steeds door tot het de axonuiteinde
heeft bereikt.
Impulsoverdracht
Een impuls word opgenomen door de dendrieten en doorgenomen naar het cellichaam en dan begint een
actiepotentiaal. Jullie zien een gemyoliseerde cel, die impulsen springen aar de volgende opening en die
noemen we knoppen van ranvier. War ook een opening staat voor natrium kanaal. Dus hij beriekt het einde
en komt bij de synaps en geeft het door naar de volgende neuron, die dan de actiepotentiaal dorogeeft
2

,naar devolgende of naar de cellen die als affector werken. Hieronder die groene gedeelte zie je de synaps
knop hoe hij het bericht doorgeeft aan de volgende.
Synapsen
Hier is dan een schematische afbeelding aangegeven hoe dat werkt en die ander is microscopische
afbeelding van de synapsknop.
Dit soort van rond gedeelte dat noemen wij de presynaptische knop membraan. En dat liggende is post
synaptische membraan en daartussen is synaptische kleed. Die zenuwen raken elkaar niet aan, maar er zit
een ruimte tussen die ze scheid. En dienomen wij synaptische spleet. Als de actiepotentiaal de axon einde
hebt bereid en is bij de synaptische knop is aangekomen en door de invloed van natrium gaan de kalium
kanalen open. Als die kalium kanalen opengaan gaan heel veel calcium naar binnen. Onder de invloed van
calcium gaan die ronde blaasjes op de afbeelding daar zit neurotranmistter in. En onder vinvloed van
calium gaan die blaasjes samensmelten met presynaptische membraan en die zie je onder in de afbeelding
in het schema. Er kan een exocitose meemaken en dat helpt dat neurotrasmitter en synaptische spleet vrij
komt en gaat zitten in de recptoren, in de postsenaptische membraan. En als die in de recptoren gaan
zitten in de postsenaptische membraan, gaan die openen, waardoor meer natrium naar binnen gaat
stromen dat zie je in de afbeelding in de rechter afbeelding (nummer 2) dus die kanalen gaan open er
stroomt meer natrium naar binnen, waardoor de actiepotentiaal, doorgaat naar de volgende cel.
Die neurotransmitters die in de synaptische spleet vrij koen die worden snel opgeruimd, waardoor die
bovenste membraan (presynaptische membraan) ook dicht gaat en dan word niet meer doorgegeven.
Wat ik ook moet vertellen. Terug naar de saltatoire geleiding. Als een impuls of actie potentiaal. Dan is de
cel niet meer gevoelig voor andere impulsen. Dus 1 impuls tegelijk. En waarom? Omdat als die kanalen
steeds open gaan, dan gaat de signaal niet naar voren, maar naar achteren. Om dat te voorkomen worden
de kanalen dicht, waardoor er geen natrium meer naar binnen stroomt.
Dat gebeurd hier ook. Pas als die helemaal doorgegeven is. De neurotransmitters hebben hun werk
gedaan en de presynaptische spleet is dicht gegaan, het membraan is dicht gegaan. Pas dan is de cel
weer open voor een nieuwe actie potentiaal
Neurotransmitters
Hebben een hele belangrijke rol in ons lichaam en hoe wij functioneren. En hebben ook sommige invloed
op de ziektes die wij ontwikkelen, bijv alsheimer, depressie. Er zijn stimulerende en remmende
neurotransmitters

- stimulerend
o acetylcholine
o norepinefrine
- remmend
o dopamine
o serotonine
o GABA

We weten veel wat ze doen, maar niet alles. Er zijn ongeveer 50 neurotransmitters, maar we weten nog
niet wat ze doen. die stimulerende en remmende werken een beetje in evenwicht. Deze moeten jullie
weten en hoe ze werken
De drempelwaarde kan bij 50 en bij 60 zijn. het verschilt per boek etc. het is allemaal goed.
Actiepotentiaal is altijd hetzelfde.
Hersenvliezen

