Er was nog geen schrift, alle kennis van deze tijd komt door de
archeologie. Alleen de moderne mens heeft het overleeft van alle
menssoorten. Mannen zorgden voor de verdediging en de jacht, omdat ze
meer spierkracht hebben en niet zwanger worden. Vrouwen zorgden voor
de kinderen en verzamelde plantaardig voedsel. De jager-verzamelaars
waren nomaden, ze hadden dus weinig bezit. Ze bleven op een plek tot de
bestaansmiddelen op waren. Er ontstond ook kunst, dit geeft aan dat de
cultuur ingewikkelder werd en mensen gingen denken in symbolen.
1.2 De opkomst van de landbouw
- het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
De landbouw ontstond in het Midden-Oosten in een gebied dat de
vruchtbare halvemaan wordt genoemd. Vanuit het Midden-Oosten
verspreidden migranten de landbouw in Azië, Afrika en Europa. Ook vond
de landbouwrevolutie op sommige plekken zelfstandig plaats. Het
ontstaan van de landbouw komt grotendeels door het veranderende
klimaat. Ook kwam het doordat dieren waar veel op werd gejaagd vrijwel
waren verdwenen. Ook waren er in het Midden-Oosten dieren die konden
worden getemd en later gefokt. Later werd het vee ook gebruikt voor de
bewerking van het land, dus konden ook zwakkere gronden worden
gebruikt. En de ploeg werd uitgevonden. Door dit en de daardoor
groeiende bevolking kwam er een sedentaire levenswijze. Elk dorp was
autarkisch. Door verschillen in bezit kwam er meer aanzien en macht en
zo ontstond er sociale ongelijkheid. Mensen geloofden in goden om
natuurverschijnselen te verklaren. Er werd ook geofferd naar deze goden.
1.3 De eerste steden
- het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
De eerste steden ontstonden in Mesopotamië. Het volk van de Soemeriërs
had zich daar gevestigd. Archeologen vermoeden dat ze als migranten uit
het zuiden waren gekomen toen hun eigen woongebied was overstroomd.
De eerste steden ontstonden omdat boeren meer voedsel produceerde
dan nodig. Er kwamen dijken, dammen en kanalen tegen overstroming of
uitdroging. Georganiseerd door een elite. Er werd gespecialiseerd in
bepaalde ambachten. Steden waren afhankelijk van de handel. In de
Soemerische steden hadden ze één vorst die rekening hield met een
adviesraad van aanzienlijke mannen. De rest van de bevolking bestond uit
,onderdanen die de regering moesten gehoorzamen. In Egypte ontstond
één staat met een farao. In Mesopotamië hadden ze stadstaten met eigen
een priester-koning. Door nauw contact met de goden hadden ze gezag.
Onderaan de sociale hiërarchie stonden boeren en slaven die belasting
moesten betalen (oogst afstaan). De Soemeriërs hadden een
polytheïstische godsdienst met goden die leken op mensen. Ze vonden
het schrift uit dat het spijkerschrift werd genoemd.
Hoofdstuk 2
3000 v.C. - 500
2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
, - ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
- de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
Het epos over de oorlog van Griekse helden tegen de stad Troje heet de
Ilias. Het vervolg hiervan heet de Odyssee. Ze hadden een enorme
invloed op de Griekse cultuur. De oudste beschaving in Europa was de
Minoïsche beschaving op Kreta. Hun schrift is nooit ontcijferd, waardoor er
weinig over bekend is. Een mythe over Minos (de koning waar de
beschaving naar is vernoemd) verteld dat hij de zoon is van de oppergod
Zeus en prinses Europa. Zeus werd verliefd op Europa en om zijn eigen
vrouw te misleiden veranderde hij in een witte stier en nam hij Europa
mee en zwom met haar naar Kreta waar hij haar zwanger maakte.
De Myceense beschaving werd gedomineerd door krijgsheren (baliseus).
Ze regeerde via paleizen over het omliggende gebied. De Myceense
koningen vochten vaak tegen elkaar, maar in de 13e eeuw v.C. voerden ze
gezamenlijk oorlog tegen de Hittieten. Het ging onder andere om de stad
Troje die uiteindelijk werd verwoest. Dit is waarschijnlijk de historische
achtergrond van de Ilias.
De Grieken leefden in onafhankelijke stadstaten. Toen er overbevolking
dreigde, vestigden Grieken zich in koloniën. De Grieken hadden wel een
gezamenlijke cultuur. Ze spraken dezelfde taal, ze vertelde dezelfde
verhalen, ze vereerde dezelfde goden en hadden de Olympische Spelen.
De Griekse handel groeide door o.a. de gezamenlijke munt.
De wetenschap en bouw- en beeldhouwkunst kwam tot bloei. Griekse
kunstenaars maakten nauwgezet studie van het menselijk lichaam. Veel
naakte beelden met spieren en gezichtsuitdrukkingen.
In 338 v.C. ontstond één Grieks rijk toen ze werden onderworpen door het
koninkrijk Macedonië. De koning van Macedonië voedde zijn kind
Alexander de Grootte Grieks op. Alexander veroverde veel gebied,
waardoor de Griekse cultuur werd verspreid over een enorm gebied. Toen
hij overleed viel het rijk uiteen in verschillende rijken die door Grieken
werden bestuurd. Een monarchie is een polis met een erfelijke koning.
Een polis bestuurd door leden van een groep met erfelijke voorrechten
heet een aristocratie. Een oligarchie is een regering van rijken die niet
allemaal uit een adellijke familie kwamen. Als één edelman op onwettige
manier met geweld alle macht veroverd noem je dat een tiran. Uiteindelijk
kwam in Athene een directe democratie. De burgers mochten zelf
stemmen en spreken in de volksvergadering. Alleen autochtone vrije
mannen waren burger.
De filosoof Socrates zei dat politici in een democratie niet de waarheid
spreken, omdat ze het volk naar de mond praatten. Volgens zijn leerling
Plato liet de massa zich leiden door em0ties en hebzucht in plaats van
verstand en idealen. Plato zijn leerling Aristoteles zei dat een goede
regering zich aan de wet houdt en het algemeen belang vooropstelt.
Filosofen ontwikkelen een rationele manier van denken. Wiskundige
Pythagoras ontdekte dat de zijden van rechthoekige driehoeken altijd in
een vaste verhouding tot elkaar staan. De arts Hippocrates bedacht dat er
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelienbos1803. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.