Wat is ethiek?
▪ Ethiek legt het verschil uit tussen goed en fout
▪ Ook kijkt men in de ethiek naar hoe mensen besluiten nemen
▪ Ethiek is descriptief
▪ Het gaat over het ideaal (wat zou je moeten doen). Dit heet normatief
▪ Ethiek probeert erachter te komen wat de moraal van ons verlangt
De moraal bestaat uit waarden en normen
▪ Wie unfair handelt, overtreedt de moraal. Dit is een belangrijke
eigenschap van wat de moraal inhoudt
▪ Waarden en normen die belangrijk zijn in ons leven, maken deel uit van
de moraal, wanneer ze betrekking hebben op de gerechtvaardigde
verwachtingen die mensen in het onderlinge verkeer koesteren:
Men handelt volgens een wederzijds verwachtingspatroon:
Je gaat elkaar niet midden op de straat pootje flippen. Dat doe je
elkaar niet aan, en dat weet je van elkaar.
Bij de moraal gaat het om de normatieve randvoorwaarden voor
onze omgang met elkaar. De moraal is geen individuele
aangelegenheid.
De moraal biedt een grote vrijheidsruimte bij veel beslissingen wie we
nemen.
▪ Er is dus pas sprake van moraal, wanneer er gerechtvaardigde
wederzijdse veranderingen in het spel zijn van normatieve aard, die in
het geval van overtreding leiden tot verwijten
▪ Veel normen zijn plaats- en tijdgebonden. Normen veranderen door de
tijd heen. Ook zijn de normen op bepaalde plaatsen verschillend van
elkaar.
▪ Wel is het mogelijk te achterhalen aan welke universele maatstaven
lokale normen dienen te beantwoorden
▪ Echter is het niet makkelijk om te bepalen wat de wijsgerige ethiek
beoogt
Consequentialisme
▪ Het consequentialisme is een stroming in de filosofie waarin je let op de
gevolgen die je handelen heeft voor anderen
▪ Een belangrijke vorm van het consequentialisme is het utilisme of
utilitarisme
▪ Het type ethiek dat het moreel juiste definieert als datgeen wat tot
gevolg heeft dat het goede of waardevolle toeneemt
▪ Slechts zijdelings geïnteresseerd in motieven en intenties
, Utilisme
▪ Utiliteit: Het doen wat nuttig is. Een handeling is goed als deze zoveel
mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen, maar ook dieren oplevert
▪ Het utilisme is bedacht voor Jeremy Bentham en later uitgewerkt door
John Stuart Mill
▪ Bentham zag geluk vanuit een hedonistisch standpunt
Hedonisme: Alles gaat om geluk; soms is het beter om een korte
periode te lijden om vervolgens een langere periode gelukkig te zijn
▪ Mill was het hiermee eens, maar vond het nog iets te vaag. Hij vond
namelijk dat het ook ging om de kwaliteit van het geluk:
“Het is beter om een ontevreden mens te zijn, dan een tevreden zwijn.
Het is beter om een ontevreden Socrates te zijn, dan een tevreden
dwaas”
Het geluk van een ontevreden mens, is beter dan het geluk van een
ontevreden zwijn.
Men dient het grootste geluk van het grootste aantal te bevorderen:
▪ Het utilisme heeft een eudeamonische strekking: het als goed en
waardevol beschouwen wat mensen gelukkig maakt. Dit is ook de enige
waarde die telt
▪ Het utilisme wil het geluk maximaliseren: men moet verplicht handelen
naar de handelingen die het meeste geluk opbrengen
▪ Het utilisme is universalistisch (men moet het geluk van alle betrokkenen
maximaliseren…) en onpartijdig (…ongeacht de status van de persoon)
Intrinsieke en instrumentele waarden
▪ Ethici onderscheiden twee waarden van geluk:
Intrinsieke waarde: Dit is een zaak die op zichzelf waardevol is en die
mensen niet vanwege iets anders willen nastreven
Instrumentele waarde: Dit is een zaak die op zichzelf niet waardevol is en
die mensen nastreven omdat ze bijdragen aan de intrinsieke waarde
Voorbeeld: Als jij intelligentie een belangrijke waarde vindt, omdat je er
later een goede baan mee kunt krijgen. Wat is dan de intrinsieke en
instrumentele waarde?
Intrinsiek: een goede baan, je vindt dit op zichzelf waardevol
Instrumentele waarde: Intelligentie, dit vind je waardevol omdat het
uiteindelijk bijdraagt bij het verkrijgen van een goede baan.
Problemen in het utilisme
1. Het utilisme moet allerlei ongelijkheden tolereren, aangezien het zich ten
doel stelt het totale geluk te maximaliseren.
Situatie 1: De rijke 30 % is heel gelukkig met hun geld en omdat ze daar
niks voor hoeven te doen. De andere 70 % moet keihard werken om de
rijkeren van hun geld te voorzien. In dit geval is dus 70 % ongelukkig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elizavthof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.18. You're not tied to anything after your purchase.