3

, Dura mater
Er zijn 3 hersenvliezen en de buitenste laag is de dura mater. Dura betekend hard en mater is moeder. We
weten niet waarom dat zo genoemd is. Onder links heb ik de dura mater aangewezen met een rode pijl.
Dura mater heeft 2 laagjes. De bovenste is heel dicht bij het botweefsel. Tegen het botweefsel gegroeid en
de onderste die is op de plekke, op sommige plekken is die ook vast aan de bovenste laag van de dura
mater en op sommige plekken gaat die uit elkaar. De onderste laag van de dura mater kan helemaal naar
beneden lopen. Dat zie je in de afbeelding. Gaa die helemaal diep de schedelruimte binnen en dat noemen
wij de durale plooien. Of geplooide vliezen. Deze vleiezen zorgen voor veiligheid voor de hersnene.
Hierdoor worden hersenen op de plek gehouden. Je ziet hier ook dat er ruimtes tussen zijn tussen die
laagjes en die noemen we de durale sinussen. de grote bloedruimtes van de hersenen. in de ruggenmerg
is de buitenste laag van de dura mater niet met beenweefsel vergroeid. Daar staat ook een ruimte tussen
en dat noemen we dan de epidurale ruimte. Dat is losmazig bindweefsel en bevat bloedvaten en
vetweefsel. Daarom is die ook gelig. In die epidurale ruimte. Als je daar een verdovende stof injecteerd.
Dan heb je een tijdelijke blokkade van sensorische en motorische banen, waardoor een tijdelijke
verlamming plaats vind. en dat noemen we het epidurale blok dat word ook toegpast bij de bevalling. Om
de pijn te verminderen. Dat word in het gedeelte tussen de ledenen en de heilig been geinjecteerd.
Arachnoïdea
Onder de dura mater zit een andere vlies. Het arachnoidea. Ze noemen het ook wleens het
spinnenwebvlies. Tussen de arachnoidea en de dura mater zit ook een ruimte. Dat is de subdurale ruimte
en daar zit lymfevocht en dat zorgt ervoor dat ze niet tegen elkaar gaan schuren. Onder de arachnoidea,
dat kleintje zitten sub-arachnoideale ruimte. Hier loopt dan de cerebrospinale vloeistof. Deze soort van web
achtige vibers zijn elastisch. Zijn collagene, elastische vezels.
Pia mater
De onderste laag, tegen e hersenschors aan is de pia mater. Pia betekend gevoelig, zacht. Dat is de
binnenste hersenvlies. De bloedvaten die de hersenen en het ruggemerg van zuurstof en voedingsstiffen
voorzien lopen langs het oppervlak van deze laag binnen het sub-arachnoidale ruimte. De pia mater is
sterk doorbloed en grote bloedvaten vertakken zich over het oppervlak van de hersenen en dee voorzien
dan de oppervlakkig gelegen gebeiden van de hersnene van zuurstof en voedingsstoffen. Die
bloedvoorzicning is heel belangroijk., want de hersnen hebben een hele hoge stofwisselingssnelheid. 255
van alle enegrie word gebruikt door onze hersenen.
Hersenventrikels
Wat je hier ziet, dat blauw, dat zijn de hersenventrikels. Anders genoemd de interne holtes. Deze holtes
zijn gevuld met cerebrospinale vloeistof en zijn bekleed met epidumcellen. Die een soort vabn barriere
vormen en als fulter functioneren. Er zijn 4 ruimtes en elk hersenhelft, kunnen jullie ook hier zien, dat zijn
die grottset hersenventrikels en die noemen we de lateral ventrikels. Ze hebben geen directe verbinding
met elkaar, maar door een opening die noemen we interventriculaire foramen. Die worden verbonden
met de derde ruimte. Die bevind zich in de tussenhersenen. In de middenhersenen hebben ze geen
ventrikel, maar hebben ze zo’n kanaal die er door heen komt en die verbind via de ventrikel met de rest van
de ventrikels.
Cerebrospinale vloeistof
Noemen we ook wel makkelijk liquor of hersenvocht. Die omgeeft alle uitwendig oppervlakte van het
centrale zenuwstelsel
Functies:

- Het werkt als schokbreker


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophiedeGraaf1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart